Algemeen
Binnenkort krijg je een kaakoperatie. Deze behandeling wordt uitgevoerd door de kaakchirurg. In deze folder lees je meer informatie over de voorbereiding en het verloop van de behandeling en over het herstel erna. Lees de informatie goed door, zodat je weet wat je kunt verwachten.
Als je nog vragen hebt na het lezen van de folder, adviseren wij je om deze vragen op te schrijven en te bespreken met je behandelend arts. Het is raadzaam om je ouder(s) mee te nemen naar dit gesprek.
Waarom een kaakoperatie
Als een afwijking in de stand van de tanden en de kiezen tot klachten leidt, volgt er meestal een behandeling door een orthodontist. Wanneer er grote verschillen zijn tussen de stand, de vorm en de afmeting van de boven- en onderkaak, dan kan aanvullend een operatie door een kaakchirurg nodig zijn. De kaakchirurg zet de kaken in de goede stand, met als doel een goede functie van het gebit en symmetrie van het gezicht te krijgen.
Keuze voor soort operatie
Er zijn drie soorten kaakoperaties mogelijk:
- Verplaatsing van de bovenkaak
- Verplaatsing van de onderkaak (BSSO)
- Verplaatsing van beide kaken (BIMAX)
Meestal worden de verstandskiezen ook verwijderd tijdens de operatie.
De kaakchirurg en de orthodontist maken samen op basis van röntgenfoto’s, gebitsmodellen en lichtfoto’s een behandelplan. Het definitieve plan voor de operatie wordt vastgesteld nadat alle bijzonderheden over de operatie, het verblijf in het ziekenhuis en de herstelperiode met jou en jouw ouders zijn besproken. Indien de machtiging van de verzekering is goedgekeurd, kom je op de wachtlijst voor de operatie.
Voorbereiding op de operatie
Vaak is het nodig dat de orthodontist de tanden en kiezen voor de operatie in een rechte lijn brengt. In dat geval moet je voor een periode van 1 tot 2 jaar (soms langer) een vaste beugel dragen. Deze beugel blijft tijdens en na de operatie zitten. De orthodontist bepaalt hoe lang de beugel na de operatie nog gedragen moet worden. Voorafgaand aan de operatie krijg je van de orthodontist haken aan je beugel (surgical hooks).
Enkele weken voor de operatie moeten er vaak nog afdrukken van het gebit gemaakt worden voor de gebitsmodellen. Op basis van het gebitsmodel bepaalt de kaakchirurg de nieuwe stand van de kaak.
De operatie
Op de dag van de operatie word je opgenomen op de Kinderafdeling. Een kinderverpleegkundige brengt je samen met een medisch pedagogisch zorgverlener naar de operatiekamer. Eén ouder mag erbij zijn wanneer je onder narcose wordt gebracht.
In de operatiekamer brengt de anesthesioloog of de anesthesiemedewerker een infuus in een ader van je arm of hand. Via het infuus krijg je een narcosemiddel toegediend. Hierdoor val je in een diepe slaap. Tijdens de operatie krijg je via het infuus medicatie tegen de pijn en eventueel tegen de misselijkheid.
Tijdens de operatie wordt de kaak verlengd, ingekort of gedraaid. De operatie vindt plaats via openingen in het tandvlees. Er komen dus geen zichtbare littekens aan de buitenkant van het gezicht. Na verplaatsing van de kaak worden de botdelen direct met kleine schroeven en platen in de goede stand vastgezet. Deze schroeven en platen hoeven later niet meer verwijderd te worden.
Met elastiekjes worden de kaken tijdelijk op elkaar gezet. In de meeste gevallen worden er na de operatie elastieken tussen de onder- en bovenbeugel geplaatst. Deze elastieken blijven zitten zolang je een beugel draagt. Dit geeft de kaken de rust die nodig is voor het herstel van het kaakbot.
Na de operatie in het ziekenhuis
Zwelling
Na de operatie is het gezicht gezwollen. Hoe de zwelling verloopt, verschilt per persoon. De zwelling is vaak na ongeveer 48 uur het hevigst. In de eerste weken na de operatie neemt de zwelling af. In sommige gevallen blijft het gezicht enkele weken tot maanden wat opgezet. Om zwelling zoveel mogelijk te beperken, krijg je na de operatie een ijskraag (coldpack) om de onderkaak. De kou kan ook pijnstillend werken. De ijskraag kun je thuis nog een paar dagen gebruiken.
