Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Dialyse-afdeling

Peritoneaal dialyse

Peritoneaal dialyse

Informatiemap

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Inleiding

Deze informatiemap is ontwikkeld voor (aankomende) peritoneaal dialysepatiënten (PD-patiënten). Binnenkort start u met trainingen om u voor te bereiden om zelfstandig te dialyseren. Deze trainingen vinden poliklinisch plaats of bij u thuis.

In deze informatiemap kunt u alle informatie die u op dialyse-afdeling en tijdens de trainingen krijgt, nog eens nalezen. U leest in deze map wat peritoneaal dialyse inhoudt en welke voorbereidingen u moet treffen om thuis zelfstandig te kunnen dialyseren. Ook vindt u informatie over hygiënemaatregelen en mogelijke complicaties die kunnen optreden. Verder leest u over voeding, sporten en op vakantie gaan met peritoneaal dialyse.

Daarnaast kunt u in deze map uw formulieren, folders en afsprakenkaart bewaren. Ook kunt u aantekeningen maken, bijvoorbeeld vragen die u wilt stellen tijdens een volgende training of bezoek aan de dialyse-afdeling.

Om ervoor te zorgen dat u zoveel mogelijk profijt heeft van deze patiënteninformatiemap, is het belangrijk dat u deze map bij elk bezoek aan de polikliniek in het Slingeland Ziekenhuis meeneemt.


Inhoudsopgave


1. Adressen en telefoonnummers

2. Peritoneaal dialyse
2.1 Wat is peritoneaal dialyse?
2.2 Vormen van peritoneaal dialyse: CAPD en APD
2.3 Voor- en nadelen van peritoneaal dialyse
2.4 Spoelvloeistof

3. Voorbereidingen thuis
3.1 Wisselruimte
3.2 Levering materialen
3.3 Vergoedingen bij peritoneaal dialyse

4. Het plaatsen van een peritoneale dialysekatheter
4.1 Wat is een peritoneale dialysekatheter?
4.2 Voorbereiding op de operatie
4.3 Duur opname
4.4 Het verloop van de operatie
4.5 Na de operatie
4.6 Naar huis
4.7 Bijwerkingen
4.8 Controle-afspraken in het ziekenhuis

5. Verzorging van de huidpoort

6. Trainingen
6.1 Inhoud trainingen
6.2 Checklist CAPD-training

7. Instructies CAPD-behandeling
7.1 Steriliteit en hygiëne
7.2 Stappenplan CAPD-wisseling
7.3 Bloeddruk meten
7.4 Wegen
7.5 Vochtbalans
7.6 Overzichtslijst CAPD

8. Instructies APD-behandeling
8.1 Opbouwen Homechoice Claria
8.2 Aansluiten
8.3 Afsluiten
8.4 Overzichtslijst APD 4

9. Baxter Travacare

10. Wat te doen bij problemen of complicaties

11. Controle-afspraken op de polikliniek

12. Effect van de peritoneaal dialyse: Kt/V-test

13. Functioneren van het buikvlies: PET-test

14. Sporten

15. Voeding

16. Vakantie

17. Niertransplantatie

18. Aantekeningen

1. Adres en telefoonnummers

Slingeland Ziekenhuis
Kruisbergseweg 25
7009 BL Doetinchem

Telefoonnummer: (0314) 32 99 11
Dialyse-afdeling Telefoonnummer: (0314) 32 93 00

Algemene vragen

Van maandag tot en met donderdag is van 7.30 tot 16.00 uur een peritoneaal dialyseverpleegkundige (PD-verpleegkundige) aanwezig om uw vragen te beantwoorden. Buiten deze tijden kunt u uw vragen stellen aan de dienstdoende dialyseverpleegkundige.

Spoed

Bij acute problemen gerelateerd aan dialyse kunt u 24 uur per dag contact opnemen met de dialyse-afdeling via het telefoonnummer: (0314) 32 93 00.

Via dit nummer is de afdeling van maandag tot en met zaterdag tussen 07.30 en 20.30 uur te bereiken.
Belt u buiten deze tijden? Dan wordt u doorgeschakeld naar de portier. Vraagt u naar de dienstdoende dialyseverpleegkundige. U wordt dan direct doorverbonden.

Andere klachten

Voor klachten die niet gerelateerd zijn aan dialyse, kunt u contact opnemen met uw huisarts of de huisartsenpost.

Baxter

Voor bestellingen van materialen neemt u contact op met: Baxter Travacare, telefoonnummer: (030) 248 88 88

Voor technische problemen met de machine kunt u contact opnemen met: Technische Dienst, telefoonnummer: (030) 248 88 97

Bovenstaande telefoonnummers zijn op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.00 uur. In noodsituaties kunt ook buiten kantoortijden contact opnemen met Travacare.


2. Peritoneaal dialyse


2.1 Wat is peritoneaal dialyse?

Peritoneaal dialyse (PD) is een behandeling die de functie van de nieren gedeeltelijk overneemt. Bij deze behandeling worden afvalstoffen en eventueel overtollig vocht uit het bloed verwijderd met behulp van het buikvlies (peritoneum). PD wordt daarom ook wel buikspoeling genoemd.

Voor PD is toegang tot de buikholte nodig. U krijgt daarom een slangetje (katheter) in de buikholte. Deze wordt operatief geplaatst. Daarna kunt u PD thuis zelf uitvoeren. Via de katheter brengt u de spoelvloeistof (dialysaat) in de buikholte. De spoelvloeistof onttrekt afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed door het buikvlies heen.

Peritoneaal dialyse spoelvloeistof
Afbeelding 1: deze afbeelding geeft weer hoe de spoelvloeistof uit een dialysaatzak via een katheter in de buikholte loopt (bron: Baxter).

Na enkele uren moet de spoelvloeistof ververst worden. De spoelvloeistof loopt dan eerst via de katheter uit de buik (afbeelding 2). Daarna kunt u via de katheter de nieuwe spoelvloeistof weer in de buik laten lopen.
pd spoelvloeistof via katheter naar dyalisaatzak
Afbeelding 2: deze afbeelding geeft weer hoe de spoelvloeistof via de katheter uit de buikholte in de dialysaatzak loopt (bron: Baxter).

Het buikvlies heeft een totale oppervlakte van 2 vierkante meter en heeft een filterende werking. Het laat water, zouten en afvalstoffen door.

Het buikvlies werkt langzamer dan een kunstnier (hemodialyse). Het dialyseren duurt daardoor langer dan bij hemodialyse. Met peritoneaal dialyseren is het daarom noodzakelijk om continu te dialyseren.

2.2 Vormen van peritoneaal dialyse: CAPD en APD

Er zijn twee vormen van peritoneaal dialyse:
Bij beide vormen van peritoneaal dialyse wordt er continu gedialyseerd, 24 uur per dag, 7 dagen per week.

CAPD

Bij CAPD blijft u tussen de wisselingen door mobiel. U kunt gewoon lopen, slapen, werken, enzovoort.

Bij CAPD vervangt u de spoelvloeistof overdag elke 3 tot 4 uur. ’s Nachts blijft de vloeistof 12 tot 14 uur in de buikholte. Om de spoelvloeistof te vervangen sluit u een Twinbag-systeem (afbeelding 3) aan op de katheter. De oude spoelvloeistof met afvalstoffen loopt dan uit de buikholte in de lege zak. Vervolgens laat u de nieuwe vloeistof in de buikholte lopen. Daarna kunt u het Twinbag-systeem afkoppelen en met een steriel dopje de katheter afsluiten.

Het vervangen van de spoelvloeistof duurt ongeveer een half uur. Bij de meeste patiënten moet de spoelvloeistof vier keer per dag ververst worden.
twinbag dialyse
Afbeelding 3: Twinbag-systeem (bron: Baxter).

APD

Wanneer u in aanmerking komt voor peritoneaal dialyse, start u altijd eerst met CAPD. Wanneer deze behandeling goed loopt, is het mogelijk om over te stappen naar automatische peritoneaal dialyse (APD).

