Algemeen
U heeft spataderen en wilt hier iets aan laten doen. Er zijn verschillende mogelijkheden om een spatader te behandelen. Een van de mogelijkheden om spataderen te behandelen, is het operatief laten verwijderen van spataderen. De vaatchirurg heeft met u besproken dat een spataderoperatie op dit moment de beste behandeling voor u is.
Wat zijn spataderen
Aderen voeren het bloed terug naar het hart. In het been zitten verschillende soorten aderen. Aan de binnenkant van het been en in de kuit bevinden zich oppervlakkige stamaderen. Dit zijn grote rechte bloedvaten. Diep in de spieren lopen diepe aderen. Tussen de oppervlakkige en de diepe aderen bevinden zich verbindingsaderen. Daarnaast zijn er vele kleine oppervlakkige zijtakken van aderen, die meestal kronkelig verlopen.
Tijdens het lopen knijpt de kuitspier de aderen leeg. In de aderen zitten kleppen die ervoor zorgen dat het bloed door de kuitspier richting het hart wordt gedrukt. Wanneer de kleppen in de aderen niet goed functioneren, kan het bloed uit de benen niet goed worden weggepompt en zetten de aderen uit. In de oppervlakkige stamaderen leidt dat tot spataderen.
Iedereen kan spataderen krijgen. De voornaamste oorzaken zijn erfelijke aanleg, zwangerschap, veel staan of zitten, overgewicht en ouderdom (verzwakking van de aderwand). | |
Waarom behandelen
Veel mensen vinden spataderen niet mooi. Spataderen kunnen ook klachten veroorzaken zoals een moe, zwaar gevoel in de benen vooral na lang staan.
Ook kan door de verhoogde druk in de aderen een huidbeschadiging en verkleuring ontstaan. Afhankelijk van de ernst van de beschadigde kleppen kan dit op den duur leiden tot het ontstaan van een open been.
Voorbereidingen op de operatie
Centraal Planbureau
Wanneer de operatie gepland wordt, gaat u naar het Centraal Planbureau. Hier worden uw bloeddruk, hartslag, lengte en gewicht gemeten. Eventueel is er aanvullend onderzoek nodig, zoals een hartfilmpje of bloedprikken. Ook wordt u gevraagd om thuis een digitale vragenlijst in te vullen in het patiëntenportaal Mijn Slingeland. Het Centraal Planbureau maakt met u een afspraak voor de voorbereiding op de operatie. Deze voorbereiding kan een afspraak in het ziekenhuis op het Pre-operatief spreekuur of digitaal zijn. De keuze is afhankelijk van de operatie en uw gezondheidstoestand.
Afspraak op het pre-operatief spreekuur
Als de voorbereiding op uw operatie in het ziekenhuis plaatsvindt, heeft u een afspraak op het pre-operatief spreekuur. U heeft dan een gesprek met de apothekersassistent en de anesthesioloog. De apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. Neem voor deze afspraak altijd uw actuele medicatieoverzicht mee. Dit overzicht is verkrijgbaar bij uw eigen apotheek. De anesthesioloog bespreekt met u op welke manier u wordt verdoofd tijdens de operatie en met welke medicijnen u eventueel (tijdelijk) dient te stoppen.
Meer informatie over de manier van verdoven vindt u in de
folder Anesthesie. Deze folder staat voor u klaar in Mijn Slingeland. Hier vindt u ook een instructievideo over de pre-operatieve voorbereiding.
De voorbereiding op uw ziekenhuisopname en uw eventuele nazorg ontvangt u digitaal via Mijn Slingeland of er wordt een telefonische afspraak met u gemaakt.
Digitale voorbereiding
Als de voorbereiding op uw operatie digitaal plaatsvindt, hoeft u niet naar het ziekenhuis voor het pre-operatief spreekuur. U ontvangt alle informatie via Mijn Slingeland. Daarna volgt er een telefonische afspraak met de apothekersassistent en indien nodig een telefonische afspraak met de anesthesioloog en de verpleegkundige.
Niet ontharen
Bij u vindt een behandeling plaats in een lichaamsgebied waar mogelijk haar groeit. Door te ontharen kunt u kleine wondjes in de huid krijgen. Hierdoor ontstaan sneller infecties tijdens of na een behandeling. Dit willen we zoveel mogelijk voorkomen. Daarom vragen wij u minimaal een week voor de operatie niet meer zelf het te behandelen gebied te ontharen. De chirurg bepaalt of het nodig is om te ontharen. Als dit het geval is, gebeurt dit direct voor de behandeling in het ziekenhuis.
