Waarom een vochtbeperking?
U weet vast dat voldoende drinken belangrijk is. Maar er zijn ook redenen om juist minder te drinken (vochtbeperking). Als u dit advies krijgt, is dit meestal het gevolg van een minder goed functionerend orgaan. Bijvoorbeeld bij:
- Een verminderde pompfunctie van het hart (bij hartfalen)
- Een verminderde nier- of leverfunctie
- Een laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie)
Minder vocht drinken kan helpen om de organen minder te belasten en om klachten te voorkomen.
Het vochtadvies
Het verschilt per persoon hoeveel vocht u maximaal nog mag drinken. Uw arts bepaalt wat uw vochtadvies is.
Uw vochtadvies is maximaal .......................... ml per dag
|
Wat verstaan we onder 'vocht'?
In bijna alle voedingsmiddelen zit vocht. Maar alleen de volgende voedingsmiddelen worden als vocht gerekend:
- Alle dranken (water, thee, koffie, melk, limonade, frisdrank, alcohol, etc.)
- Alle vloeibare voedingsmiddelen die u eet met een lepel (soep, pap, vla, yoghurt, appelmoes, compote en ijs)
- ‘Vocht’ uit vaste voedingsmiddelen tellen niet mee (zoals jam, vocht in groente en vlees). Als u een vochtbeperking ’all-in’ voorgeschreven heeft gekregen van uw arts, tellen deze producten wel mee bij de totale vochtinname
- Een uitzondering hierop is fruit. Elke eerste stuk fruit telt niet mee. Elk volgend stuk fruit telt mee als 100 ml vocht. Heeft u een vochtbeperking ’all-in’ voorgeschreven gekregen? Dan telt u ook voor het eerste stuk fruit 100 ml vocht.
Vochtverdeling
Om te voorkomen dat u aan het einde van de dag niks meer kunt drinken, kunt u een planning maken met het aantal vochtmomenten per dag. Hieronder vindt u een uitgewerkt voorbeeld (bij maximaal 1500 ml vocht):
Tijdstip | Product | Hoeveelheid vocht |
Ontbijt | 1 kopje thee 1 schaaltje yoghurt | 150 ml 150 ml |
In de loop van de ochtend | 1 kopje koffie | 125 ml |
Lunch | 1 glaasje melk | 150 ml |
In de loop van de middag | 1 glaasje frisdrank Tweede stuk fruit | 150 ml 100 ml |
Warme maaltijd | 1 glaasje water 1 nagerecht | 150 ml 150 ml |
In de loop van de avond | 1 kopje thee 1 glaasje water | 150 ml 150 ml |
| Totaal | 1475 ml |
Praktische tips
- Meet thuis de inhoud van uw kopjes, glazen en schaaltjes na. Zo weet u hoeveel vocht u per kopje, schaaltje of glaasje binnenkrijgt. De inhoudsmaten kunt u achterin de folder noteren.
- Achterin de folder is ook een lege tabel te vinden waarin u uw eigen planning voor vochtverdeling kan maken.
- Het kan ook helpen om uw vochtinname na te meten. Zo houdt u meer overzicht. Zet in de ochtend een litermaat klaar op het aanrecht. Telkens als u iets gedronken heeft, vult u hetzelfde schaaltje, kopje of glaasje met water en schenkt dit in de litermaat. Aan het einde van de dag kunt u zien wat uw totale vochtinname is geweest.
- Er zijn ook verschillende mobiele apps waarmee u kunt bijhouden hoeveel u drinkt. Deze apps kunt u installeren op uw telefoon. Bijvoorbeeld: ’Mijn eetmeter’ van het Voedingscentrum, ’Waterherinnering’ of ’Hydrillo’.
- U kunt beter vaker per dag een klein beetje drinken dan een paar keer per dag een grote hoeveelheid. U kunt ervoor kiezen klein serviesgoed te gebruiken (kleinere kopjes, schaaltjes en glaasjes).
- Neem kleine slokjes of drink met een rietje.