Het helpt ook om de eerste dagen na de operatie je hoofd zoveel mogelijk rechtop te houden, uit bed te gaan en te bewegen. Ook is het belangrijk om je mond goed te verzorgen. Hier lees je meer over bij ‘Leefregels en adviezen voor thuis’.
Pijn
De één ervaart meer pijn dan de ander na een kaakoperatie. Soms wordt het ongemak genoemd, door de zwelling die optreedt. Een ander heeft meer pijn. Vooral na een onderkaakcorrectie kan er pijn ontstaan bij de kaakgewrichten.
Op de operatiedag krijg je standaard pijnstillers toegediend, onder andere via het infuus. Soms krijg je ook een morfinepomp. Geef na de operatie bij de kinderverpleegkundige aan als je pijn hebt. De kinderverpleegkundige kan je voorzien van (extra) pijnstilling.
Misselijkheid
Na de operatie kun je je misselijk voelen. Dit kan komen doordat er tijdens en na de operatie wat bloed in je neus of mond terecht kan komen. Slik het bloed niet door, maar spuug het uit. Als je veel last hebt van misselijkheid, kan de kinderverpleegkundige je hier iets voor geven.
Verkleuring van de kaak
De kaak kan na de operatie blauw/geel van kleur zijn. Deze verkleuring zakt na een paar dagen richting de borst.
Praten
Je kunt direct na de operatie weer praten. Het praten gaat iets moeilijker dan normaal. Vooral als de boven- en onderkaak met elastiekjes aan elkaar zijn vastgezet. Dit herstelt doorgaans snel.
Eten en drinken
Na de operatie kun je de eerste weken alleen vloeibare voeding gebruiken. Het is belangrijk dat je na de operatie voldoende vocht binnenkrijgt. Een jongere heeft ongeveer 1,5 tot 2 liter vocht per 24 uur nodig. Bij ‘Leefregels en adviezen voor thuis’ lees je meer over welke voeding je de komende tijd thuis kunt gebruiken.
Bloedneus
Na een operatie aan de bovenkaak kun je nog enkele weken last krijgen van een bloedneus. Dit kan gebeuren doordat er een opening is ontstaan naar de neusbijholte. Het is daarom belangrijk dat je de eerste drie weken je neus niet snuit. Je neus ophalen mag wel. Om je neus goed open te houden kun je de eerste 5 dagen xylomethazoline neusspray gebruiken. Deze krijg je mee als je naar huis mag. De kaakchirurg legt uit hoe vaak je de neusspray mag gebruiken.
Gevoel in lippen en/of kin
Na de operatie is het gevoel in je lip(pen) en/of kin anders. De één heeft hier meer last van dan de ander. De lip(pen) en/of kin kan verdoofd aanvoelen of je kunt last hebben van tintelingen. Dit gevoel kan enkele maanden aanhouden. Een klein deel van de patiënten (ongeveer 5 procent) blijft het gevoel in de lip(en) en/of kin anders.
Bezoek in het ziekenhuis
We adviseren om alleen naaste familieleden op bezoek te laten komen in het ziekenhuis. De meeste jongeren hebben na deze operatie weinig behoefte aan bezoek. Je slaapt veel en hebt veel rust nodig.
Naar huis
De dag na de operatie ga je naar de polikliniek Kaakchirurgie voor controle. Daarna mag je in principe naar huis. Op de afdeling krijg je uitleg over de leefregels voor thuis, zoals het gebruik van pijnstilling, voeding en mondverzorging.
Leefregels en adviezen voor thuis
Pijnstilling
Thuis mag je 3 keer per dag brufen gebruiken en 4 keer per dag paracetamol, verdeeld over de dag. De kinderverpleegkundigen geeft de dosering en de tijdsstippen voor de pijnstilling door als je naar huis gaat. Vaak wordt de pijn na 3 tot 4 dagen minder. Hoe lang het nodig is om pijnstilling te gebruiken, verschilt per persoon.
Eten en drinken
Kauwen is vaak lastig na een kaakoperatie. De eerste 3 á 4 weken na de operatie kun je alleen vloeibare voeding gebruiken. Omdat je juist na een operatie voldoende voedingsstoffen binnen moet krijgen, is het belangrijk dat de vloeibare voeding veel calorieën en eiwitten bevat.