Bij APD gaat het dialyseren op dezelfde manier als bij CAPD. Het enige verschil is dat het verversen van de spoelvloeistof alleen ’s nachts plaatsvindt. De inloop en uitloop van de spoelvloeistof regelt dan een machine: de Homechoice Claria. U heeft overdag wel gewoon spoelvloeistof in uw buik.

De Homechoice Claria heeft een online verbinding doormiddel van een modem met de dialyseafdeling. Uw persoonlijke dialyseschema staat kan op afstand worden uitgelezen en gewijzigd. Uw arts bepaalt hoeveel spoelvloeistof u nodig heeft en de totale duur van de behandeling.

Voordat u start met APD, krijgt u een training om de Homechoice Claria zelfstandig te kunnen bedienen.

homechoice claria machine voor APD
Afbeelding 4: De Homechoice Claria machine regelt bij APD de inloop en de uitloop van de spoelvloeistof.

2.3 Voor- en nadelen van peritoneaal dialyse

PD heeft in vergelijking met hemodialyse zowel voor- als nadelen.

Voordelen
Nadelen

2.4 Spoelvloeistof

Uw arts bepaalt in overleg met u welk soort en welke hoeveelheid spoelvloeistof u nodig heeft.
Dit is afhankelijk van:

Bij peritoneaal dialyse kunnen drie soorten spoelvloeistof gebruikt worden:

  1. Physioneal
  2. Extraneal
  3. Nutrineal

Physioneal

Physioneal is een bicarbonaatoplossing. Deze vloeistof is in verschillende glucoseconcentraties beschikbaar:

Hoe hoger het percentage glucose (1,36%, 2,27% of 3,86%) in de spoelvloeistof, hoe meer vocht kan worden onttrokken. Er is altijd een minimale hoeveelheid glucose in de physioneal spoelvloeistof aanwezig. De zakken physioneal bestaan uit twee verschillende vloeistoffen. Deze vloeistoffen moeten nog gemengd worden. U kunt deze twee vloeistoffen mengen door het breekpijpje te breken. Hierna moet het mengsel binnen 24 uur gebruikt worden.

Extraneal

Aan Extraneal is geen glucose, maar icodextrine toegevoegd. Dit is een groter glucosemolecuul die niet of zeer moeilijk het buikvlies kan passeren en daarom nauwelijks wordt opgenomen in het bloed. Hierdoor kan de Extraneal langer blijven zitten dan andere spoelvloeistoffen, zonder dat het door het lichaam wordt opgenomen. Extraneal wordt maximaal één keer per dag gebruikt tijdens de lange periode: bij CAPD is dit ’s nachts en bij APD overdag.

Nutrineal

Nutrineal bevat eiwitten (aminozuren) in plaats van glucose. Ook deze vloeistof wordt maximaal één keer per dag gebruikt.

3. Voorbereidingen thuis

Om thuis zelfstandig een PD-behandeling te kunnen uitvoeren, moet uw woning aan een aantal eisen voldoen. Nog voor de katheter wordt geplaatst komt de PD-verpleegkundige bij u op huisbezoek. Hij of zij bekijkt of CAPD- of APD-behandelingen mogelijk zijn in uw woonsituatie. Mogelijk zijn er aanpassingen in uw huis nodig.

3.1 Wisselruimte

Het is belangrijk dat u thuis een ruimte heeft waar u in alle rust en hygiënisch wisselingen kunt doen (wisselruimte). Dit is bij voorkeur een aparte ruimte die uitsluitend voor wisselingen gebruikt wordt. Indien dit niet mogelijk is, kunt u ook een ruimte kiezen die u tijdens de wisselingen kunt afsluiten voor andere personen en huisdieren. Een toilet of badkamer is niet geschikt als wisselruimte. In deze ruimte heeft u een verhoogd risico op infecties.

De wisselruimte moet aan de volgende eisen voldoen:

3.2 Levering materialen

De firma Baxter levert de materialen en vloeistoffen die u nodig heeft voor de peritoneaal dialyse. De PD-verpleegkundige informeert u over de bestelprocedure. Meer informatie hierover leest u ook in hoofdstuk 8.

3.3 Vergoedingen bij peritoneaal dialyse

Mogelijk komt u in aanmerking voor een vergoeding van bepaalde aanpassingen. Dit kunt u tijdens het huisbezoek met de verpleegkundige bespreken. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de aanpassingen, moet u een offerte van de benodigde producten of aanpassingen aanvragen. Dit proces verloopt als volgt:
  1. De offerte stuurt u met uw medische verklaring ten behoeve van de aanpassingen naar uw zorgverzekeraar. Deze medische verklaring kunt u opvragen bij het secretariaat van de dialyse-afdeling en laat u ondertekenen door uw behandelend arts.
  2. De zorgverzekeraar beoordeelt de aanvraag en brengt een advies uit om de aanpassingen wel of niet uit te voeren.
  3. Als de zorgverzekeraar akkoord is met uw aanvraag, stuurt u de originele rekeningen naar hen op. De zorgverzekeraar betaalt de rekeningen voor u. Bewaart u wel een kopie van de offertes en rekeningen voor uw eigen administratie.
Wanneer u bent gestart met peritoneaal dialyse, kunt u in aanmerking komen voor een dagvergoeding. U heeft recht op onkostenvergoeding thuisdialyse vanuit de basispakket van uw zorgverzekering.

Als u meer informatie wilt over deze vergoeding (bijvoorbeeld over de hoogte van de vergoeding of hoe u onkosten kan declareren), kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeraar.

Als u een medische verklaring nodig heeft, dan kunt u contact opnemen met een medewerker van de dialyse-afdeling.

4. Het plaatsen van een peritoneale dialysekatheter

Bij peritoneaal dialyse is toegang tot de buikholte nodig. Hiervoor krijgt u een dialysekatheter. Deze katheter wordt operatief in uw buikholte geplaatst.

4.1 Wat is een peritoneale dialysekatheter?

Een peritoneale dialysekatheter (PD-katheter) is een kunststof slangetje van gemiddeld 40 centimeter lang. Dit kan per persoon verschillen. Via de katheter kunt u de spoelvloeistof in en uit uw buik laten lopen.

4.2 Voorbereiding op de operatie


Gesprek met de vaatchirurg

Voor de operatie heeft u een afspraak met de vaatchirurg. Hij of zij beoordeelt of bij u een katheter kan worden ingebracht.

Pre-operatief spreekuur

Voordat u wordt opgenomen in het ziekenhuis heeft u een gesprek met een anesthesioloog en een verpleegkundige. Dit noemen we het pre-operatief spreekuur. Tijdens dit spreekuur wordt gekeken of er nog aanvullend onderzoek nodig is voor de operatie (bijvoorbeeld bloedprikken of een hartfilmpje). Ook bespreekt de anesthesioloog met u op welke manier u wordt verdoofd tijdens de operatie en met welke medicijnen u eventueel (tijdelijk) dient te stoppen. De verpleegkundige geeft uitleg over de opname en uw verblijf in het ziekenhuis. Ook legt de verpleegkundige uit wat u voor de operatie wel en niet mag eten en drinken.

Voorafgaand aan het pre-operatief spreekuur heeft u een afspraak op het medicatiespreekuur. Een apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. Neem voor deze afspraak altijd uw actuele medicatieoverzicht mee. Dit overzicht is verkrijgbaar bij uw eigen apotheek.

Bovengenoemde afspraken worden voor u gemaakt op de polikliniek Preoperatief spreekuur.

Laxatie

Voor het plaatsen van de dialysekatheter moet uw ontlasting dunner zijn. De katheter kan dan makkelijker geplaatst worden. U ontvangt daarom van uw nefroloog een recept voor een laxeermiddel (Movicolon). Het laxeermiddel voorkomt ook dat u last krijgt van verstopping (obstipatie).

U dient een week vóór de operatie te starten met het laxeermiddel.

Nuchter zijn

Afhankelijk van het tijdstip van de operatie, moet u nuchter zijn of mag u nog (licht) ontbijten. U ontvangt een nuchterkaart met precieze instructies.

