Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Kindergeneeskunde

Dubbelblinde voedselprovocatietest

Dubbelblinde voedselprovocatietest

ei, pinda, cashew- of hazelnoot

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Algemeen

De arts heeft een onderzoek met u afgesproken om vast te stellen of uw kind een voedselallergie heeft. Dit onderzoek heet voluit een dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatietest. In deze folder leest u meer over dit onderzoek.

Het vaststellen van een voedselallergie

Helaas bestaat er geen eenvoudige test die aan kan geven of uw kind inderdaad voedselallergie heeft. Zelfs een allergietest (bloedonderzoek of huidtest) kan dit niet met zekerheid vaststellen. De enige manier om een voedselallergie vast te stellen is door middel van een provocatietest.

Provocatietest

Het onderzoek houdt in dat uw kind op twee verschillende dagen testvoeding krijgt toegediend in het ziekenhuis. Op de ene dag krijgt uw kind testvoeding waarin het verdachte voedingsmiddel zit, op de andere dag krijgt uw kind testvoeding zonder het verdachte voedingsmiddel. De kinderverpleegkundige observeert hoe uw kind op de voeding reageert.

Om zonder vooroordeel te kunnen kijken naar de reactie van uw kind op de voeding, weten de arts, de kinderverpleegkundige en u niet op welke dag uw kind de testvoeding met of de testvoeding zonder het verdachte voedingsmiddel krijgt. Dit noemt men 'dubbelblind onderzoek'. Deze manier levert de meest betrouwbare resultaten op.

Risico's

We besteden veel aandacht aan het beperken van de ernst van de reacties van uw kind op de voeding. We starten daarom met een kleine hoeveelheid voeding en geven steeds een beetje meer.

Kinderen kunnen verschillend reageren op voedingsmiddelen, zoals:Toch bestaat een kleine kans dat er een forse reactie optreedt. Dit is de reden dat dit onderzoek in het ziekenhuis plaatsvindt. Wanneer er een ernstigere reactie optreedt, dan wordt dit direct behandeld. Soms zal de arts uit voorzorg een infuus inbrengen bij uw kind.

Voorbereiding

Vóór het onderzoek dient uw kind eet dieet zonder het verdachte voedingsmiddel te volgen. De arts geeft aan hoe lang van te voren u hiermee moet starten. Uw kind mag absoluut niet (producten met) het verdachte voedingsmiddel eten of drinken, dit kan namelijk de uitslag van de test beïnvloeden. Geef uw kind ook geen eten of drinken dat het nog niet eerder gehad heeft. Pas na overleg met de arts kunt u het voorgeschreven dieet eventueel veranderen.

In onderstaand schema staan medicijnen die de uitslag van de test kunnen beïnvloeden. Als uw kind één van deze medicijnen gebruikt, dan dient u drie dagen voor het onderzoek te stoppen met het toedienen van deze medicatie aan uw kind.

Acrivastine
Cyclizine
Kestine
Periactin
Aerius
Cyproheptadine
Ketotifen
Polaramine
Alimemazine
Desloratidine
Levocabastine
Primatour
Allerfre
Dexchloorfeniramine
Levocetirizine
Promethazine
Allergodil
Dimetindeen
Livocab
Semprex
Astalin
Diphenhydramine
Loratidine
Suprimal
Astemizole
Ebastine
Mebhydroline
Tavegil
Atarax
Emadine
Meclozine
Telfast
Azelastine
Emedastine
Mistalin
Terfenadine
Benadryl
Emesafene
Mizolastine
Tinset
Cetirizine
Fenistil
Mizollen
Triludan
Chloorcyclizine
Fexofenadine
Navicalm
Xyzal
Cinnarizine
Hismanal
Nedeltran
Zaditen
Clematine
Hydroxyzine
Oxatomide
Zyrtec
Claritine
--
--
--

Op de dag van het onderzoek

Afzeggen van het onderzoek

Voor het onderzoek is het belangrijk dat uw kind in goede lichamelijke conditie is. Het kan anders bij een reactie wellicht heftiger reageren. In sommige situaties is het verstandig te overleggen met de kinderverpleegkundige of kinderarts of de test kan doorgaan.