De vloeibare voeding bestaat daarom uit verdunde en gepureerde (warme) maaltijden, pap, melkdrank en vruchtensap. Door je voeding te pureren is de hoeveelheid vaak groot, maar de voedingswaarde laag. Daarnaast kan het lastig en vermoeiend zijn om te drinken. Gebruik om die reden meerdere kleine maaltijden per dag, bijvoorbeeld: 3 hoofdmaaltijden en 3 tot 6 kleine maaltijden tussendoor.
Na 3 tot 4 weken kun je weer zachte producten eten. Na 6 weken mag je weer normaal en alle producten eten. De kaken kunnen nog wel wat stijf zijn.
In de bijlage achterin deze folder vind je aanvullende informatie en adviezen over voeding na een kaakoperatie.
Gewicht
Het is na de operatie belangrijk dat je op het juiste lichaamsgewicht blijft. Ga daarom 1 keer per week op de weegschaal staan om je gewicht te controleren. Het kan gebeuren dat je te veel afvalt. Als je binnen een maand meer dan 5 procent van je gewicht verliest, dan neem je contact op met je behandelend arts. Voorbeeld: als je 70 kilo weegt, dan mag je niet meer afvallen dan 3,5 kilo. Je behandelend arts verwijst je indien nodig naar een diëtist.
Mondverzorging
Het is belangrijk dat je na de operatie je mond dagelijks goed reinigt. Dit helpt de genezing van de wond en voorkomt infecties, tandbederf en tandvleesontstekingen
Ondanks de zwelling in het gezicht en de hechtingen in de mond, is het mogelijk om je mond goed te reinigen. Reinig je mond 5 keer per dag. Dat wil zeggen: poets je tanden na iedere maaltijd en voor het slapengaan en spoel je mond tussendoor nog twee keer met Perio Aid. Met dit middel verzorg je het wondgebied, het gebit, de orthodontistische apparatuur en de lippen.
Volg bij de mondverzorging de volgende adviezen:
Tandenborstel
Gebruik bij voorkeur een kleine zachte tandenborstel met haren die dicht op elkaar staan (bijvoorbeeld een babytandenborstel). Je krijgt een tandenborstel mee uit het ziekenhuis als je naar huis gaat.
Tandenpoetsen
Begin voor in de mond met kleine ronddraaiende en masserende bewegingen over het tandvlees en ga zo ver mogelijk naar achteren. Ga daarna met dezelfde bewegingen terug naar voren, maar nu over de tanden en het metaalwerk. Ga zo de hele mond door.
Tandpasta
Gebruik tandpasta met fluoride.
Mond spoelen met Perio Aid
Spoel de mond 2 x per dag met Perio Aid. Perio Aid heeft een anti-tandplaque werking en helpt ontstekingen in de mond te bestrijden en te voorkomen. Deze mondspoeling is vrij van alcohol waardoor je geen last zult hebben van prikkende wondjes.
Je schenkt 15 ml van het Perio-Aid mondspoelmiddel in het bijbehorende dopje. Vervolgens spoel je gedurende 30 seconden de mond en spuug je het daarna uit. Niet doorslikken! Gedurende 30 minuten na het spoelen mag je niet eten of drinken. Dit doe je twee keer per dag tot de fles op is (ongeveer 3 weken). Een bijwerking van de Perio Aid is dat het een branderig gevoel kan geven op de tong.
Gebruik vaseline
Je kunt je gezwollen lippen soepel houden met vaseline. Hierdoor kan je je mond makkelijker en zonder problemen openen. Je voorkomt zo uitdroging.
Herstel
De meeste mensen kunnen na een kaakoperatie na 2 tot 3 weken de normale bezigheden weer hervatten, zoals school en voorzichtig sporten (zoals zwemmen en fitnessen). Je mag pas na 6 weken weer een contactsport uitoefenen.
Nacontrole
Een week na de operatie kom je voor een controle-afspraak bij de kaakchirurg. De elastieken worden dan wat losser gedaan. Als je ook een plaatje voor in je mond hebt gekregen, dan wordt deze dan verwijderd. Ook worden er röntgenfoto’s gemaakt van de kaak. In sommige gevallen is deze controle-afspraak bij de orthodontist in plaats van de kaakchirurg. De weken daarna heb je meerdere controle-afspraken bij de orthodontist. Hij/zij controleert de stand van de kaak en de mondhygiëne. De orthodontist beslist hoe lang deze controle-afspraken nodig zijn.
Complicaties
Een probleem dat na lange tijd kan optreden, is dat je een beetje overbeet krijgt. Dit is niet altijd te voorkomen.