Plaats bepalen

Een aantal dagen voor de opname overleggen uw nefroloog en de PD verpleegkundige met u op welke plek de katheter uit de buikwand komt. Voor zover medisch mogelijk, wordt er rekening gehouden met de band van uw rok of broek, huidplooien of bestaande littekens.

4.3 Duur opname

Het plaatsten van de katheter is in principe een dag opname. Het kan zijn dat u in overleg met de chirurg langer moet blijven.

4.4 Verloop van de operatie

De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Dit betekent dat uw hele lichaam wordt verdoofd en u tijdelijk buiten bewustzijn bent.

Tijdens de operatie brengt de vaatchirurg de katheter in uw buik. De katheter wordt in uw buikholte geplaatst, achter uw blaas. De andere helft van de katheter blijft buiten uw lichaam. De chirurg zet de katheter in uw lichaam vast met twee cuffs. Dit zijn verdikkingen die om de katheter heen zitten zodat de katheter niet naar binnen of naar buiten kan schieten. De plek waar de katheter uit uw buik komt, noemen we de huidpoort. De katheter wordt afgesloten met een dopje.

Er is tijdens de operatie ook een PD-verpleegkundige aanwezig. Hij of zij controleert direct of de katheter goed werkt. Indien nodig wordt er op de afdeling na de operatie een extra spoeling gedaan om te voorkomen dat de katheter verstopt raakt. De vaatchirurg bepaalt of dit nodig is.

De operatie duurt ongeveer 45 minuten.

4.5 Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier controleren de verpleegkundigen uw hartslag en bloeddruk. Blijven uw hartslag en bloeddruk stabiel, dan mag u terug naar de verpleegafdeling.

Pijn

U kunt pijn voelen rondom het operatiegebied. Vraagt u de verpleegkundige om pijnstillers als u deze nodig heeft.

Verband

Na de operatie heeft u meerdere wondjes rondom uw navel. Uit één van deze wondjes komt de katheter. De andere wondjes zijn gehecht. Alle wondjes zijn steriel verbonden met verband.

Op de verpleegafdeling controleert de PD-verpleegkundige uw verband. Het is van belang dat het verband goed blijft zitten. De katheter kan dan goed vastgroeien in de huid. Het verband moet blijven zitten tot uw volgende controleafspraak. Moet het verband al eerder verschoond worden? Neem dan contact op met de PD-verpleegkundige.

4.6 Naar huis

Als er geen bijzonderheden zijn, kan het zijn dat u op de zelfde dag nog naar huis mag. De arts beslist uiteindelijk hoe lang ik moet blijven. De PD-verpleegkundige geeft u instructies over leefregels, nazorg en wat u moet doen bij complicaties. Het kan zijn dat er voor u naar huis gaat nog een röntgenfoto van de buik wordt gemaakt, om de ligging van de katheter te controleren.

Adviezen voor thuis

Om de wond goed te laten genezen, is het belangrijk dat u de volgende adviezen opvolgt:

4.7 Bijwerkingen

Na de operatie kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen:

Direct contact opnemen

Het is belangrijk dat de huidpoort niet gaat ontsteken. Een ontsteking herkent u aan:
Neemt u bij deze klachten altijd contact op met de dialyse-afdeling: (0314) 32 93 00.

4.7 Controle-afspraken in het ziekenhuis

Een week na de operatie komt u terug in het Slingeland Ziekenhuis voor een controle-afspraak en de eerste steriele huidpoortcontrole. Tijdens deze afspraak worden eventuele hechtingen verwijderd. Daarnaast verschoont de PD-verpleegkundige uw verband. Een week later vindt de tweede steriele huidpoortcontrole plaats. Als de katheter goed is ingegroeid, krijgt u uitleg over hoe u de huidpoort dagelijks moet verzorgen.

Instructies voor het verzorgen van de huidpoort leest u ook in hoofdstuk 5.

5. Verzorging van de huidpoort

Het is belangrijk dat u de huidpoort goed verzorgt. Zo voorkomt u dat er bacteriën via de huidpoort de buik ingaan en een ontsteking veroorzaken. Volgt u voor de verzorging van de huidpoort onderstaande instructies.

Huidpoort controleren

Controleer elke dag voordat u start met de verzorging de huidpoort op:
Dit kunnen signalen zijn van een ontsteking. Neem bij één of meerdere symptomen direct contact op met de PD-verpleegkundige. Doet u dit voordat u de huidpoort schoonmaakt, zodat de PD-verpleegkundige eventueel een kweek kan afnemen. Bij een ontsteking wordt vaak een antibioticakuur voorgeschreven.

Stappenplan huidpoortverzorging

Als de huidpoort er goed uitziet, kunt u deze verzorgen. Doe dit bij voorkeur onder de douche. Volgt u dan de volgende stappen:
  1. Verwijder de pleister van de huidpoort.
  2. Fixeer de katheter op de huid.
  3. Laat de kraan voor het douchen even doorlopen. Zo worden mogelijke bacteriën in de douchekop weggespoeld.
  4. Sproei tijdens het douchen de huidpoort goed en was de huidpoort voorzichtig met vloeibare zeep. Spoel de zeepresten af.
  5. Dep de huidpoort na het douchen droog met een gaasje of met een schone handdoek (vervang de handdoek elke dag).
  6. Breng een dun laagje Bactroban neuszalf 2% met een steriel gaasje aan op de huidpoort. Bactroban is een anti-bacteriële zalf ter voorkoming van een infectie van de huidpoort.
  7. Plak de huidpoort af.
  8. Zorg ervoor dat de katheter weer goed vastzit.
Wanneer u een dag niet gaat douchen, maak dan de huidpoort schoon met Nacl 0,9%. Dit is een steriele vloeistof in een flacon. Volgt u dan de volgende stappen:
  1. Was uw handen en desinfecteer deze met Sterillium.
  2. Verwijder de pleister van de huidpoort.
  3. Fixeer de katheter op de buik.
  4. Maak het gaasje met daarop Nacl 0.9% nat.
  5. Dep de huidpoort met het gaasje van binnen naar buiten schoon.
  6. Laat de huidpoort goed drogen.
  7. Breng vervolgens een dun laagje Bactroban neuszalf 2% met een steriel gaasje aan op de huidpoort.
  8. Plak de huidpoort af.
  9. Zorg ervoor dat de katheter weer goed vastzit.
Laat eventuele korstjes op de huidpoort altijd zitten. Wanneer u deze verwijdert, kan de huidpoort gaan ontsteken. Korstjes laten vanzelf los wanneer het wondje onder het korstje genezen is.

Ziet de huidpoort er onrustig uit maar ziet u geen tekenen van een ontsteking? Verzorg de huidpoort dan tijdelijk twee keer per dag volgens bovenstaande instructies.

Als u twijfelt, kunt u telefonisch contact opnemen met de dialyse-afdeling. De verpleegkundige kan dan beslissen of extra zorg nodig is.

6. Trainingen

Nadat de katheter bij u is geplaatst, kunt u starten met de trainingen. Tijdens deze trainingen leert u hoe u thuis zelfstandig een CAPD-behandeling kunt uitvoeren.

De arts overlegt met u wanneer u start met de trainingen. Ook wordt bekeken of deze trainingen poliklinisch of thuis kunnen plaatsvinden of dat u hiervoor wordt opgenomen. Meestal kan 2 tot 6 weken na het plaatsen van de katheter gestart worden met peritoneaal dialyse.

6.1 Inhoud trainingen

Tijdens de training leert u stapsgewijs het volgende:
U kunt thuis zelfstandig de behandeling uitvoeren als u de wisselprocedure en de theorie beheerst en weet hoe u moet handelen bij complicaties. De eerste dag die u thuis dialyseert, kijkt de dialyseverpleegkundige bij één CAPD-wisseling mee. In het begin heeft u regelmatig telefonisch contact met de verpleegkundige over de behandeling.

De dialyse-afdeling is 24 uur per dag bereikbaar.

