Algemeen
In overleg met de behandelend arts van uw kind, hebt u samen besloten tot een röntgenonderzoek van de dikke darm, ook wel colon-inloop genoemd. Bij dit onderzoek krijgt uw kind, via een slangetje in de anus, contrastvloeistof (bariumpap) toegediend. Door de contrastvloeistof is de dikke darm zichtbaar op röntgenfoto's.
In deze folder leest u meer over de gang van zaken voor, tijdens en na het onderzoek. Dit zijn slechts richtlijnen, de behandelend arts, radioloog of physician assistant kan hiervan afwijken.
Röntgenstraling
Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling. Door de moderne technieken die in ons ziekenhuis worden toegepast, is de stralingsdosis geminimaliseerd. Overigens staat iedereen bloot aan straling vanuit de kosmos en directe omgeving. Van alle straling die een mens gedurende zijn leven kan oplopen, is het aandeel afkomstig van medische toepassingen beperkt. Dat neemt niet weg dat iedere toepassing zorgvuldig moet worden afgewogen en altijd beschermende maatregelen worden genomen om geen onnodige risico's te lopen. U kunt tijdens het onderzoek bij uw kind blijven. U dient dan een loodschort te dragen om u te beschermen tegen röntgenstralen.
Zwangerschap
In verband met de röntgenstraling is het belangrijk te weten of u in verwachting bent. Indien u zwanger bent, kunt u tijdens het onderzoek niet bij uw kind blijven. Het is raadzaam dat de andere ouder/verzorger met uw kind meegaat naar het onderzoek.Voorbereiding
Probeer uw kind op het onderzoek voor te bereiden door op zijn/haar niveau uit te leggen wat er gebeurt tijdens het onderzoek.
Voor het onderzoek dient de dikke darm leeg te zijn zodat de contrastvloeistof zich goed kan verspreiden. Hiervoor dient uw kind een dieetvoorschrift te volgen dat afhankelijk is van zijn/haar leeftijd. Zie hiervoor onderstaand overzicht. Het is belangrijk dat uw kind veel drinkt en een vezelarme voeding krijgt. U kunt stoppen met extra drinken geven als de ontlasting waterdun is.
Voorschriften
Zuigelingen
Uw kind mag vanaf 4 uur voor het onderzoek niet meer eten.
Peuters en kleuters
Dag voor het onderzoek | Vandaag gelden de volgende voorschriften: |
Algemeen | Peuters en kleuters krijgen Lactulosestroop, Dulcodruppels (beide zijn laxeermiddelen) en een lichtverteerbaar dieet. Dit betekent dat uw kind niets mag eten waarvan voedselresten overblijven, zoals de schilletjes van fruit en de velletjes van bruine bonen en uien. |
Voor het ontbijt | Peuters (1-4 jaar): 5 ml Lactulosestroop. Kleuters (4-6 jaar): 10 ml Lactulosestroop. Mogelijk kan uw kind meer windjes laten en ook buikpijn krijgen. |
Ontbijt | - witbrood/beschuit (geen volkoren)boter/margarine/halvarine - vleeswaren/kaas (zonder pitjes)/lichtgebakken of gekookt ei/jam zonder pitjes/suiker/vruchtenhagel |
Lunch | - heldere bouillon - gekookte aardappelen/aardappelpuree/witte rijst/macaroni/spaghetti - gaar gekookte groenten - vlees/vis/kip/jus (alle bereidingswijzen toegestaan) - gladde vla/naturel yoghurt/appelmoes |
Na de lunch | Geeft u uw kind tot het 's avonds naar bed gaat ieder uur een groot glas water of frisdrank te drinken. |
Rond 18.00 uur | - wit brood/beschuit - boter/margarine/halvarine - vleeswaren/kaas (zonder pitjes)/lichtgebakken of gekookt ei/jam zonder pitjes/suiker/vruchtenhagel. |
Na de broodmaaltijd van 18.00 uur | Peuters: 4 Dulcodruppels. Kleuters: 6 Dulcodruppels. Dulcodruppels werken 10-14 uur na inname. |
Dag van het onderzoek | Als ontbijt alleen een droge beschuit en glas vruchtensap zonder vruchtvlees of thee. Verder mag uw kind niets meer eten of drinken. |
Kinderen vanaf 6 jaar
Dag voor het onderzoek | Vandaag gelden de volgende voorschriften: |
Algemeen | Het dieetvoorschrift bestaat uit Lactulosestroop, Bisacodyl (beide zijn laxeermiddelen), veel drinken en bijna niets eten. Dit veroorzaakt diarree, dus uw kind kan het beste in de buurt van een toilet blijven. |
Ontbijt | Een witte boterham met zoet beleg en thee of frisdrank. |
Na het ontbijt | Uw kind 20 ml Lactulosestroop laten innemen. Lactulose is een langzaamwerkend laxeermiddel. Mogelijk kan uw kind meer windjes laten en ook buikpijn krijgen. |
Tot de lunch | Geeft u uw kind veel te drinken en niets meer te eten. |
Lunch | Vloeibaar voedsel is toegestaan, zoals heldere bouillon en/of 2 pakjes Nutridrink (dit is een drank die veel energie bevat en een verzadigingsgevoel geeft. Het is te koop bij de apotheek). |
Vanaf 13.00 uur | Geeft u uw kind ieder uur een groot glas water of frisdrank. |
Avondmaaltijd | Als maaltijd kan uw kind 1 of 2 pakjes Nutridrink en/of bouillon nemen. Verder mag uw kind niets eten. |
Na de maaltijd | Uw kind 5 mg Bisacodyl (Dulcolax) of 10 Dulcodruppels laten innemen. Hij/zij mag de dragees niet kauwen en niet met melk innemen. De werking van Bisacodyl begint ongeveer 5 uur na inname, Dulcodruppels werken 10-14 uur na inname. |
's Avonds | Tot bedtijd uw kind ieder uur een groot glas water of frisdrank geven. |
Dag van het onderzoek | Als ontbijt een droge beschuit en een glas vruchtensap zonder vruchtvlees of een kopje thee met een beetje suiker. Verder mag uw kind niets meer eten of drinken. |
Kinderen vanaf ongeveer 12 jaar
Afhankelijk van hoeveel uw kind weegt, kan de arts besluiten andere laxeermedicatie voor te schrijven. Voor uw kind geldt dan dezelfde voorbereiding als voor volwassenen. Zie de folder '
Dikke darmonderzoek'. Deze folder is verkrijgbaar op de röntgenafdeling, kinderafdeling (B0) en te raadplegen op www.slingeland.nl.
