Uw familielid/naaste is opgenomen op de afdeling Intensive Care. Op dit moment is het noodzakelijk om hem/haar te helpen met de ademhaling. Dit gebeurt door middel van een beademingsmachine.
Er zijn verschillende redenen om iemand te beademen. Hierover licht de arts u in.
In deze folder leest u meer over de behandeling met de beademingsmachine. In de folder spreken we steeds over de patiënt. We realiseren ons echter dat het hierbij om uw familielid of naaste gaat.
Beademing
Een beademingsmachine is een apparaat dat de ademhaling kan ondersteunen of zelfs helemaal overneemt.
De patiënt krijgt via de mond een beademingsbuisje in de luchtpijp geschoven. Dit beademingsbuisje noemt men een tube (spreek uit als 'tjoep'). De beademingsmachine sluiten wij aan op de tube zodat lucht naar de longen kan worden vervoerd.
De twee belangrijkste beademingsvormen zijn:
- volledige beademing: de beademingsmachine neemt de ademhaling volledig over. Het overnemen van de ademhaling door de machine kan voor de patiënt een vervelende ervaring zijn. Daarom geven wij de patiënt slaapmedicatie om hem/haar in een slaperige/sluimerige toestand te houden. De patiënt hoeft dan niet alles bewust mee te maken.
- ondersteunende beademing: de patiënt ademt zelf en de beademingsmachine biedt hierbij ondersteuning. Als de toestand van de patiënt het toelaat, bouwen we de slaapmedicatie af.
De beademingsmachine, en ook andere apparaten, kunnen gaan piepen. U hoeft hiervan niet te schrikken. De verpleegkundige komt altijd bij de patiënt kijken om de reden van het alarm te achterhalen.
Afbeelding: patiënt wordt beademd met beademingsmachineVerzorging
Slijm wegzuigen
Door de slaapmedicijnen is de patiënt niet in staat om zelf het slijm uit zijn longen op te hoesten. Daarom zuigt de verpleegkundige het slijm regelmatig weg. Dit kan de patiënt een benauwd gevoel geven. Daarom dienen wij voor en na het slijm wegzuigen extra zuurstof toe met een beademingsballon of via de beademingsmachine.
Fixeren
Als een patiënt wat minder in slaap is en hinder ondervindt van de tube, bestaat de kans dat de patiënt de tube of maagsonde verwijdert. Voor de veiligheid van de patiënt is het dan soms nodig om de patiënt met de handen vast te maken (dit noemen we fixeren). Wij lichten u hier (achteraf) over in.
Tandenpoetsen en/of mondspoelen
Dit wordt minimaal tweemaal per dag gedaan door de verpleegkundige.
Eten en drinken
Als de patiënt een tube heeft, is normaal eten of drinken niet mogelijk. De patiënt krijgt daarom voeding via een infuus of maagsonde. Dit is een volwaardige voeding die is afgestemd met een diëtiste.
Als u wilt, is het mogelijk om tussendoor de mond van uw naaste vochtig te maken met een wattenstaafje. Overlegt u dit wel eerst met de verpleegkundige.
Praten tijdens beademing
Wanneer iemand ademt door een tube kan diegene zijn stem niet gebruiken. Een tube loopt tussen de stembanden door zodat er geen lucht langs de stembanden komt.
Als de patiënt in een slaperige toestand verkeert, is het toch mogelijk dat hij/zij alles hoort en voelt. U kunt gewoon tegen hem/haar praten en hem/haar aanraken.
Wanneer de patiënt wakker is, kan deze zijn stem niet gebruiken. U kunt het beste gesloten vragen stellen. Uw naaste kan hierop reageren door middel van knikken of schudden met het hoofd. Op de afdeling zijn er communicatiemiddelen aanwezig. Indien mogelijk kan uw naaste dan letters of woorden aanwijzen op het communicatiemiddel.
Afbouwen van de beademing
Wanneer de toestand van de patiënt het toelaat, bouwen we de beademing af. Dit heet ontwennen. Het ontwennen kan lang duren. Hoe lang dit duurt, is voor elke patiënt verschillend.
Tijdens het ontwennen, ademt de patiënt met minder ondersteuning of zonder beademingsmachine door de tube. Als dit goed gaat, verwijderen we de tube. Nadat de tube is verwijderd, krijgt de patiënt een slangetje in de neus of een zuurstofmasker op de mond en neus waardoor zuurstof wordt toegediend.
Informatie gezondheidstoestand patiënt
Wij vragen uw naaste om twee personen in de familie of kennissenkring als contactpersoon aan te wijzen. Deze contactpersonen kunnen altijd informeren naar de toestand van de patiënt. De contactpersonen kunnen zo andere naasten op de hoogte houden. In verband met de privacy van de patiënt, verstrekken wij alleen informatie aan de contactpersonen. Als de toestand van de patiënt verandert, stellen wij de contactpersonen daarvan op de hoogte.
Wanneer u contactpersoon bent, kunt u ook telefonisch informatie opvragen. In verband met de drukke werkomstandigheden op de afdeling kunt u dit het beste doen om:
- ± 07.00 uur;
- ± 13.00 uur;
- ± 22.30 uur.
Zo nodig kunt u ons tussendoor bellen. Ons telefoonnummer is: (0314) 32 92 55.
Gesprek met intensivist
Als u als contactpersoon met de behandelend intensivist wilt praten, kunt u een afspraak maken via de verpleegkundige of afdelingssecretaresse. Een intensivist is een arts die is gespecialiseerd in Intensive Care. De intensivisten zijn eindverantwoordelijk voor de medische behandeling op onze afdeling.
Vragen
Heeft u na het lezen van de folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van de afdeling Intensive Care. Wij zijn bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 92 55.