6.2 Checklist CAPD-training

Op onderstaande checklist kunt u noteren welke onderdelen van uw CAPD-training u al behandeld en/of afgerond heeft.
TheorieBehandeldAfgerond
Hoe werkt PD?
Bloeddruk/gewicht
Wisselschema
Hygiëne/steriliteit
Huidpoortverzorging
Wat te doen bij complicaties?
Buikvliesontsteking
Bereikbaarheid dialyse-afdeling
Bezoek aan de polikliniek
Firma Baxter
Medicijngebruik
Dieet/vochtbeperking

Training CAPD
"Twinbag Physioneal 40" Baxter
BehandeldAfgerond
Wegen (lege buik)
Bloeddruk meten
Gegevens noteren
Voorbereidingen treffen
Controle spoelvloeistoffen
Twinbag-systeem aansluiten
Uitloop en hoeveelheid
Flushen met de blauwe klem
Inloop
Afkoppelen, afsluitdop (minicap) plaatsen
Uitloop controleren
Katheter/huidpoort verzorgen

7. Instructies CAPD-wisseling

Na de trainingen bent u klaar om zelfstandig thuis de PD-behandeling uit te voeren. Dit houdt onder andere in dat u meerdere keren per dag een wissel met spoelvloeistof moet uitvoeren.

7.1 Steriliteit en hygiëne

Het is van belang dat u tijdens het wisselen van de spoelvloeistof zo hygiënisch mogelijk werkt. Bacteriën krijgen dan geen kans om de buikholte in te gaan. Bacteriën kunnen daar namelijk een buikvliesontsteking veroorzaken. Om die reden zijn de spoelvloeistof en de materialen die u bij de wissel gebruikt steriel. Dit betekent dat deze een behandeling hebben gehad waardoor de aanwezige bacteriën zijn gedood.

Tijdens de trainingen leert u hoe u met de steriele materialen om moet gaan. Op deze manier kunt u zoveel mogelijk voorkomen dat bacteriën toegang tot de buikholte krijgen.

Het is ook van belang dat u voordat u de spoelvloeistof wisselt uw handen wast. Hiermee voorkomt u dat de bacteriën via het lichaam verspreid worden. Draag tijdens de wisseling ook geen handsieraden, zoals horloges, armbanden en ringen.

7.2 Stappenplan CAPD-wisseling

In onderstaand stappenplan ziet u stap voor stap hoe u een CAPD-spoelvloeistofzak moet wisselen.
1. Verwarm de vloeistofzakken in de gesloten buitenverpakking. Dit doet u door:
  • de vloeistoffen in de warmtetas te leggen;
  • de zak op de APD-machine te leggen. De zak is na 30 minuten opgewarmd.
Let op:
  • Het is niet toegestaan om de zak in een magnetron te verwarmen.
  • Een opgewarmde vloeistofzak mag u nooit een tweede keer opwarmen.
2. Sluit de ramen en deuren en desinfecteer uw werkplek.
3. Was uw handen.
4. Leg de spullen klaar die u nodig heeft:
  • Warme spoelvloeistofzak (op lichaamstemperatuur)
  • Blauwe klemmen
  • Een minicap: een jodiumdop die op het uiteinde van de katheter zit
  • Sterillium
  • Mondmasker
  • Gaasjes van 10 bij 10 centimeter
  • Alcohol (70%) (zelf aanschaffen)
  • Unster
  • Bloeddrukmeter
  • Weegschaal (zelf aanschaffen)
  • Registratielijst CAPD
benodigdheden-PD
5. Controleer de vloeistofzak op:
  • glucosepercentage;
  • helderheid;
  • lekkage;
  • houdbaarheidsdatum;
  • hoeveelheid.
Let op:
  • Een beschadigde zak mag u niet gebruiken.
  • Condensvorming in de buitenverpakking is normaal.
6. Open de buitenverpakking.

7. Hang de volle zak aan de infuusstandaard en leg de lege zak op de grond.

Let op: de aansluiting moet vrij hangen.
infuusstandaard aansluiting 1
8. Breek het groene pijpje zodat de vloeistof kan mengen. groen-pijpje-afbeelding
9. Doe een mondmasker voor.

10. Pak uw katheter en leg deze vrij neer zodat de katheter klaar ligt voor gebruik.

Het uiteinde van de katheter noemen we vanaf nu Twist-clamp.
twist-clamp
11. Desinfecteer uw handen met Sterillium.
12. Pak uw katheter vast bij de Twist-clamp en hang het gekleurde lipje van de vloeistofzak aan uw pink. werkwijze-twistclamp-1
13. Verwijder de minicap van de katheter. verwijder-minicap








14. Verwijder de trekring van de vloeistofzak. verwijder-trekring-vloeistofzak
15. Verbind de lijnenset met de katheter. verbind-lijnenset-met-katheter
16. Open de Twist-clamp en laat de vloeistof uit uw buik in de lege zak lopen.

Het uitlopen kan even duren. Neem hiervoor uw tijd. Het is belangrijk dat de buik helemaal leeg is.

Het kan voorkomen dat u op het laatst een trekkerig gevoel heeft in uw buik. Dit betekent dat de buik (bijna) leeg is.


17. Als de buik leeg is, sluit dan de Twist-clamp.

Controleer de uitgelopen vloeistof op helderheid. Dit kunt u doen door onder de zak een papiertje met tekst te leggen en te controleren of u door de volle zak deze tekst kunt lezen.

Weeg vervolgens de uitloopzak. Noteer deze gegevens op uw CAPD-registratielijst.
weeg-uitloopzak
18. Weeg uzelf met een lege buik. Noteer deze gegevens op uw CAPD-registratielist (dit kan ook nadien).
19. Plaats de blauwe klem op de uitlooplijn. plaats-klem-op-uitlooplijn








20. Controleer of de oplossing in de spoelvloeistofzak volledig is doorgelopen van het bovenste naar het onderste gedeelte van de zak. oplossing-onderin-zak
21. Breek het groene pijpje van de inlooplijn.

Flush de lijnenset: open de blauwe klem op de uitlooplijn en sluit deze weer na 5 seconden. Controleer of er geen lucht meer in de lijnen zit.
breek-groene-pijpje-inlooplijn
22. Open de Twist-clamp en laat de vloeistof inlopen.

23. Wanneer de juiste hoeveelheid vloeistof is ingelopen, sluit u de Twist-clamp en plaatst u een klem op de inlooplijn. sluit-twist-clamp
24. Doe weer een mondmasker voor.
25. Open de verpakking van de minicap. open-verpakking-minicap
26. Desinfecteer uw handen met Sterillium.

27. Draai de katheter los van de lijnenset. draai-katheter-van-lijnenset



28. Plaats de minicap op de katheter. plaats-minicap-katheter
29. Controleer uw bloeddruk.
30. Schrijf alle gegevens op de CAPD-registratielijst. vul-registratielijst-CAPD-in
31. Ruim alle materialen op en leg voor de volgende wissel alvast een nieuwe vloeistofzak in de warmtetas.

Tip: zorg ervoor dat er altijd twee zakken in de warmtetas liggen in de volgorde van wisselen, zodat er altijd een warme zak is.


7.3 Bloeddruk meten

Het is van belang om dagelijks uw bloeddruk te controleren. Peritoneaal dialyse kan namelijk invloed hebben op uw bloeddruk.

Wat is bloeddruk?

Bloeddruk is de druk van het bloed in de slagaders. De hoogte van de bloeddruk is afhankelijk van:
Een normale bloeddruk varieert tussen de 100-150 bovendruk (de druk tijdens het samentrekken van het hart) en 60-90 onderdruk (de druk tussen de hartslagen).

Een te hoge bloeddruk is meestal het gevolg van een teveel aan water en zout in het bloed. Dit hangt vaak ook samen met nierproblemen.

Een te lage bloeddruk is vaak het gevolg van te weinig vocht in het lichaam. Peritoneaal dialyse kan hier de oorzaak van zijn.

