Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Interne Geneeskunde
Diabetes

Insulinepomptherapie

Insulinepomptherapie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Inleiding
Deze folder geeft informatie over insulinepomptherapie. Hoe werkt het, wat zijn de voor-en nadelen, en wanneer zou u kunnen kiezen voor een insulinepomp?
Daarnaast wordt er beschreven hoe het traject er uit ziet als u gaat starten met een insulinepomp.

Wanneer insulinepomptherapie?
Er zijn verschillende redenen om voor insulinepomptherapie te kiezen.
Hoe werkt insulinepomptherapie?
Een insulinepomp is een klein apparaat dat met of zonder een infusieslang vastzit aan uw lichaam. Zonder infusieslang noemen we het een patchpomp. Via de pomp krijgt u steeds een beetje kortwerkende insuline, ook wel basale insuline, toegediend. Dit gaat via een kort naaldje van kunststof of staal onder de huid van uw buik of bil.

Bij eetmomenten heeft u extra (kortwerkende) insuline nodig en moet er met de insulinepomp een maaltijdbolus worden toegediend. Via een boluscalculator voert u de koolhydraten in en de glucosewaarde. Vervolgens krijgt u een advies voor de bolus. De KIR (koolhydraat insuline ratio) en de IGF (insulinegevoeligheid) zijn belangrijke instellingen voor de boluscalculator.

Een insulinepomp draagt u in principe dag en nacht. Een pomp met infuusslang kan ook tijdelijk afgekoppeld worden (maximaal 2 uur) voor bijvoorbeeld sporten, zwemmen of sauna.

Voordelen
Geen 3-4 injecties per dag
In plaats van drie tot vier keer per dag een injectie te geven, brengt u een canule in onder de huid. Dit is één keer per twee à drie dagen.

Nauwkeurige toediening
Met een insulinepomp is de toediening een stuk nauwkeuriger. Dat gebeurt in kleinere hoeveelheden dan bijvoorbeeld met een insulinepen. De insuline komt geleidelijk in het lichaam, terwijl het met de pen in één keer geïnjecteerd wordt.

De ingestelde basaal wordt een programma, patroon of profiel genoemd. Er zijn meerdere basaal profielen in te stellen, omdat de insulinebehoefte verschillend kan zijn. Bijvoorbeeld op werkdagen, vrije dagen of als u in wisselende diensten werkt.

In een basaal patroon kunnen verschillende trajecten en tijdsblokken worden ingevoerd. Per dagdeel is soms minder of meer basaal nodig. De basale insuline kan ook tijdelijk worden verhoogd (met ziek zijn bijvoorbeeld) of verlaagd (bijvoorbeeld tijdens of na het sporten).

Meer flexibiliteit
U kunt makkelijker insuline toedienen. Hierdoor ervaren de meeste mensen meer flexibiliteit. De insuline heeft u namelijk altijd bij u in de pomp. Voor het toedienen van een bolus gebruikt u de pomp, eigen smartphone of een afstandsbediening. Dit is afhankelijk van de soort insulinepomp.

Onopvallend insuline toedienen
Met een insulinepomp kun u vrij onopvallend en discreet insuline toedienen.

Nadelen
Tijd en energie
Het kost tijd en energie om de pomp goed te leren bedienen. Naast de technische kant is het belangrijk om te begrijpen hoe pomptherapie werkt, welke instellingen aangepast kunnen worden en dat u goed de koolhydraten kunt berekenen.

In de voorbereiding worden er extra afspraken gepland bij de diabetesverpleegkundige en de diëtist en u krijgt uitleg over de pomp van de betreffende firma.

Het is een intensieve periode. Onder ‘pomptraject’ leest u meer over het verloop van deze periode.

Iets aan uw lijf

Een insulinepomp draagt u dag en nacht, altijd “iets aan uw lijf”, met of zonder slang. De pomp kan ook zichtbaar zijn voor de omgeving.

Huidproblemen
De pleister van de infuus set van de insulinepomp of patchpomp kan de huid irriteren of in een enkel geval een ontsteking veroorzaken. Er zijn verschillende tips om huidproblemen te voorkomen.

Ontregeling
De insulinetoediening kan stoppen, bijvoorbeeld wanneer het naaldje of slang van de infuus set verstopt raakt of niet meer goed zit.
Aangezien er alleen kortwerkende insuline in de pomp zit, kunnen de glucosewaarden snel stijgen bij een infuus set probleem.
Door minimaal 4 keer per dag de glucosewaarden te blijven meten en op tijd actie te ondernemen, kan een ontregeling worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om te reageren op alarmen.

Pomptraject
Voorbereiding
Als u interesse heeft in pomptherapie en/of gaat starten met de pomp, zullen de volgende afspraken worden gepland:
Het is belangrijk dat u thuis de pomp kunt uitlezen via de PC of laptop en de eventuele apps die van belang zijn hebt gedownload op uw telefoon.

Starten van de insulinepomp
De diëtiste is betrokken tijdens de instelfase.
Tijdens de eerste week is het belangrijk om de voeding zo stabiel mogelijk te houden om tot een goede instelling van de pomp te komen. Probeer P-maaltijden (koolhydraatrijke en of vette maaltijden, zoals pasta, patat, pannenkoek, pizza) zoveel mogelijk te beperken.

Het is een intensieve periode met meerdere afspraken. Daarnaast kost het ook tijd om te leren en de nieuwe behandeling eigen te maken. Overleg met werkgever of school, als dit van toepassing is, om eventueel verlof uren op te nemen.

Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de pomptherapie is uw eigen motivatie en inzet.

Websites voor meer informatie over pomptherapie:
www.diabetesexperts.nl
www.mediq.nl/patient/diabetes/pomptherapie

Vragen
Als u vragen heeft over insulinepomptherapie, stel deze gerust aan de diabetesverpleegkundige.

Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op folders.slingeland.nl.


Foldernummer: mrt-24