AlgemeenEr is bij uw kind een heupafwijking vastgesteld. Een ander woord hiervoor is heupdysplasie. Uw kind heeft voor de behandeling een Pavlik-bandage of Campspreider ontvangen op de gipskamer.
In deze folder vindt u informatie over de heupafwijking, de oorzaak, onderzoek, behandelmethoden en praktische tips. Zo kunt u alles nog eens rustig nalezen.
Wat is heupdysplasie?
Bij heupdysplasie is het heupgewricht niet goed ontwikkeld. De heupkom is niet diep genoeg en omsluit de heupkop niet goed. De heupkop kan daardoor gemakkelijk uit de ondiepe kom glijden. Het is zelfs mogelijk dat de heupkop helemaal niet meer in de kom komt. Dan is er sprake van een heupluxatie. Heupdysplasie is niet pijnlijk, maar als deze afwijking niet wordt behandeld, kan later mogelijk artrose (slijtage) ontstaan.
Linksboven een normale heup, rechtsboven een heup met heupdysplasie en daarnaast een heup bijna uit de kom (subluxatie). Linksonder een heup helemaal uit de kom (luxatie). Rechtsonder laat zien hoe spreiden van de benen ervoor zorgt dat de heupkop op zijn plaats blijft. (Bron: MUMC)
Oorzaak
Het is niet bekend wat de oorzaak van een heupdysplasie is. Er zijn wel een aantal factoren bekend die de kans op heupdysplasie vergroten:
- De afwijking komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.
- Als er in de familie aangeboren heupafwijkingen voorkomen.
- De ligging van de baby in de baarmoeder. Bij stuitligging komt heupdysplasie vaker voor.
- Als een kind tevens een aangeboren afwijking heeft aan bijvoorbeeld de voet en/of rug.
In hoeverre een bepaalde houding na de geboorte de afwijking kan verergeren, is moeilijk vast te stellen. Het dragen van de baby in een draagzak in heup spreid positie is in ieder geval gunstig.
Onderzoek
Het is belangrijk dat heupdysplasie zo vroeg mogelijk wordt herkend, zodat er op tijd kan worden begonnen met de behandeling. Daarom wordt bij alle kinderen door de arts van het consultatiebureau een heuponderzoek gedaan. Daarbij wordt gekeken naar beenlengteverschil en naar verschil in spreiding van de heupen. Bij heupdysplasie is de heup vaak wat stijver. Als de heup uit de kom is geschoten, is het been ook korter.
Als de consultatiebureau-arts vermoedt dat er sprake is van een heupafwijking, is aanvullend onderzoek nodig door middel van een echo-onderzoek en/of röntgenfoto. Bij afwijkingen en/of twijfel wordt u door verwezen naar de orthopeed.
De behandeling van heupdysplasieZodra heupdysplasie wordt geconstateerd, begint meteen de behandeling. U wordt hiervoor doorverwezen naar de gipskamer. De behandeling bestaat uit het spreiden van de heupen, zodat de kop van de heup goed in de kom komt. De benen van uw kind worden in spreidstand gehouden met behulp van een heupspreider. Hierdoor wordt de heupkop in het centrum van de heupkom gebracht.
Het gewricht wordt zo gestimuleerd om zich op de juiste wijze te ontwikkelen.
In het Slingeland Ziekenhuis hebben we twee soorten heupspreiders. Een Pavlik-bandage en een Campspreider. Beide zorgen ervoor dat de benen gespreid worden en in spreidstand blijven. Met welke heupspreider uw kind wordt behandeld, wordt bepaald door de orthopeed. De keuze is afhankelijk van een aantal factoren zoals bijvoorbeeld leeftijd en ernst van de heupafwijking.
Pavlik-bandage De Pavlik-bandage is een soort ‘tuigje’ dat ervoor zorgt dat kinderen hun heupen buigen. Door de invloed van de zwaartekracht in rugligging spreiden de benen. Dit buigen en spreiden in combinatie met het bewegen van de benen, zorgt ervoor dat de heupkop langzaam weer in de heupen terug bewogen wordt en draagt bij aan de vorming van een goede diepe heupkom. Op de gipskamer wordt de Pavlik-bandage door een gipsverbandmeester aangemeten en afgesteld.
 |  |
| Voorzijde Pavlik-bandage | Achterzijde Pavlik-bandage |
De Pavlik-bandage bestaat uit een band die om de borstkas loopt en kruist over de rug. Hieraan zitten bandjes met klittenbandsluitingen voor het instellen van de borstomvang en verstelbare haaksluitingen voor het instellen van de schouderbanden.
De band om de borstkas moet op de hoogte van de tepels zitten.
Vermijd te strakke spanning om de borstkast, om de ademhaling van uw kind niet te belemmeren. U moet drie vingers onder de borstband kunnen plaatsen. Er zijn ook twee voetstukken om de voet en het onderbeen op de plaats te houden.
De Pavlik-bandage moet dag en nacht gedragen worden. Het mag alleen af tijdens het baden en het verschonen. Van de 24 uur moet het minimaal 23 uur gedragen worden. Tenzij de orthopeed u andere instructies geeft.
CampspreiderBij de Campspreider is het heel belangrijk dat u deze goed aanlegt om de juiste stand van de heup te krijgen. De gipsverbandmeester zorgt dat de Campspreider goed is aangemeten en afgesteld.
 |  |
| Voorzijde Campspreider | Achterzijde Campspreider |
Let bij het aanleggen van de Campspreider op het volgende:
- Til de billen/onderrug op met de vlakke hand, trek niet aan de benen en leg de spreidbeugel onder de onderrug.
- De billen liggen gelijk met de onderkant van het kunststof rug gedeelte van de spreidbeugel.