Wanneer bloeddruk controleren

Wat het juiste moment is om uw bloeddruk te controleren, is afhankelijk van welke vorm peritoneaal dialyse u doet: Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van uw bloeddruk, raden wij aan om uw bloeddruk zoveel mogelijk op hetzelfde moment van de dag te meten, bij voorkeur elke ochtend op hetzelfde tijdstip.

Renine

Soms is een hoge bloeddruk niet te regelen door alleen maar vocht te onttrekken uit het lichaam. Er kan dan sprake zijn van een verhoogde productie van renine. Renine is een hormoon dat in de nieren wordt aangemaakt. Dit hormoon helpt bij het regelen van de bloeddruk. U heeft dan bloeddrukverlagende medicijnen nodig. De PD-verpleegkundige vertelt u hier meer over.

7.4 Wegen

Ook uw gewicht moet u dagelijks controleren. Weegt u zichzelf met een lege buik bij voorkeur op hetzelfde moment als u uw bloeddruk opmeet.

Het gewicht van een PD-patiënt is net als de bloeddruk erg belangrijk. Tijdens de training stellen de PD-verpleegkundige en de arts een streefgewicht (droog gewicht) voor u vast. Dit is het gewicht waarbij u een normale bloeddruk heeft en het lichaam de vochtbalans onder controle heeft. Uw streefgewicht kan later aangepast worden.

Uw gewicht kan in de eerste maanden variëren. Dit kan komen doordat u anders bent gaan eten of het overtollig vocht uit uw lichaam is verwijderd. Het kan ook zijn dat uw lichaam meer glucose opneemt uit de spoelvloeistof en uw gewicht (en uw vet-/spiermassa) daardoor is toegenomen.

7.5 De vochtbalans

Uw gewicht en uw bloeddruk zeggen iets over de vochtbalans in uw lichaam. Het teveel aan vocht wordt tijdens het dialyseren verwijderd. Normaal zorgen uw nieren ervoor dat dit vocht als urine het lichaam verlaat. Bij een verminderde nierfunctie kan het zijn dat u minder plast. Het lichaam houdt dan meer vocht vast. Dit zorgt voor een verstoorde vochtbalans.

Overvulling

Het teveel aan vocht in het lichaam noemen we overvulling. Overvulling geeft de volgende klachten:
Oorzaken van overvulling kunnen zijn:
Wat kunt u doen aan overvulling:
Raadpleeg bij overvulling uw dialyseverpleegkundige.

Ondervulling

Wanneer er te weinig vocht in het lichaam is, noemen we dat ondervulling. Ondervulling geeft de volgende klachten:
Oorzaken van ondervulling kunnen zijn:
Wat kunt u doen aan ondervulling:
Raadpleeg bij ondervulling uw dialyseverpleegkundige.

7.6 Overzichtslijst CAPD

WeeknrNaam:
GewichtBloed-
druk
TijdCon%InloopUitloopUfHuid-
poort
Ma/
/
/
/
/
Di/
/
/
/
/
Wo/
/
/
/
/
Do/
/
/
/
/
Vr/
/
/
/
/
Opmerkingen/bijzonderheden:







8. Instructies APD-behandeling

In dit hoofdstuk leest u hoe u de Homechoice Claria opbouwt en hoe u zich kunt aan- en afsluiten.

8.1 Opbouwen Homechoice Claria

1. Voorbereiding:
  • Plaats de Homechoice Claria op dezelfde hoogte als het matras of maximaal 30 centimeter hoger of lager.
  • Zorg dat het modem is aangesloten op het netwerk en de Homechoice Claria.
  • Verzamel de benodigde materialen.
  • Zorg dat u voor het eerste gebruik van een nieuwe machine uw patiëntgebonden activeringscode heeft.
2. Sluit ramen en deuren.
3. Was en/of desinfecteer uw handen.
4. Leg de spullen klaar die u nodig heeft:
  • Homechoice Claria met modem
  • Bloeddrukmeter
  • Weegschaal
  • APD vloeistofzakken
  • Homechoice cyclerset: 4 of 8 prong
  • Uitlooplijn/jerrycan
  • Connection shield=jodiumhuls
  • Minicap=jodiumdop
  • Infuusstandaard
  • Mondmasker
  • Sterillium
  • Onsteriele gazen van 10 bij 10 centimeter
  • Alcohol (70%)
  • Registratielijst APD
  • Monsterzakje
benodigdheden-homechoice-claria
5. Controleer de vloeistofzakken op:
  • Glucosepercentage;
  • helderheid;
  • lekkage;
  • houdbaarheidsdatum;
  • hoeveelheid.
Let op:
  • een beschadigde zak mag u niet gebruiken,
  • condensvorming in de buitenzak is normaal.
6. Desinfecteer uw handen en het werkblad.
7. Open de verpakkingen van de PD vloeistoffen bij de inkeping. Hang de zakken op aan de infuusstandaard en breek het groene breekpijpje tussen de twee compartimenten. Bij gebruik van 5 liter zakken: breek de 2 lasnaden van de compartimenten zodat de vloeistof in de gehele zak loopt.

8. Zet de Homechoice Claria aan met de zwarte knop aan de achterzijde.
9. Uw naam wordt weergegeven. Bevestig met de groene toets.
Optioneel: Bij het eerste gebruik van een nieuwe machine dient u uw persoonlijk activeringscode in te voeren.
  • Druk op de entertoets (blauwe toets met kromme pijl).
  • Het eerste cijfer begint te knipperen.
  • Druk op de pijltjes tot het juiste cijfer op het display verschijnt.
  • Bevestig met de entertoets.
  • Druk nogmaals op de enter toets het volgende cijfer begint te knipperen.
  • Herhaal de procedure tot alle cijfers zijn ingevoerd. Eindig met de enter toets
  • Bevestig de activeringscode met de groene knop.
voer-activatiecode-in
Optioneel:
Bij het eerste gebruik of indien de behandelinstellingen zijn gewijzigd dient u de configuraties te bevestigen.
  • Druk op de entertoets, uw naam wordt weergegeven.
  • Bevestig met de entertoets.



  • In beeld verschijnt: Nieuw programma ontvangen. Bevestig het programma door meermaals op de entertoets te drukken.






  • In beeld verschijnt uiteindelijk: Is programma correct? Druk op de groene toets om te bevestigen. Vervolgens verschijnt in beeld aantal cycli:... en verblijftijd...
bevestig-configuraties-scherm

nieuw-programma-ontvangen-scherm

is-programma-correct-scherm


10. In het display verschijnt verbinden met netwerk.verbinden-met-netwerk-scherm
11. Voer uw gewicht in:
  • Druk op de entertoets.
  • Voer het juiste gewicht in met de pijltjestoetsen.
  • Bevestig met de entertoets.
Druk vervolgens op de pijltjestoets naar beneden voor het invoeren van de bloeddruk.
gewicht-scherm
12. Voer uw bloeddruk in:
  • Druk op de entertoets.
  • Voer de juiste bovendruk van de bloeddruk in met de pijltjestoetsen.
  • Bevestig met de entertoets.
  • Voer de juiste onderdruk in met de pijltjestoetsen.
  • Bevestig met de entertoets.
  • Druk vervolgens op de rode toets.
13. In beeld verschijnt standaard modus aan, gevolgd door druk op start. Druk op de groene toets. Op het display verschijnt dan plaats de set.
14. Haal de Homechoice-cyclerset uit de verpakking. Laat de papieren bandjes om de set zitten.
15. Plaats de Homechoice-cyclerset:
  • Duw de blauwe hendel omhoog.
  • Plaats de cassette in de opening, houd de lijnen aan de rechterkant.
  • Duw de cassette aan de zijkanten goed aan.
  • Sluit de klep en duw de blauwe hendel naar beneden.
  • Controleer of de lijnen niet klem zitten.
Homechoice-cyclerset
16. Plaatsen blauwe organisator:
  • Hang de organisator op aan de haak boven aan de klep.
  • Druk het onderste gleufje over het knopje aan de voorkant van de klep.
organisator-homechoice
17. Sluit alle klemmen.

