Door ongewild urineverlies (urine-incontinentie) heeft u een grotere kans om te vallen. Doordat u voelt dat er urine dreigt weg te lopen, probeert u zo snel mogelijk de wc te bereiken. Dit gebeurt vaak gehaast en ondoordacht, waarbij het risico op vallen toeneemt.
Het is goed om te weten hoe u dit risico kunt verminderen.
Zorg er voor dat u:
- voldoende drinkt. U heeft per dag ongeveer 1,5 tot 2 liter vocht nodig. Verdeel het drinken over de dag, dan zal u ongeveer zes tot acht keer per 24 uur plassen.
- in beweging blijft. Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen is het advies om minimaal 5 dagen per week minstens een half uur matig intensief lichamelijk actief te zijn. U kunt hierbij denken aan een stevige wandeling, fietsen of tuinieren. Bent u lichamelijk beperkt? Beweeg dan zoveel als voor u mogelijk, eventueel met een hulpmiddel.
- kleding aantrekt waarbij het weinig tot geen moeite kost om dit los te maken en/of uit te trekken zodat u op tijd op de wc kan gaan zitten.
- er geen obstakels aanwezig zijn richting wc zoals bijvoorbeeld een kleed op de grond.
- goed ziet waar u loopt, mocht u in de nacht naar de wc willen. Zet uw bril op en/of doe het licht aan.
- geschikt verband heeft om urine op te vangen als u (dreigend) urine verliest. Dit verband (incontinentiemateriaal) zorgt ervoor dat uw kleding droog blijft. Als u dan moet plassen heeft u tijd om naar de wc te gaan. Als uw urineverlies langer duurt dan 2 maanden, krijgt u vaak het incontinentiemateriaal vergoed vanuit uw basisverzekering.
- op de juiste manier plast
Op de juiste manier plassen
- Laat uw onderkleding tot op de enkels zakken en plaats uw voeten en knieën iets uit elkaar.
- Ga ontspannen en rechtop op het toilet zitten, met de voeten plat op de grond. Lukt dit niet? Dan is het toilet te hoog en kunt u het beste een voetenbankje gebruiken.
- Ontspan uw bekkenbodemspieren, buik, billen en benen en plas rustig en volledig uit. Laat uw blaas zelf het werk doen. Meepersen helpt niet.
- Wanneer er geen urine meer komt, kantelt u rustig uw bekken een aantal keren voorover en achterover. Dit doet u door eerst een holle en dan een bolle onderrug te maken. Zo plast u ook de laatste restjes urine uit.
- Span tot slot de bekkenbodemspieren even goed aan en ontspan ze hierna weer. Voor vrouwen geldt: van voor naar achter afvegen en daarna pas opstaan.
|  |
Vormen van urine-incontinentie
Aandrang urine-incontinentie
Soms begint de blaas al met samentrekken zodra het eerste seintje aan de hersenen wordt gegeven dat de blaas gevuld is. Hierdoor neemt de druk in de blaas toe. Dit ervaart u als plotseling heftige (pijnlijke) aandrang, alsof de blaas erg vol zit. U kunt de behoefte om te plassen dan nauwelijks uitstellen. Als tijdens deze aandrang de druk in de blaas hoger wordt dan de druk in de sluitspieren, dan loopt de urine uit de blaas en is er sprake van incontinentie.
Inspannings-urine-incontinentie
De druk in de blaas neemt toe bij hoesten, niezen, persen, springen of bewegen. Als de druk in het lichaam toeneemt, neemt de druk in de blaas ook toe. De sluitspieren van de plasbuis moeten dan in staat zijn om harder te knijpen zodat er geen urine uit de blaas kan. Als u beschikt over goed functionerende sluitspieren, zal de urine opgehouden worden. Is dit niet het geval, dan is er sprake van inspannings- of stressincontinentie.
Soms is het probleem tijdelijk, maar vaak wordt deze incontinentie ernstiger naarmate u ouder wordt.
Urineverlies verminderen
U kunt uw bekkenbodem trainen. Bij het aanspannen van de bekkenbodem houdt u als het ware de plas of ontlasting op. U kunt deze oefeningen proberen:
- Span uw bekkenbodemspieren een tel aan en ontspan uw bekkenbodem een tel, herhaal dit.
- Span uw bekkenbodemspieren wat langer aan.
- Angst voor urineverlies kan er voor zorgen dat u vaker gaat plassen en minder gaat drinken. Probeer dit patroon te doorbreken.
- Gaat u altijd vóór u uit huis gaat naar het toilet? Probeer dit niet te doen, maar ga alleen bij aandrang.
- Drink minimaal 1,5 liter aan vocht per dag. Hoe meer u het drinken over de dag verdeelt, hoe prettiger dat is voor de blaas.
Verandering kost tijd en moeite!
Behandeling door een bekkenfysiotherapeut
Een bekkenfysiotherapeut kan u helpen bij klachten zoals ongewild verlies van urine, verhoogde aandrang tot plassen en moeizaam kunnen plassen. In veel gevallen zijn de klachten te verhelpen. Met oefeningen en voorlichting krijgt u meer controle over uw blaas en bekkenbodemspieren.
Afspraak maken
U kunt terecht bij een geregistreerde bekkenfysiotherapeut bij u in de buurt. U kunt zonder verwijzing een afspraak maken. Deze gespecialiseerde fysiotherapeut kunt u vinden via de zorgzoeker:
www.digih.nl Wilt u een afspraak maken met een bekkenfysiotherapeut van het Slingeland Ziekenhuis of heeft u vragen? Dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Fysiotherapie via telefoonnummer (0314) 32 93 83. U kunt ook aan de balie van de polikliniek een afspraak maken. Volg hiervoor in het ziekenhuis route 84 naar Fysiotherapie.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.