- Sluit eerst de manchet om het beentje waarvan de heupdysplasie het ernstigst is. Leg van te voren het transparante kunststof lapje vlak over het been.
- Let op dat de luier niet onder het dijbeenmanchet zit, duw de luier anders even terug.
- Sluit de andere manchet en daarna de band om het buikje. De band geeft stabiliteit aan de beugel. Sluit de band ook weer niet te strak, wel zodanig dat er enkele vingers tussen kunnen.
- Ondersteun uw kind met uw hand onder de billen. Op deze manier worden de beentjes niet afgekneld door de rand van de dijbeenmanchetten.
- Tussen de knieholte en het beenmanchet moet een ruimte zijn van 1 duimbreedte. Dit om drukplekjes in de knie te voorkomen.
De Campspreider moet dag en nacht gedragen worden. Het mag alleen af tijdens het baden en het verschonen. Van de 24 uur moet het minimaal 23 uur gedragen worden. Tenzij de orthopeed u andere instructies geeft. Na verloop van tijd zal de duur van dragen van de Campspreider afnemen, instructie hierover ontvangt u van de orthopeed.
Gevolgen voor de ontwikkeling
Tijdige behandeling van heupdysplasie en/of heupluxatie geeft in veruit de meeste gevallen een goed resultaat zonder restafwijkingen. Door de behandeling kunnen heupproblemen zoals manken door heupluxatie en vroege artrose (gewrichtsslijtage) over het algemeen voorkomen worden. Door het dragen van de spreidbroek kan het kind een zeer beperkte achterstand in de ontwikkeling hebben, maar dit heeft geen negatief effect op de motorische ontwikkeling van kinderen op de langere termijn.
Vrijwel alle kinderen die behandeld zijn voor heupdysplasie ontwikkelen een normale heup en kunnen veelal normaal functioneren zonder klachten.
Praktische tipsHieronder vind u praktische tips voor het dragen van een heupspreider. De tips zijn van toepassing voor de Pavlik-bandage en de Campspreider.
Wennen aan de heupspreiderTijdens de eerste dagen zal uw kind moeten wennen aan de heupspreider en kan het huilerig zijn. Dit is vervelend maar het duurt meestal niet langer dan een paar dagen.
PijnDe heupspreider zelf mag geen pijn doen. Indien u vermoedt dat uw kind wel pijn heeft, omdat hij/zij bijvoorbeeld onophoudelijk huilt, neem dan contact op met de gipskamer.
Beweeglijkheid Als het u opvalt dat een van beide beentjes niet meer strekt vanuit de knie, ook niet bij kriebelen onder de voet, moet u de heupspreider af laten en de gipskamer bellen.
Het dragen van uw kindOm uw kind in uw armen te nemen neemt u uw kind met zijn/haar rug tegen uw borst, met één hand over zijn/haar schouder en tussen zijn/haar beentjes. U kunt uw kind ook op de heup dragen of met de benen gespreid tegen uw buik houden. Een rug- of buikdrager kunt u blijven gebruiken, als uw kind beide beentjes goed gespreid kan houden in de juiste gebogen stand.
Vervoeren Het vervoeren van uw kind in een autostoeltje kan soms problemen geven. Voor het vervoer in de auto kan bijvoorbeeld het autostoeltje (te) diep zijn, waardoor de beentjes van uw kind niet voldoende gespreid kunnen worden.
Meestal is het geen probleem om de spreider voor de duur van de autorit even af te laten. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan heeft de firma Maxi-Cosi een speciale heupdysplasie autostoel ontwikkeld. Deze autostoel is niet te koop maar kunt u huren via Maxi-Cosi. Leg in geen geval een dikke handdoek of molton in het autostoeltje, want dan is uw kind niet meer op adequate wijze beschermd in het autostoeltje.
Verschonen met een Pavlik-bandageDe luier kan meestal vervangen worden zonder de Pavlik-bandage te verwijderen en zonder de banden en klittenband te veranderen. Pak uw kind niet bij de voetjes om de luier te vervangen, maar plaats een hand onder de stuit en wip de billen op voor het aanleggen van de luier. Controleer altijd of de banden van het harnas niet worden gehinderd door de luier. Mocht dit onverhoopt veel problemen opleveren, dan kan de bandage altijd kortdurend afgelaten worden. Het weer aan doen van de bandage op correcte wijze is dan wel van belang.
Kleding Onder de heupspreider is het raadzaam om een rompertje te dragen en een paar lange sokjes, een dunne broek of legging. De overige kleding kunt u eventueel over de heupspreider aantrekken.
Irritatie Controleer tijdens het badderen en verschonen de huid van uw kind goed. Met name onder de banden en in de knieholtes. Als er eventueel wat rode plekjes ontstaan dan kunt u hier wat zinkzalf op aanbrengen.
Overige informatie- Vereniging aangeboren heupafwijkingen
www.heupafwijkingen.nl - Kiek hip wear
Kleding en praktische oplossingen voor kinderen met een spreid- of gipsbroek
www.kiekhipwear.nl - Maxi-cosi
Verhuur auto stoelen
www.maxi-cosi.nl/maxi-cosi-happy-hips-service - Brede buggy
Verhuur kinderwagens, buggy’s en stoelen
www.bredebuggy.nl
Overige vragen en maken van afspraken
Als u nog vragen heeft of er zijn problemen met de Pavlik-bandage of de Campspreider, neem dan contact op met de gipskamer. Dat kan door bellen naar: (0314) 32 95 39. We beantwoorden uw vragen of plannen een afspraak in.
Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om?
Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het ‘Privacyreglement Patiënten’, vraag ernaar bij uw zorgverlener).
Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft.
Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl.
Zoek folders
Print pagina
Download PDF
Grotere tekst
Kleinere tekst
Favoriet
Stuur door