18. Plaats uitlooplijn (meest rechtse lijn met blauwe dop in organisator) in de jerrycan of afvoer en bevestig met tape. Verwijder het dopje van de uitlooplijn. Indien nodig kan er een verlenglijn worden gebruikt.plaats-uitlooplijn
19. Druk op de groene toets. Op het display verschijnt zelftest.zelftest-scherm
20. Klaar hangen van de vloeistofzakken:
  • Controleer of alle vloeistofzakken goed zijn doorgelopen in het onderste compartiment.
  • Leg één vloeistofzak op de machine met het hoogste glucosepercentage. Zorg ervoor dat de zak goed op de sensor van de machine ligt.
  • Hang de overige vloeistofzakken op.
21. Zodra de zelftest klaar is verandert het display in sluit zakken aan, open de klemmen.sluit-zakken-aan-scherm
22. Doe een mondmasker voor en desinfecteer uw handen.

23. Het aansluiten van de vloeistofzakken:
  1. Sluit de lijn met de rode klem aan op de zak op de warmteplaat. Bij gebruik van 5 liter zakken, deze liggend aansluiten.
  2. Sluit de lijn met de blauwe klem aan op de zak voor de laatste inloop, meestal de Extraneal.
  3. Sluit de overige zakken aan op de lijnen met een witte klem.
  4. Let op: de patiëntenlijn moet niet worden aangesloten op een vloeistofzak, dit is de meest linker lijn met witte klem.
  5. Open alle klemmen die zijn aangesloten op een vloeistofzak.
  6. Op de klem van de patiëntenlijn.
  7. Breek de onderste breekpijpjes van de vloeistofzakken.
24. Controleer of de klem van de uitlooplijn open is, en die van het monsterzakje gesloten is.controle-klem-monsterzakje-uitlooplijn



25. Druk op de groene toets. Op het display verschijnt priming.priming-scherm
26. Zodra de priming klaar is, verschijnt er in het display zie patiëntenlijn/aansluiten.zie-patientenlijn-aansluiten-scherm
27. Controleer of de patiëntenlijn volledig geprimed is. Als dit niet het geval is moet de patiëntenlijn opnieuw worden geprimed:
  • Druk op de rode toets
  • Druk op pijltje (beneden) toets tot herprime pat.lijn in het display verschijnt.
  • Druk op de entertoets om te herprimen.
De Homechoice Claria is klaar voor gebruik. Deze kan zo blijven staan totdat u zichzelf wilt aansluiten. Let op: zet de machine niet uit!

8.2 Aansluiten

1. Aansluitprocedure:
  • Was en/of desinfecteer de handen.
  • Sluit het monsterzakje aan op de uitlooplijn.
  • Reinig het werkblad met alcohol 70%.
  • Doe een mondmasker voor.
  • Haal de PD-katheter tevoorschijn.
  • Open de verpakking van de connection shield.
  • Desinfecteer de handen met sterillium.
2. Aansluiten patiëntenlijn:
  • Pak de patiëntenlijn uit de organisator en verwijder het dopje.
  • Pak de PD-katheter en draai de minicap eraf.
  • Verbind de patiëntenlijn met de PD-katheter.
  • Leg de patiëntenlijn met de rand in het gleufje van de connection shield en druk deze dicht.
3. Starten behandeling:
  • Draai de twistclamp open.
  • Druk op de groene starttoets.
  • De behandeling begint, in het scherm verschijnt eerste uitloop.
  • Kijk bij de eerste uitloop naar het monsterzakje hoe de vloeistof eruit ziet. Na observatie kan de klem van het monsterzakje worden gesloten.

8.3 Afsluiten

1. Als de Homechoice aangeeft einde behandeling, kunt u uzelf afsluiten.einde-behandeling-scherm
2. Leg de spullen klaar die u nodig heeft:
  • Minicap
  • Mondmasker
  • Sterillium
  • Onsteriele gazen 10x10cm
  • Alcohol (70%)
  • Registratielijst APD
3. Draai de Twist-clamp van de PD-katheter dicht.
4. Sluit de klem van de patiëntenlijn.
5. Voorbereiden afsluiten:
  • Sluit ramen en deuren
  • Doe een mondmasker voor
  • Desinfecteer het werkblad
  • Desinfecteer de handen
  • Haal de PD-katheter tevoorschijn
6. Open de verpakking van de minicap.
7. Desinfecteer uw handen.
8. Draai de patiëntenlijn met connection shield van de PD-katheter.
Plaats de minicap op de PD-katheter.
Plaats de patiëntenlijn terug in de blauwe organiser en fixeer de PD-katheter op de buik.
9. Het noteren van de gegevens:
  • Druk op de pijltjestoets naar beneden. Op het display verschijnt de eerste uitloopvolume. Noteer deze gegevens. De eerste uitloop is het dagvolume met ultrafiltratie.



  • Druk nogmaals op de pijltjestoets naar beneden. Op het display verschijnt de totale ultrafiltratie. Noteer deze gegevens.




  • Druk nogmaals op de pijltjestoets naar beneden. Op het display verschijnt de gemiddelde verblijftijd. Noteer deze gegevens.
uitloopvolume-1

totale-uf

gemiddeld-verblijf
10. Druk op de groene toets. Op het display verschijnt sluit alle klemmen. Sluit alle nog niet gesloten klemmen.sluit-klemmen-scherm
11. Druk op de groene toets. Op het display verschijnt sluit alle klemmen / afsluiten.sluit-klemmen-afsluiten-scherm
12. Druk nogmaals op de groene toets. De machine geeft aan even geduld a.u.b.











Op het display verschijnt dan verwijder cassette.
even-geduld-scherm
verwijder-cassette-scherm

13. Het verwijderen van de cassette:
  • Duw de blauwe hendel omhoog zodat de klep open gaat.






  • Verwijder de cassette.
  • Sluit de klep en duw de blauwe hendel naar beneden.
blauwe-hendel-pd

verwijderen-cassette-pd
14. Druk op de groene knop. In het display verschijnt even geduld aub... en vervolgens verbinden met netwerk.
De behandelgegevens worden nu verzonden. Dit kan enkele minuten duren.
verbinden-netwerk-scherm
15. Toestel uitschakelen:
  • In het display verschijnt toestel uitschakelen.
  • U kunt de Homechoice Claria uitschakelen door op de zwarte schakelaar achterop de machine.
toestel-uitschakelen-scherm

toestel-uitschakelen-handeling
16. Meet uw gewicht en bloeddruk en noteer deze.
17. Ruim de gebruikte materialen op. Overgebleven vloeistof kunt u weg laten lopen in de wasbak of het toilet. Aangeraden wordt om dit na te spoelen vanwege het risico op verstopping. De Homechoice Claria kan indien nodig huishoudelijk worden schoongemaakt.

schema-pd

9. Baxter Travacare

Informatie en contact firma Baxter Travacare

De firma Baxter levert medische producten en diensten aan ziekenhuizen, zorginstellingen en patiënten. Onderdeel van Baxter is Travacare. Het team van Travacare ondersteunt patiënten die peritoneaal dialyse uitvoeren.

Travacare is verantwoordelijk voor de coördinatie van:
Alle medewerkers van Travacare zijn getraind om uw problemen op te lossen. Ook buiten kantooruren zijn zij bereikbaar voor noodsituaties bij bijvoorbeeld een kapotte machine of andere materiële problemen.

Travacare heeft toegang tot:

Travelclub

Baxter heeft ook een distributienetwerk waardoor zij op veel (vakantie)bestemmingen binnen en buiten Europa spoelvloeistof en andere benodigdheden kunnen leveren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw PD-verpleegkundige of een medewerker van Baxter Travacare.

Contactgegevens Baxter

Voor bestellingen van materialen neemt u contact op met:
Baxter Travacare
Tel: (030) 248 88 88
Fax: (030) 248 87 55
E-mail: utrecht.travacare@baxter.com

Voor technische problemen met de machine kunt u contact opnemen met:
De Technische Dienst
Tel: (030) 248 88 97
Fax: (030) 248 87 95

Bovenstaande telefoonnummers zijn op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.00 uur. In noodsituaties kunt ook buiten kantoortijden contact opnemen met Travacare.