Aantekenen
Voor de operatie heeft u een afspraak voor het aantekenen van de spataderen op uw been. Het aantekenen gebeurt meestal een dag vóór de operatie of op de dag van de operatie. De secretaresse spreekt dit met u af. U kunt daarna niet meer douchen, anders zijn de aantekeningen verdwenen.
Nagelverzorging
Zorgt u ervoor dat uw nagels kort, schoon en zonder nagellak zijn als u geopereerd wordt. Dit is belangrijk om infecties te voorkomen. Ook kan het operatieteam aan de hand van uw nagels controleren hoe het zuurstofgehalte in uw bloed is. Kunstnagels hoeft u niet te verwijderen, maar meld het wel aan de verpleegkundige als u deze heeft.
Sieraden, gebitsprothese, gehoorapparaat, lenzen, bril, make-up
Doet u uw sieraden (zoals ringen en piercings) thuis alvast af. Om infecties en ander letsel te voorkomen, mag u deze niet dragen tijdens de operatie. Vanwege uw veiligheid mag u tijdens de operatie ook geen bril, lenzen, gebitsprothese, gehoorapparaat en make-up dragen.Niet invetten
Gebruik op de dag van de operatie geen crème op uw benen.
Steunkous
U heeft voor de operatie een steunkous aangemeten gekregen. Zou u de steunkous thuis willen passen, dit om te voorkomen dat de kous niet goed past. Mocht dit zo zijn neemt u dan contact op met poli chirurgie. Deze lange steunkous tot aan de lies, dient u mee te nemen naar uw afspraak de dag na de operatie.
Autorijden
Na de operatie mag u niet zelf autorijden. Neemt u iemand mee naar het ziekenhuis, die u weer naar huis kan begeleiden.
Opname
Meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de medewerker van de receptie bij de hoofdingang. De medewerker van de receptie vertelt u waar u vervolgens wordt verwacht. Voor deze behandeling wordt u altijd een dag opgenomen in het ziekenhuis. U wordt 's ochtends opgenomen en kunt aan het eind van de dag weer naar huis.
De chirurg
Het kan zijn dat u door een andere chirurg wordt geopereerd dan de chirurg die u heeft gezien op de polikliniek.
Operatieve behandeling van de spataderen
Afhankelijk van waar de spataderen zich bevinden, zijn verschillende operaties mogelijk:
- Het verwijderen van de spataderen
- Het strippen van de stamader
Een combinatie van beide operaties is ook mogelijk. De vaatchirurg overlegt met u wat in uw geval de beste behandeling is.
Verwijderen van de spataderen
Deze behandeling wordt uitgevoerd bij zeer uitgebreide zijtakspataderen of als aanvulling op het strippen. Nadat u verdoving heeft gekregen, maakt de vaatchirurg meerdere kleine sneetjes in uw been. Vervolgens verwijdert de vaatchirurg de spataderen door middel van een haakje. De wondjes worden gesloten met hechtstrips of onderhuidse hechtingen. Na de operatie krijgt u een drukverband om.
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de spataderen duurt deze operatie ongeveer 30 tot 45 minuten per been (dit is alleen de operatietijd, dus exclusief de tijd die nodig is voor de voorbereiding en nazorg). Het verwijderen van de spataderen heeft geen gevolgen voor de doorbloeding in de benen. Het bloed zoekt vanzelf een ander bloedvat op.
Strippen van de stamader
Deze behandeling wordt uitgevoerd bij een aangetaste stamader. Nadat u verdoving heeft gekregen, maakt de vaatchirurg een snee in uw lies. Daar wordt de stamader afgebonden. Vervolgens maakt de vaatchirurg een klein sneetje in uw enkel of ter hoogte van uw knie, en brengt een dunne draad in de ader. Dan trekt de vaatchirurg, met behulp van deze draad de stamader uit het been. Dit noemen wij 'strippen'.
Tot slot hecht de vaatchirurg de wondjes met (meestal onderhuidse) hechtingen of hechtstrips. Na de operatie krijgt u een drukverband om.
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de spataderen duurt deze operatie ongeveer 30 tot 45 minuten per been (dit is alleen de operatietijd, dus exclusief de tijd die nodig is voor de voorbereiding en nazorg). Het verwijderen van de stamader heeft geen gevolgen voor de doorbloeding in de benen. Het bloed zoekt vanzelf een ander bloedvat op.