- Voor het innemen van medicatie is ook vocht nodig. Houd er rekening mee dat u dit vocht meetelt. U kunt de medicatie ook innemen met de dranken of vloeibare producten die u al gepland had te drinken. Zo hoeft u geen extra vocht te gebruiken.
- Probeer tijdens de maaltijd niet teveel te drinken.
- Probeer vaker te kauwen. Door te kauwen komt er extra speeksel in uw mond en voelt het voedsel minder droog.
- Smeerbaar beleg op de boterham zorgt voor een minder droog gevoel in de mond. Zoals jam, smeerkaas, zuivelspread, groentespread, etc.
- Zout eten veroorzaakt dorst. Voeg daarom geen zout toe aan de maaltijden (lees meer hierover onder het kopje ’Dorstveroorzakers’).
Dorstveroorzakers
Suiker en zoetstof
- Suiker- en zoetstofrijke dranken zorgen vaak voor een dorstgevoel. Dit komt onder andere omdat het lichaam vocht nodig heeft om de suikers af te breken. Kies bij voorkeur voor minder zoete drankjes en neem bijvoorbeeld water (eventueel met een schijfje citroen of takje munt erin).
- Suiker- en zoetstofrijke dranken zijn onder andere koffie/thee met suiker, zoete melkproducten (chocolademelk, Optimel, Fristi), limonade, zero of light dranken (zoals Crystal Clear, cola light).
- Ook zoete etenswaren kunnen de dorstprikkel verergeren, zoals snoep, drop en ijs.
Zout
Zoute gerechten en zoutrijke producten zorgen voor een grote dorstprikkel. Denk hierbij aan:
- kruidenmengsel met zout erin (pakjes Honig/Knorr/kipkruiden/gehaktkruiden);
- bouillon;
- kant- en klaar producten (soep uit blik, magnetronmaaltijden);
- chips, gezouten nootjes en dergelijke.
Dorstlessers
- Het vochtig maken van uw mond en/of tong helpt bij het verminderen van het dorstgevoel. U kunt bijvoorbeeld sabbelen op een ijsklontje (=20 ml vocht) of een waterijsje nemen (= 30 ml vocht).
- U kunt eventueel ook wat fruit invriezen om op te sabbelen (bijv. een paar ingevroren druiven).
- Andere producten die dorstlessend zijn: zure melkproducten (zoals karnemelk en yoghurt), bittere dranken (zoals Bitter Lemon), fruit, zure vruchtensappen, pepermunt of kauwgom (suikervrij), zuurtjes, kauwgom of ijsklontjes.
- Na het eten ontstaan zuren in de mond. Deze zuren veroorzaken een droge mond. Poets bij voorkeur na de maaltijd uw tanden. Gebruik hierbij niet altijd tandpasta. Tandpasta droogt namelijk de slijmvliezen in de mond waardoor een droge mond kan ontstaan.
- Spoel de mond regelmatig met (citroen)water.
Vragen
Bij vragen kunt u contact opnemen met de diëtisten van het Slingeland Ziekenhuis. Zij zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8.00 en 9.00 uur en tussen 16.00 en 16.30 uur via (0314) 32 99 60.
Bijlage 1: inhoudsmaten noteren
Meet onderstaande inhoudsmaten af door middel van een maatbeker of een keukenweegschaal.
Product | Hoeveel vocht gaat erin? |
Koffiekopje | ............................ ml |
Theeglas | ............................ ml |
Waterglas | ............................ ml |
Dessertschaaltje | ............................ ml |
Soepkom | ............................ ml |
Bijlage 2: eigen planning maken (vochtverdeling)
Tijdstip | Hoeveelheid vocht nemen |
Ontbijt | ............................ ml |
In de loop van de ochtend | ............................ ml |
Lunch | ............................ ml |
In de loop van de middag | ............................ ml |
Warme maaltijd | ............................ ml |
In de loop van de avond | ............................ ml |
Totaal | .......................... ml |