10. Wat te doen bij problemen of complicaties?

In onderstaand overzicht ziet u welke complicaties kunnen optreden bij peritoneaal dialyse en wat u in het geval van een complicatie moet doen.

ComplicatiesWat te doen?
Buikvliesontsteking
Buikvliesontsteking (peritonitis) herkent u aan:
  • Buikpijn
  • Koorts
  • Troebele uitloop van de spoelvloeistof
  • Misselijkheid en/of braken
  • Diarree
  • Neem direct contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
  • Maak de wisseling van CAPD af en neem de troebele uitloop van de spoelvloeistof mee naar het ziekenhuis.
  • Bij APD kunt u een monster afnemen van de eerste uitloop. Lukt dit niet, kom dan met een volle buik naar het ziekenhuis.
  • Een buikvliesontsteking wordt behandeld met een antibioticakuur van ongeveer twee weken.
Rode/roze uitloop van de spoelvloeistof
De spoelvloeistof kan rood/roze van kleur zijn door:
  • het knappen van een klein bloedvaatje (na bijvoorbeeld zwaar tillen of hoesten);
  • een menstruatie of eisprong.
  • De rode/roze kleur in de spoelvloeistof verdwijnt meestal vanzelf na een paar dagen.
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
Lekkende inloopzakWat u moet doen bij een lekkende inloopzak, is afhankelijk van het moment dat u het lek ontdekt:

Vóór het aansluiten
  • Gooi de zak weg en gebruik een nieuwe
Tijdens het uitlopen

  • Maak de uitloop af.
  • Sluit de zak af.
  • Pak een nieuwe zak en start de inloop.
Tijdens het inlopen

  • Laat de buik weer leeglopen.
  • Neem contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00
Lekkende uitloopzakDit kan geen kwaad. Eventueel kunt u de uitloopzak in een emmer leggen of een nieuwe zak gebruiken.

Beschadiging van de katheter
Een katheter kan beschadigen waardoor er een lek ontstaat. Er is dan een open verbinding met de buikholte. Hierdoor ontstaat er een grote kans op buikvliesontsteking.
  • Plaats een blauwe klem op de katheter.
  • Neem direct contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
  • U mag geen wisselingen meer doen.
Losraken van het katheterverlengstukje
Als het katheterverlengstukje losraakt is er een open verbinding met de buikholte. Hierdoor ontstaat er een grote kans op buikvliesontsteking. Het is belangrijk dat u regelmatig controleert of het verlengstukje goed is aangedraaid. Hiermee verkleint u de kans op buikvliesontsteking.
  • Plaats direct een klem op de katheter zodat de open verbinding gesloten wordt. Hiermee sluit u de open verbinding met de buikholte.
  • Plaats de verlenglijn niet terug op de katheter, maar dek de toegang van de katheter af met een steriel gaasje.
  • Neem direct contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
  • U mag geen wisselingen meer doen.
Aanraken/onsteriel maken van het dopje van de katheter
  • Plaats voor 10 minuten een nieuwe jodiumdop op het uiteinde van de katheter.
  • Na de 10 minuten mag u weer een wissel doen.
  • Na de wissel weer een nieuwe jodiumdop op het uiteinde van de katheter plaatsen.
  • Als u geen wissel meer hoeft de doen dan na 10 minuten een nieuwe jodiumdop plaatsen.
Vloeistof loopt niet in of uit
Wanneer de vloeistof niet in- of uitloopt, kan dat verschillende oorzaken hebben:
  • Er zit nog een klem dicht.
  • Er zit een knik in de lijn.
  • Het breekpijpje is niet goed gebroken.
  • Er zitten eiwitvlokken in de spoelvloeistof.
  • De PD-katheter ligt verkeerd.
  • U heeft last van verstopping (obstipatie).
  • Controleer de lijn op knikjes.
  • Controleer het breekpijpje en de klemmen.
  • Verander van houding: liggen, zitten, hoesten of bewegen.
  • Start met de inloop en oefen druk uit op de zak.
Helpen bovenstaande acties niet? Neem dan contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
Vloeistof loopt langzaam of onvoldoende uit
Vloeistof die langzaam of onvoldoende uitloopt komt vaak doordat uw stoelgang onvoldoende op gang is.
  • Neemt u het voorgeschreven laxeermiddel (Movicolon).
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
Ondervulling
Ondervulling herkent u aan:
  • lagere bloeddruk;
  • lager gewicht;
  • duizeligheid;
  • (veel) dorst;
  • misselijkheid
  • Past u in overleg met uw dialyseverpleegkundige uw dialyseschema aan.
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00. Eventueel moet uw streefgewicht aangepast worden.
Overvulling
Overvulling herkent u aan:
  • hogere bloeddruk;
  • hoger gewicht;
  • benauwdheid/kortademigheid;
  • vochtophoping rond de enkels en/of ogen.
  • Pas de plasmedicatie (diuretica) aan in overleg met de dialyse-afdeling.
  • Pas uw dialyseschema aan in overleg met de dialyse-afdeling.
  • Drink tijdelijk minder.
  • Gebruik minder zout.
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00. Eventueel moet uw streefgewicht aangepast worden.
Huidpoort-/tunnelinfectie
Een huidpoort- of tunnelinfectie herkent u aan:
  • roodheid rond de huidpoort;
  • vocht/pus;
  • pijn;
  • verdikking boven de huidpoort.
  • Neem bij een vermoeden van een infectie contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
  • Maak de huidpoort niet schoon. Er kan dan een kweekje afgenomen worden.
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling.
Wild vlees rondom de insteekopening
Wild vlees rondom de insteekopening herkent u aan:
  • oneffenheden van de huid rondom de insteekopening;
  • wildgroei van de huid.
  • Laat de huid rondom de insteekopening beoordelen bij uw eerstvolgende bezoek aan de dialyse-afdeling.
  • Neem bij twijfel contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 03 00.
Uitlooppijn
Uitlooppijn kan ontstaan als de katheter niet goed ligt. Dit geeft een trekkerig gevoel tijdens de uitloop.
  • Als u bij meerdere wisselingen een trekkerig gevoel heeft, neem dan contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.
Navel- of liesbreuk
Door het plaatsen van de PD-katheter is er meer kans op het ontstaan van een navel- of liesbreuk. Dit herkent u aan pijn een een verdikking rond de navel of lies.
  • Neem bij het vermoeden van een navel- of liesbreuk contact op met de dialyse-afdeling via telefoonnummer (0314) 32 93 00.

11. Controle-afspraken op de polikliniek

Na de trainingsperiode komt u om de 6 tot 8 weken op de dialyse-afdeling voor controle. Wanneer u net begint met PD-behandeling, vinden deze controles vaker plaats. Bijvoorbeeld om de 2 weken. Dit wordt langzaam minder vaak.

Tijdens deze afspraken komt het volgende aan bod:
Wat neemt u mee naar de controle?

12. Effect van de peritoneaal dialyse: kt/V-test

Door middel van een Kt/V-test wordt de effectiviteit van uw PD-behandeling gemeten. Er wordt gekeken naar wat uw nieren zelf nog kunnen (de restfunctie) en wat er met de PD-behandeling aan afvalstoffen wordt uitgescheiden.
Om uw Kt/V te kunnen berekenen hebben wij van u het volgende nodig:
Meer praktische informatie over de Kt/V-test ontvangt u zodra u een afspraak maakt voor de Kt/V. De Kt/V-test kunt u zelf thuis uitvoeren. U moet alleen de dag erna één keer naar het ziekenhuis voor het inleveren van materialen en het afnemen van bloed.

De resultaten van de kt/V-test kan de PD-verpleegkundige gebruiken om uw PD-behandeling te verbeteren. Dit wordt besproken tijdens uw eerstvolgende afspraak op de dialyse-afdeling.

