AlgemeenBinnenkort krijgt uw kind een groeihormoontest. Met deze test willen we aantonen of uw kind een tekort aan groeihormoon heeft. In deze folder leest u wat u en uw kind van deze test kunnen verwachten.
GroeihormoontekortIn een botholte onder de hersenen ligt de klier hypofyse. Deze klier heeft de grootte van een erwt. De hypofyse produceert verschillende hormonen, waaronder groeihormoon. Het groeihormoon speelt een belangrijke rol bij de groei en het op peil houden van onder meer het kalkgehalte in de botten, de hoeveelheid vetweefsel en het suikergehalte in het bloed. Wanneer de hypofyse niet of onvoldoende werkt, ontstaat er een tekort aan groeihormoon.
GroeihormoontestMet een groeihormoontest kan worden onderzocht of het lichaam van uw kind voldoende groeihormoon aanmaakt. Tijdens deze test neemt uw kind Clondine, in de vorm van een pil, in. Het toedienen van dit medicijn prikkelt de hypofyse om het groeihormoon af te geven.
Indien uw kind voldoende groeihormoon aanmaakt, stijgt het groeihormoongehalte na toediening van de Clonidine. Bij kinderen met een groeihormoonstoornis loopt de hormoonproductie niet of nauwelijks op na toediening van het medicijn.
Bij kinderen in de pre-puberteitsleeftijd (8 tot 12 jaar) worden meer geslachtshormonen door het lichaam afgegeven. Deze hormonen hebben invloed op de afgifte van het groeihormoon en daarmee ook op de uitslag van de test. Om die reden krijgen meisjes vanaf 8 jaar en jongens vanaf 9 jaar enkele dagen voor de test geslachtshormonen toegediend.
Indien dit bij uw kind van toepassing is, heeft u hiervoor een medicatieschema gekregen. Het recept is naar uw apotheek verzonden.
Voorbereiding
Opname Uw kind verblijft voor deze test een ochtend in het Slingeland Ziekenhuis. U blijft gedurende het hele onderzoek bij uw kind.
NuchterVoor deze test moet uw kind nuchter zijn. Dit betekent dat uw kind de avond vóór de test vanaf 24.00 uur niet meer mag eten en drinken. Uw kind mag wel onbeperkt water drinken.
MedicijnenUw behandelend kinderarts bespreekt met u of uw kind voor de test tijdelijk moet stoppen met medicijnen.
KledingZorg dat uw kind op de dag van het onderzoek gemakkelijk zittende kleding draagt.
Ziek of kinderziektesDe test kan niet doorgaan als uw kind:
- zich niet lekker voelt;
- koorts heeft boven de 38°C;
- een kinderziekte heeft of in contact is geweest met kinderen met kinderziekten.
Neemt u in bovenstaande gevallen contact op met de kinderafdeling, telefoonnummer (0314) 32 92 96.
MeenemenNeem eventueel muziek, iPad/tablet of een boek mee, waar uw kind zich tijdens de test mee kan vermaken.
Uw kind voorbereidenOm uw kind voor te bereiden op het onderzoek, kunt u uw kind vertellen dat:
- hij/zij een ochtend naar het ziekenhuis gaat voor een test en dat u erbij blijft;
- hij/zij voor en tijdens de test niets mag eten en drinken, behalve water;
- hij/zij rustig op bed moet liggen, maar wel mag lezen, spelen, op eigen iPad bezig mag zijn, naar muziek mag luisteren of tv kan kijken;
- hij/zij pleisters met verdovende zalf krijgt aan de binnenkant van de ellebogen en/of op de handen;
- hij/zij een prik krijgt om het infuus (dun plastic buisje) in te brengen en de kinderverpleegkundige daaruit steeds een beetje bloed afneemt en een band om zijn/haar arm oppompt en weer leeg laat lopen om de bloeddruk te meten;
- hij/zij een aantal pilletjes moet slikken;
- hij/zij van de pilletjes slaperig wordt en daarom in bed moet liggen;
- het infuus na het onderzoek weggehaald wordt;
- hij/zij na de test weer mag eten en drinken en naar huis mag als de kinderverpleegkundige het goed vindt.
Verloop van het onderzoekOp de kinderafdeling krijgt uw kind aan de binnenkant van beide ellebogen of op de handen een pleister met verdovende zalf aangebracht. Na het inwerken van deze zalf, brengt de kinderverpleegkundige of de kinderarts in de behandelkamer een infuusnaald in de arm of in de hand. Er wordt dan ook wat bloed afgenomen. Daarna krijgt uw kind pilletjes Clonidine om in te nemen.
Na het innemen van het medicijn, neemt de kinderverpleegkundige op verschillende tijdstippen bloed af om de hoogte van het groeihormoon te bepalen. Deze bloedafname gebeurt via een apart kraantje dat aan de infuusslang is gekoppeld.
Tijdens de test ligt uw kind op bed. Na afloop van de test verwijdert de kinderverpleegkundige het infuus.
De test duurt ongeveer 3 uur. Inclusief voorbereiding verblijft uw kind in totaal ongeveer 5 uur in het ziekenhuis.
Na de test Na de test mag uw kind weer eten en drinken en eventueel zijn of haar medicijnen innemen. De kinderverpleegkundige geeft aan wanneer u met uw kind naar huis kan gaan.
Bijwerkingen Ongeveer 30 minuten na het innemen van het medicijn kan de bloeddruk van uw kind dalen. Dit kan twee tot vier uur aanhouden. Daarom meten we tijdens de test regelmatig de bloeddruk. Uw kind kan ook slaperig worden en soms wat duizelig zijn. U hoeft zich geen zorgen te maken, dit verdwijnt na een aantal uren.
Uitslag De behandelend kinderarts bespreekt met u de uitslag van de test tijdens een (telefonische) afspraak. Na het onderzoek wordt hiervoor een afspraak gemaakt. Het kan 4 weken duren voordat de uitslag van de test bekend is.
VragenHeeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Neem dan contact op met de secretaresse van de polikliniek Kindergeneeskunde, telefoonnummer (0314) 32 95 92.