Algemeen
Binnenkort krijgt uw kind een orale glucose tolerantietest (OGTT). Met deze test kijken we of de suikerstofwisseling van uw kind goed werkt. Zo kunnen we vaststellen of uw kind een (beginnende) suikerziekte heeft. In deze folder leest u wat u en uw kind van deze test kunnen verwachten.
Suikerspiegel
De suikerspiegel in het bloed wordt geregeld door een aantal hormonen. Insuline is hiervan de belangrijkste. Als de suikerspiegel stijgt, door het eten of drinken van producten met suiker, zorgt insuline ervoor dat de bloedsuiker niet te veel stijgt. Bij (beginnende) suikerziekte wordt er te weinig insuline aangemaakt en daalt de suikerspiegel niet genoeg na eten of drinken.
OGTT
Met een orale glucose tolerantietest wordt onderzocht of de suikerstofwisseling van uw kind goed werkt. Tijdens de test krijgt uw kind suikerwater te drinken. Daarna worden de glucosewaardes in het bloed van uw kind gemeten. Deze waarde mag niet te veel stijgen.
Voorbereiding
Opname
Uw kind verblijft voor deze test een ochtend in het Slingeland Ziekenhuis. U blijft gedurende het hele onderzoek bij uw kind.
Nuchter
Voor deze test moet uw kind nuchter zijn. Dit betekent dat uw kind de avond vóór de test vanaf 24.00 uur niet meer mag eten en drinken. Uw kind mag wel onbeperkt water drinken.
Medicijnen
Dagelijkse medicijnen kunnen na de test worden ingenomen.
Kleding
Zorg dat uw kind op de dag van het onderzoek gemakkelijk zittende kleding draagt.
Ziek of kinderziektes
De test kan niet doorgaan als uw kind:
- zich niet lekker voelt
- koorts heeft boven de 38°C;
- een kinderziekte heeft of in contact is geweest met kinderen met kinderziekten.
Neemt u in bovenstaande gevallen contact op met de kinderafdeling, telefoonnummer (0314) 32 92 96.
Meenemen
Neem eventueel muziek, iPad/tablet of een boek mee, waar uw kind zich tijdens de test mee kan vermaken.
Uw kind voorbereiden
Om uw kind voor te bereiden op het onderzoek, kunt u uw kind vertellen dat:
- hij/zij een ochtend naar het ziekenhuis gaat voor een test en dat u erbij blijft;
- hij/zij voor en tijdens de test niets mag eten en drinken, behalve water;
- hij/zij rustig op bed moet liggen, maar wel mag lezen, spelen, op eigen iPad bezig mag zijn, naar muziek mag luisteren of tv kan kijken;
- hij/zij pleisters met verdovende zalf krijgt aan de binnenkant van de ellebogen en/of op de handen;
- hij/zij een prik krijgt om het infuus (dun plastic buisje) in te brengen en de kinderverpleegkundige daaruit steeds een beetje bloed afneemt;
- hij/zij suikerwater te drinken krijgt wat erg zoet is en hier mogelijk wat misselijk van wordt;
- het infuus na het onderzoek weggehaald wordt;
- hij/zij na de test weer mag eten en drinken en naar huis mag als de kinderverpleegkundige het goed vindt.
Verloop van het onderzoek
Op de kinderafdeling krijgt uw kind aan de binnenkant van beide ellebogen of op de handen een pleister met verdovende zalf aangebracht. Na het inwerken van deze zalf, brengt de kinderverpleegkundige of de kinderarts in de behandelkamer een infuusnaald in de arm of in de hand. Er wordt dan ook wat bloed afgenomen. Daarna krijgt uw kind suikerwater te drinken met het verzoek dit binnen 10 minuten op te drinken. Het suikerwater is erg zoet en daardoor niet zo lekker. Tijdens de test ligt uw kind op bed.
Twee uur na het innemen van het suikerwater neemt de kinderverpleegkundige bloed af via een apart kraantje dat aan het infuus is gekoppeld. Na afloop van de test verwijdert de kinderverpleegkundige het infuus.
De test duurt 2 uur. Inclusief voorbereiding verblijft uw kind in totaal ongeveer 3 uur in het ziekenhuis.
Na de test
Na de test mag uw kind weer eten en drinken en eventueel zijn of haar medicijnen innemen. De kinderverpleegkundige geeft aan wanneer u met uw kind naar huis kan gaan.
Bijwerkingen
Het suikerwater is erg zoet, daardoor kan uw kind wat misselijk worden. Dit verdwijnt vanzelf weer.
Uitslag
De behandelend kinderarts bespreekt met u de uitslag van de test tijdens een (telefonische) afspraak. Na het onderzoek wordt hiervoor een afspraak gemaakt. Het duurt ongeveer een week voordat de uitslag van de test bekend is.
Vragen
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Neem dan contact op met de secretaresse van de polikliniek Kindergeneeskunde, telefoonnummer (0314) 32 95 92.
Hoe gaan wij om met vertrouwelijke gegevens van uw kind
Zodra uw kind in het ziekenhuis komt, leggen wij persoonlijke gegevens over hem/haar digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die uw kind behandelt en de zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn mogen deze gegevens inzien. U mag de gegevens van uw kind inzien als uw kind jonger is dan 12 jaar. Is uw kind 12 jaar of ouder, dan moet uw kind hiervoor toestemming geven.
Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', vraag ernaar bij uw zorgverlener). De kinderartsen vinden dat ook artsen die werkzaam zijn bij het consultatiebureau alle belangrijke medische informatie over uw kind moeten hebben. Deze informatie wordt daarom standaard doorgestuurd aan de arts van het consultatiebureau en zo nodig de schoolarts. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dat mondeling én schriftelijk kenbaar maken bij de kinderarts die uw kind behandeld.
Daarnaast kunnen de huisarts, de huisartsenpost en de apotheker een samenvatting van de medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).