13. Functioneren buikvlies: PET-test

Door middel van een PET-test wordt bepaald hoe uw buikvlies functioneert. Deze test wordt meestal één keer per jaar uitgevoerd. Soms is het nodig om deze test vaker te doen. Bijvoorbeeld als u een buikvliesontsteking heeft gehad.

Bij deze test verblijft u een dagdeel op de dialyse-afdeling. Er wordt bloed afgenomen en er worden verschillende spoelvloeistofmonsters genomen tijdens het wisselen. Meer praktische informatie over de PET-test ontvangt u zodra u een afspraak maakt voor deze test.

De resultaten van de PET-test kan de PD-verpleegkundige gebruiken om uw PD-behandeling te verbeteren. Dit wordt besproken tijdens het volgende bezoek aan de polikliniek.

14. Sporten

Met peritoneaal dialyse kunt u gewoon sporten. Er zijn veel sporten waar u actief aan kunt deelnemen.

Contactsporten en sporten die een verhoogde druk in uw buik geven (bijvoorbeeld buikspieroefeningen) kunt u beter vermijden.

Twijfelt u of een sport geschikt is? Overleg dit dan met uw arts.

Wilt u gaan zwemmen? Dan is het belangrijk dat u de volgende instructies opvolgt:

15. Voeding

Bij een peritoneaal dialyse is het belangrijk dat u zich houdt aan een dieet. Dit dieet wordt altijd samen met uw diëtist vastgesteld. Daarnaast zijn er een aantal andere aandachtspunten:

Vochtinname

Tijdens de trainingen leert u om een evenwicht te vinden tussen uw vochtinname en ultrafiltratie (vocht onttrekken). Dit gebeurt door regelmatig uw bloeddruk en gewicht te controleren.

Glucose

Uw lichaam neemt een deel van de glucose uit de spoelvloeistof op in het bloed. Hierdoor kan het zijn dat u minder eetlust heeft. Ook kunt u aankomen in gewicht. Doordat uw buik continu gevuld is, kunt u een vol gevoel hebben. Dit heeft ook invloed op uw eetlust. Heeft u diabetes? Dan kunnen uw glucosewaarden verhoogd zijn. Eventueel moet dan uw medicatie worden aangepast.

Natrium

Het verschilt hoeveel natrium een PD-patiënt mag gebruiken. Sommige patiënten houden ondanks dat ze minder natrium gebruiken een verhoogd risico op een hoge bloeddruk en overvulling.

Kalium

Een kaliumarm dieet is meestal niet nodig. Past u wel op met grote hoeveelheden kalium en verdeelt u daarom de kaliumhoudende producten zoveel mogelijk over de dag. Als uit bloedonderzoek blijkt dat uw kaliumgehalte te hoog is, kan alsnog besloten worden een kaliumarm dieet te volgen.

Eiwit

U verliest eiwitten via de spoelvloeistof. Wij raden u daarom aan om meer eiwitrijke producten te gebruiken. Bijvoorbeeld kaas, melk, vlees en vleeswaren. Uw diëtiste kan u hierbij helpen.

Energie

Als u onvoldoende energie heeft en te weinig eiwitten binnenkrijgt, kan uw conditie onnodig snel achteruitgaan. Gaat uw eetlust ook achteruit? Bespreek dit dan met uw diëtist.

Aanvulling vitamines

Omdat u tijdens de PD-behandeling belangrijke vitamines verliest, is het van belang deze vitamines aan te vullen. Dit zijn speciale PD-vitamines en zijn enkel verkrijgbaar via de dialyse-afdeling in tabletvorm. Wanneer u start met de PD-behandeling krijgt u van de PD-verpleegkundige deze vitamines voorgeschreven.

16. Vakantie

Zowel met CAPD als APD kunt u op vakantie gaan. Bespreekt u dit vooraf tijdig met uw arts. Om op uw vakantiebestemming uw PD-behandelingen uit te kunnen voeren moeten vooraf een aantal zaken geregeld worden.

Regelen met de dialyse-afdeling

Naast het inlichten van de dialyse-afdeling, is het ook belangrijk dat u de firma Baxter op tijd inlicht over uw vakantie. Baxter is het bedrijf dat onder andere de spoelvloeistof verzorgt. Het bedrijf kan bijna overal ter wereld vloeistoffen regelen. Houdt u wel rekening met de volgende levertijden:
Uw vakantie dient u schriftelijk te melden via het aanmeldformulier. Dit formulier kunt u aanvragen bij Baxter. Baxter vertelt u ook welke artikelen u zelf mee moet nemen, welke zij voor u regelen en welke ziekenhuizen in de buurt van uw vakantieadres bekend zijn met PD (waar u terecht kunt in geval van nood).

Regelen met de PD-afdeling

Regel voor u op vakantie gaat het volgende met de dialyse-afdeling:
Houdt u voordat u op vakantie gaat rekening met het volgende:
Tips:

17. Niertransplantatie

Wanneer u bent gestart met de PD-behandeling en u in aanmerking wilt komen voor een niertransplantatie, kunt u dit bespreken met uw behandelend arts. Uw arts beoordeelt of u hiervoor een geschikte kandidaat bent. Om dit goed te kunnen beoordelen, krijgt u een aantal onderzoeken:

In specifieke gevallen kunnen aanvullende onderzoeken nodig zijn door andere specialisten. Bijvoorbeeld:

Wachtlijst

Alle dialysepatiënten die in aanmerking komen voor een niertransplantatie zijn opgenomen in het computersysteem van de Stichting Eurotransplant. Eurotransplant is een internationale organisatie die een zo goed mogelijke match probeert te vinden tussen de beschikbare donororganen en de patiënten die hiervoor in aanmerking komen. Patiënten en donoren uit België, Duitsland, Hongarije, Kroatië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Slovenië maken allemaal gebruik van Eurotransplant als bemiddelaar.

Als u een geschikte kandidaat bent voor een niertransplantatie, komt u op de wachtlijst. Eurotransplant beschikt over uw volgende gegevens: uw naam, geboortedatum, bloedgroep en weefseltypering. Bij het zoeken naar een match, is ook van belang hoe lang u al op de wachtlijst staat. Als er een geschikte nier voor u beschikbaar is, wordt u opgeroepen.

Controles

Patiënten die op de wachtlijst staan, moeten ieder kwartaal bloedonderzoek laten doen om de gegevens actueel te houden. Het bloedonderzoek heeft als doel om te achterhalen of/welke er antistoffen in het bloed aanwezig zijn. Dit is noodzakelijk om een zo goed mogelijke match te krijgen. Hiermee kan, zodra een nier beschikbaar is, worden bepaald hoe groot de kans is dat de donornier geschikt is.

Bereikbaarheid

Als u op de wachtlijst staat, is het belangrijk dat u goed bereikbaar bent. Zorgt u ervoor dat wij meerdere telefoonnummers van u hebben (desnoods via familieleden of buren) zodat wij u altijd kunnen bereiken. Geeft u ook bij bijvoorbeeld een vakantie of weekendje weg aan hoe u bereikbaar bent.

Oproep voor een niertransplantatie

Als u wordt opgeroepen voor transplantatie door de organisatie Eurotransplant, brengt de nefroloog u op de hoogte. De transplantaties vinden plaats in het Universitair Medisch Centrum Nijmegen (UMCN). Uw dossier met röntgenonderzoeken en laboratoriumuitslagen worden digitaal opgestuurd vanuit het Slingeland Ziekenhuis.

In het UMCN wordt nog een kruisproef gedaan. Bij deze proef wordt gekeken of er klontering van het bloed optreedt als het bloed van u en de donor wordt samengebracht. De uitslag van de kruisproef is na minimaal 4 uur bekend.

Als u wordt opgeroepen voor een niertransplantatie, hoeft u geen spoelvloeistof mee te nemen. Neemt u bij APD de geheugenkaart uit het apparaat mee. Indien nodig, kan er dan na de operatie weer gestart worden met dialyseren.

Vragen

Vragen over niertransplantatie kunt u stellen aan uw behandelend arts.

18. Aantekeningen
































































































































Foldernummer: feb-24