Neemt u contact op met kinderafdeling wanneer er sprake is van een situatie die vermeld staat in onderstaand schema:
In afgelopen 48 uur deze klacht(en) gehad:In afgelopen 72 uur deze medicatie gebruikt:In afgelopen 48 uur hogere dosering moeten innemen van:
  • Koorts (boven 38 °C) of;
  • Infectie (bijv. bovenste luchtweginfectie, maagdarminfectie) of;
  • Piepende ademhaling of;
  • Verergering van astma of;
  • Toename in eczeem of;
  • Maagdarmklachten (zoals misselijkheid, braken en diarree).
  • Antibiotica voor infecties
  • Atrovent®
    (=ipratropium)
  • Berodual®,
  • Bricanyl®
    (=terbutaline)
  • Flixotide®
    (=fluticason)
  • Oxis®
    (=formoterol)
  • Pulmicort®
    (=budesonide)
  • Qvar®
    (=beclomethason)
  • Seretide®
    (=flixotide + salmeterol)
  • Serevent®
    (=salmeterol)
  • Symbicort®
    (=budesonide + formoterol),
  • Ventolin®
  • Airomir
    (=Salbutamol)

Let op: wanneer uw kind bovenstaande medicatie dagelijks gebruikt, dan moet uw kind dit blijven doen. Alleen wanneer uw kind extra heeft moeten gebruiken, neemt u contact met ons op. De kinderafdeling is 24 uur per dag bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 92 96.

Het onderzoek

Uw kind wordt twee keer, op verschillende dagen, in het ziekenhuis opgenomen. Het onderzoek duurt per keer minimaal zes uur. Als er reacties optreden bij uw kind, kan het zijn dat uw kind langer in het ziekenhuis moet blijven voor observatie.

Op de dag van het onderzoek meldt u zich met uw kind op de afgesproken tijd op kinderafdeling B0. De kinderverpleegkundige die voor uw kind zorgt, verwelkomt u op de afdeling. Hij/zij controleert zo nodig eerst de temperatuur, bloeddruk, hartslag en ademhaling van uw kind. Tevens zal de kinderverpleegkundige een korte vragenlijst met u doornemen. Hierna begint de test.

U geeft uw kind testvoeding in zes of acht keer. Afhankelijk van de te testen voeding krijgt u w kind een pannenkoek of cake. Tussen de voedingen zit telkens 20 tot 30 minuten. Uw kind krijgt per keer een grotere hoeveelheid voeding. Na het geven van de laatste voeding, blijft uw kind nog minimaal twee uur in het ziekenhuis zodat wij kunnen observeren of er nog allergische reacties optreden.

De tijd tussen de twee opnamedagen is minimaal een week.

Na het onderzoek

Als de observatieperiode voorbij is, mag uw kind weer naar huis. U krijgt een formulier mee waarop u de eventueel optredende reacties bij uw kind kunt noteren. Wij verzoeken u dit formulier bij uw volgende bezoek aan het ziekenhuis weer mee te nemen.

Als uw kind binnen 48 uur na de test duidelijke klachten krijgt, dan dient u contact op te nemen met de arts/kinderverpleegkundige van het ziekenhuis op telefoonnummer (0314) 32 92 96. Deze zal u zo nodig vragen om op consult te komen.

Thuis dient u zich nog strikt aan het dieet te houden tot en met de afspraak voor de uitslag.

Uitslag van het onderzoek

De uitslag van de test bespreekt de kinderarts met u tijdens de volgende afspraak op de polikliniek Kindergeneeskunde (begane grond, route 114). Afhankelijk van de testuitslag, spreekt de arts met u af om door te gaan met het dieet of dat u hiermee kunt stoppen. U ontvangt hiervoor nadere mondelinge en schriftelijke richtlijnen.

Vragen

Bij vragen, twijfel en/of optredende reacties thuis, kunt u altijd contact met ons opnemen. Binnen kantooruren kunt u de polikliniek Kindergeneeskunde bellen op telefoonnummer (0314) 32 95 92. Buiten kantooruren kunt u bellen met de kinderafdeling op telefoonnummer (0314) 32 92 96.

Hoe gaan wij om met vertrouwelijke gegevens van uw kind
Zodra uw kind in het ziekenhuis komt, leggen wij persoonlijke gegevens over hem/haar digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die uw kind behandelt en de zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn mogen deze gegevens inzien. U mag de gegevens van uw kind inzien als uw kind jonger is dan 12 jaar. Is uw kind 12 jaar of ouder, dan moet uw kind hiervoor toestemming geven.

Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', vraag ernaar bij uw zorgverlener). De kinderartsen vinden dat ook artsen die werkzaam zijn bij het consultatiebureau alle belangrijke medische informatie over uw kind moeten hebben. Deze informatie wordt daarom standaard doorgestuurd aan de arts van het consultatiebureau en zo nodig de schoolarts. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dat mondeling én schriftelijk kenbaar maken bij de kinderarts die uw kind behandeld.

Daarnaast kunnen de huisarts, de huisartsenpost en de apotheker een samenvatting van de medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder 'Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).




Foldernummer: dec 23