Problemen of vragen na de opname
Neem bij problemen of vragen na de opname in het ziekenhuis contact op met de MKA-groep: 088 190 190 1.
Vragen voor de behandeling
Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan voordat je wordt opgenomen aan de behandelend arts. Je kunt bellen met:
- MKA-groep: 088 190 190 1
- Kinderafdeling B0: (0314) 32 92 96.
Hoe gaan wij om met vertrouwelijke gegevens van uw kind
Zodra uw kind in het ziekenhuis komt, leggen wij persoonlijke gegevens over hem/haar digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die uw kind behandelt en de zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn mogen deze gegevens inzien. U mag de gegevens van uw kind inzien als uw kind jonger is dan 12 jaar. Is uw kind 12 jaar of ouder, dan moet uw kind hiervoor toestemming geven.
Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', vraag ernaar bij uw zorgverlener). De kinderartsen vinden dat ook artsen die werkzaam zijn bij het consultatiebureau alle belangrijke medische informatie over uw kind moeten hebben. Deze informatie wordt daarom standaard doorgestuurd aan de arts van het consultatiebureau en zo nodig de schoolarts. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dat mondeling én schriftelijk kenbaar maken bij de kinderarts die uw kind behandeld.
Daarnaast kunnen de huisarts, de huisartsenpost en de apotheker een samenvatting van de medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).
Bijlage
Voedingsadviezen na een kaakoperatie
De eerste 3 á 4 weken na de operatie kun je alleen vloeibare voeding gebruiken. Omdat je juist na een operatie voldoende voedingsstoffen binnen moet krijgen, is het belangrijk dat de voeding veel calorieën en eiwitten bevat.
In deze bijlage lees je hoe je vloeibare voeding kunt afbouwen en een aantal voedingsadviezen voor voeding na een kaakoperatie.
Afbouwen van vloeibare voeding
De eerste weken kan je alleen vloeibare voeding gebruiken. Dit kun je langzaam afbouwen. Volg hiervoor de volgende stappen:
- De eerste 1,5 week zitten de elastiekjes zo strak, dat je alle voeding via een rietje of tuitbeker moet drinken. De voeding moet daarvoor dun genoeg zijn. Het beste kun je de voeding eerst in de blender fijnmaken en daarna nog zeven.
- Na 1,5 week is het voldoende om alleen de voeding in de blender fijn te maken.
- Na twee weken kun je de voeding met een lepel eten.
- Na ongeveer 3 weken mag je overgaan op geprakte voeding. Je kunt hiervoor een staafmixer gebruiken.
Bovengenoemde stappen zijn een leidraad. Het tijdspad kan per persoon verschillen: de één kan eerder geprakte voeding eten dan de ander.
Een goede dagvoeding kan bestaan uit
Ontbijt
| 1 schaaltje pap, vla of drinkontbijt 1 glas vruchtensap of vruchtensmoothie
|
Halverwege de ochtend
| 1 glas vruchtensap of melkproduct 1 schaaltje pap of 1 glas drinkontbijt
|
Middagmaaltijd
| 1 portie warme maaltijd 1 schaaltje vla of soep
|
Halverwege de middag
| 1 glas milkshake 1 glas vruchtendrank
|
Avondeten
| 1 portie warme maaltijd 1 glas kwarkdrank (verderop in de folder vindt u het recept)
|
Halverwege de avond
| 1 glas (chocolade)melk 1 glas tomatensap of vruchtensap IJs, vruchtenmoes (bv. knijpzakje)
|
Dranken
De volgende dranken mag je gebruiken:
- Thee, vruchtensap, frisdrank, energierijke sportdrank.
- Koffie verkeerd: weinig koffie met veel volle melk.
- Volle melk, chocolademelk, anijsmelk, volle yoghurt, karnemelk met suiker, kant en klare yoghurtdrank.
- Milkshake voor 1 glas: 1 bolletje roomijs, ½ kopje melk, 2 eetlepels vruchtenlimonadesiroop, 2 eetlepels ongeklopte slagroom. In plaats van melk kan je ook yoghurt, kwark, karnemelk of yoghurtdrank in een milkshake verwerken.
- Bouillon, dit levert echter geen calorieën.
- Smoothie. Op internet vind je hiervoor een grote variatie aan recepten.