Voor het onderzoek
- Kies voor kleding die gemakkelijk aan en uit te trekken is. Uw kind mag tijdens het onderzoek een hemd of t-shirt en sokken aanhouden.
- Metaal is zichtbaar op de foto, dit geeft een storend beeld. Uw kind mag dan ook geen rompertje met drukkers dragen tijdens het onderzoek.
- Neemt u een extra verschoning mee omdat er na het onderzoek nog contrastvloeistof uit de darmen kan lopen.
- Neemt u een vertrouwd speeltje mee.
Het onderzoek
Een radioloog of physician assistant en een radiodiagnostisch laborant voeren het onderzoek uit. De laborant neemt u en uw kind mee naar de onderzoekkamer. In het kleedhokje kunt u uw kind uitkleden. Hij/zij mag een hemd of t-shirt en sokken aanhouden. Vervolgens gaat uw kind op de onderzoektafel liggen.
De laborant brengt een slangetje van ongeveer 0.5 cm dik en 5 cm lang in de anus. Tijdens het onderzoek draait uw kind regelmatig op de buik, rug, linker- en rechterzij. Bij zuigelingen en peuters wordt de contrastvloeistof via het slangetje ingespoten. Bij oudere kinderen zit het contrastmiddel in een zak, die aan een paal hangt. De vloeistof uit de zak loopt via het slangetje in de darm. Het is mogelijk dat de radioloog of physician assistant ook een beetje lucht inspuit, dit kan lichte kramp veroorzaken. Direct na het onderzoek kan uw kind naar het toilet.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kan uw kind weer eten en drinken zoals het gewend is. Mogelijk heeft uw kind nog wat buikpijn. Door de contrastvloeistof is de ontlasting de eerste 2 dagen witgekleurd en eventueel hard. Geeft u uw kind daarom extra veel te drinken. Mocht uw kind toch last krijgen van een moeilijke stoelgang, geeft u hem/haar dan vezelrijke producten zoals brintapap, muesli, volkorenbrood, roggebrood, yoghurt, pruimen en andere vruchten met schil. Voor zuigelingen is sinaasappelsap geschikt.
De uitslag
De radioloog of physician assistant beoordeelt het onderzoek en geeft de bevindingen door aan de behandelend arts. Deze stelt u van de resultaten op de hoogte bij een volgend bezoek.Bij verhindering
Als u op het afgesproken tijdstip bent verhinderd, belt u dan zo snel mogelijk naar de afdeling Radiologie. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 08.00 - 17.00 uur op telefoonnummer (0314) 32 95 05.Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u ze dan gerust aan de behandelend arts, radioloog, physician assistant of aan de medewerkers van de afdeling Radiologie.Hoe gaan wij om met vertrouwelijke gegevens van uw kind
Zodra uw kind in het ziekenhuis komt, leggen wij persoonlijke gegevens over hem/haar digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die uw kind behandelt en de zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn mogen deze gegevens inzien. U mag de gegevens van uw kind inzien als uw kind jonger is dan 12 jaar. Is uw kind 12 jaar of ouder, dan moet uw kind hiervoor toestemming geven.
Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', vraag ernaar bij uw zorgverlener). De kinderartsen vinden dat ook artsen die werkzaam zijn bij het consultatiebureau alle belangrijke medische informatie over uw kind moeten hebben. Deze informatie wordt daarom standaard doorgestuurd aan de arts van het consultatiebureau en zo nodig de schoolarts. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dat mondeling én schriftelijk kenbaar maken bij de kinderarts die uw kind behandeld.
Daarnaast kunnen de huisarts, de huisartsenpost en de apotheker een samenvatting van de medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).