Kosten
Let op: niet alle spataderoperaties worden volledig vergoed door uw verzekering. Het kan zijn dat u een deel zelf moet betalen. Uw arts bespreekt dit met u.
Na de behandeling
Zodra de verdoving is uitgewerkt en de pijnklachten dit toelaten, raden wij u aan op te staan en rond te wandelen onder toezicht van een verpleegkundige. Zodra u zich weer goed voelt en het eten, drinken en plassen geen problemen opleveren, mag u naar huis.
U heeft na de operatie drukverband om uw been gekregen. De dag na de operatie heeft u een afspraak op de polikliniek Vaatchirurgie (of in het weekend op de Spoedeisende Hulp) om het drukverband te verwijderen en de steunkous aan te trekken. U draagt de steunkous de eerste twee dagen dag en nacht. Ook tijdens het douchen mag de kous niet uit. De weken daarna draagt u de steunkous alleen overdag, afhankelijk van uw klachten. Meestal zijn de klachten na vier tot zes weken verdwenen. U kunt de kous uitwassen. De kous kan niet in de droger.
Het is normaal dat er forse blauwe plekken op het been te zien zijn na de operatie. Deze verdwijnen ook binnen vier tot zes weken.
De hechtingen in uw been lossen vanzelf op.
Bijwerkingen na de operatie
Op de plek waar de stamader heeft gezeten en daar waar spataderen zijn verwijderd, hoopt altijd wat bloed op. Daardoor heeft u na de operatie meestal bloeduitstortingen op uw been. Deze bloeduitstortingen verdwijnen na vier tot zes weken vanzelf.
Complicaties
Na de behandeling kunnen de volgende complicaties optreden:
- U kunt forse blauwe plekken krijgen omdat er een bloeding uit een bloedvat kan optreden. Bij zeer ernstige bloedingen kan het nodig zijn de bloeding operatief te stoppen.
- De wond in de lies geneest soms traag. Dat komt door de locatie van de wond, deze ligt in een plooi. Soms sluiten de randen van de lieswond niet geheel tegen elkaar aan. Als u dagelijks doucht en een droge pleister gebruikt, geneest dit normaal gesproken zonder problemen. Zelden treedt een wondinfectie op. De wond wordt dan dik, rood en pijnlijk en u krijgt koorts.
- Trombosebeen: bij elke operatie is er een klein risico op een trombosebeen. De kans op trombose kunt u verkleinen door regelmatig te bewegen.
- Zenuwletsel: in het onderbeen loopt langs de ader ook een zenuw. Door de operatie kan die zenuw beschadigen. Hierdoor kunt u een doof of branderig gevoel aan de binnenzijde van het onderbeen krijgen. Meestal is dit tijdelijk, al kan het herstel maanden duren.
Problemen of vragen na uw opname
Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.Adviezen na een spataderoperatie
Om tot een goed resultaat te komen na de behandeling, is het van belang dat u de volgende adviezen nauwkeurig opvolgt:
- Gebruikt u het geopereerde been niet als standbeen als u stilstaat.
- Wij raden u aan na de operatie zoveel mogelijk te wandelen en zo weinig mogelijk stil te staan. Loop bij voorkeur 2 maal per dag 20 minuten stevig door.
- Legt u, in de eerste week na de operatie, uw been omhoog als u zit of ligt. 's Nachts kunt u uw benen hoog leggen door een kussen onder het voeteneind van uw matras te leggen. Ook daarna is het verstandig uw benen hoog te leggen, bijvoorbeeld als u vocht vasthoudt.
- Indien u pijn aan uw been heeft, neemt u dan een pijnstiller en ga een stuk wandelen. Hierdoor verminderen de pijnklachten en herstelt het been sneller.
- Spataderen verergeren sneller bij mensen met overgewicht. Houd daarom uw gewicht in de gaten en probeer zo nodig af te vallen.
- Het dragen van steunkousen maakt de terugvoer van bloed vanuit de benen makkelijker. Voor mensen met aanleg voor spataderen is het advies daarom om steunkousen/sportkousen te dragen bij langdurig staan, bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden, of langdurig stilzitten, bijvoorbeeld tijdens een lange vliegreis of busreis.
Werk
Afhankelijk van uw werkomstandigheden en uw eventuele klachten kunt u na enkele dagen tot vier weken uw werk hervatten.
Controle na een spataderoperatie
Ongeveer 10 weken na de operatie heeft u een belafspraak met de verpleegkundig consulent vaatchirurgie.
Vragen
Heeft u vóór de behandeling nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de secretaresse van de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer (0314) 32 99 88.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.