Broodmaaltijd
In plaats van brood kan je tijdelijk pap eten. Grovere papsoorten (bijvoorbeeld rijstepap of gortepap) maak je met een staafmixer gladder. Ook drinkontbijt is een vezelrijk alternatief voor brood. Drinkontbijt bevat vaak ook de nodige vitamines en mineralen. Vla, yoghurt of kwark kan je ook in plaats van brood eten. Deze alternatieven voor brood leveren echter geen voedingsvezels. Voedingsvezels zijn belangrijk voor een goede darmwerking en stoelgang.
Brood zonder korst kan ongeveer 3 tot 4 weken na de operatie met glad beleg (jam, smeerkaas, chocopasta, stroop).
Warme maaltijd
Zelf bereiden
Van vrijwel elke warme maaltijd kan je een vloeibare maaltijd maken. Gebruik hiervoor een staafmixer, handmixer met staafhulpstuk, stamper en een roerzeef of een keukenmachine. Je mixt de gare ingrediënten eerst met zo weinig mogelijk vocht tot een gladde massa. Daarna voeg je meer vocht toe om de gewenste dikte te krijgen. Gebruik kruiden en specerijen om de maaltijd op smaak te brengen.
Vlees laat zich moeilijk pureren. Vlees met weinig bindweefsel kan je het makkelijkst pureren. Voorbeelden hiervan zijn een bieflapje, gehakt, tartaar, kipfilet en visfilet, rookworst, braadworst. Bak het vlees niet te hard. Kook de groente goed gaar.
Door de warme maaltijd te malen en te verdunnen met jus, room, melk of bouillon, krijg je een grote hoeveelheid voedsel. Dit krijg je vaak niet in een keer op. Eet daarom twee keer per dag een warme maaltijd.
Kant-en-klare voeding
Je kunt er ook voor kiezen om kant-en-klare baby- of peutermaaltijden te eten, die bij de supermarkt of drogist te koop zijn. Deze kan je met kruiden en specerijen op smaak brengen en eventueel verdunnen met boter of room.
Voorkomen van gewichtsverlies
Om gewichtsverlies te voorkomen, kan je meer calorieën toevoegen aan je eten en drinken en het eten aantrekkelijker maken.
Tips om de voeding energierijker (calorierijker) te maken
- Extra suiker, Fantomalt of Resource Dextrine Maltose toevoegen aan dranken en voeding. Fantomalt en Resource Dextrine Maltose zijn minder zoet dan suiker. Je kunt hier meer van gebruiken. Deze producten zijn verkrijgbaar bij de drogist of apotheek.
- Extra (dieet)margarine, olie, boter, (zure)room toevoegen. Deze producten kan je bijvoorbeeld verwerken in pap, de warme maaltijd, in sauzen en toetjes.
- Dieetpreparaten gebruiken, bijvoorbeeld Nutridrink (Nutricia), Ensure plus (Abbott), Fresubin (Fresenius) of Resource energy (Néstle). Dit zijn 'drinkvoedingen', dat wil zeggen dranken waar veel calorieën, vitamines en mineralen in zitten. Deze dranken zijn er in verschillende smaken. De flesjes zijn verkrijgbaar bij de apotheek. In bepaalde omstandigheden vergoedt de zorgverzekeraar het gebruik van de drinkvoeding, bijvoorbeeld bij fors gewichtsverlies. Een arts en/of diëtist kan een machtiging voor vergoeding aanvragen. Neem hiervoor contact op met je behandelend arts.
- Gebruik maken van volle melkproducten zoals volle vla, slagroomvla, volle melk, roomyoghurt, Griekse of Turkse yoghurt (10% vet), volle kwark en milkshakes.
- Gebruik ook eens ijs of luchtige pudding zoals bavarois, chipolata en chocolademousse, opgeklopte slagroom.
Tips om het eten aantrekkelijker te maken
- Breng zoveel mogelijk variatie aan door verandering in kleur, geur, temperatuur en smaak (zoet, zuur, hartig).
- Gebruik aantrekkelijk serviesgoed om de voeding op te dienen.
- Gebruik hulpmaterialen om makkelijk(er) te kunnen drinken, zoals een beker met tuitje en een zo dik mogelijk rietje. Het drinken kost minder kracht als je een kort rietje gebruikt.
Vragen
Heb je na het lezen van deze voedingsadviezen nog vragen, dan kun je contact opnemen met een van de diëtisten. Zij zijn van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 09.00 uur en tussen 16.00 en 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 99 60. Spreek op andere tijden het antwoordapparaat in. Je wordt dan zo spoedig mogelijk teruggebeld.