Inleiding
Uw behandelend arts heeft in overleg met u besloten een ERCP te laten doen. Dit is een onderzoek waarbij de arts met een kijkinstrument, de endoscoop, de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier kan bekijken.
Deze folder geeft aanvullende informatie over dit onderzoek. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, bespreek deze dan vóór het onderzoek met uw arts.
ERCP
ERCP is een afkorting voor 'endoscopische retrograde cholangio- en pancreaticografie'. In gewoon Nederlands betekent dit: kijkonderzoek van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier met behulp van röntgendoorlichting. Een endoscoop is een dunne flexibele slang waarmee de arts de binnenkant van de holle organen bekijkt. Bij een ERCP wordt contrastvloeistof in de galwegen of de afvoergang van de alvleesklier gebracht. Hierna kunnen röntgenfoto's gemaakt worden.
Voor het onderzoek
Waar moet u van tevoren rekening mee houden?
Nuchter zijn
Het onderzoek vindt meestal 's middags plaats. U mag tot 07.00 uur 's ochtends licht ontbijten. Daarna mag u niets meer eten of drinken. Gebruikt u 's ochtends medicijnen? Vraag dan aan uw arts hoe u dit kunt aanpassen.
Heeft u suikerziekte, dan dient u zeer waarschijnlijk uw medicatie aan te passen. Bent u bij uw huisarts onder controle voor suikerziekte, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts als u hier vragen over heeft. Bent u onder controle bij de internist, dan kunt u bellen met de diabetesverpleegkundige, tel. (0314) 32 96 69.
Gemakkelijke kleding
Tijdens het onderzoek kunt u het beste gemakkelijk zittende (nacht)kleding dragen (geen lange nachtjapon).
Bloedverdunnende medicijnen
Tijdens een ERCP worden soms kleine ingrepen gedaan, zoals bijvoorbeeld het wegnemen van een stukje weefsel. Als u bloedverdunnende middelen gebruikt zoals Sintrommitis of Marcoumar, kan een bloeding optreden. Ook Aspirine en Ascal hebben dit effect. Overleg vooraf met uw arts als u deze middelen gebruikt.
Een nacht in het ziekenhuis
Houdt u er rekening mee dat u na een ERCP meestal één nacht ter observatie in het ziekenhuis moet blijven.
Het onderzoek
Op de verpleegafdeling wordt bij u een infuus ingebracht. Het onderzoek vindt plaats op de röntgenafdeling. U krijgt een knijpertje aan uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. Eventuele losse gebitsdelen doet u uit. Vervolgens plaatst de endoscopie-assistent een soort bijtring tussen uw kaken en de endoscoop om uw gebit te beschermen.
Tijdens het onderzoek ligt u op uw buik op de onderzoektafel. U krijgt via het infuus een slaapmiddel toegediend. De arts brengt nu de flexibele buis door de ring in uw keel in de slokdarm. Is dit eenmaal gebeurd, dan kan de arts de slang verder naar binnen schuiven tot het punt waar galwegen en alvleesklier in de twaalfvingerige darm uitkomen.
Daarna voert de arts via de endoscoop een dun slangetje (katheter) in tot in de galwegen of in de afvoergang van de alvleesklier. Via de katheter wordt nu contrastvloeistof in de afvoergangen gespoten, waardoor deze op de hierna te maken röntgenfoto's goed te zien zijn. Soms lukt het niet om de katheter in de afvoergangen te brengen. In dat geval kan met een naaldvormig draadje de uitgang een beetje worden ingesneden om de opening te vergroten en het invoeren van de katheter te vergemakkelijken.
Via de endoscoop wordt ook lucht ingeblazen. Waarschijnlijk moet u hiervan boeren, dit is heel normaal.
De arts kan tijdens de endoscopie een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek of een andere handeling verrichten. Hij of zij kan bijvoorbeeld tijdens het onderzoek opmerken dat de afvoer van gal of pancreassap wordt verhinderd. In dat geval kan de arts besluiten de kringspier die de afvoergangen afsluit, door te snijden. Dit wordt papillotomie genoemd. Het resultaat is een grotere uitgang, waardoor eventuele galstenen kunnen worden verwijderd. Soms wordt een buisje in de galwegen gebracht (endoprothese). Is het onderzoek klaar, dan wordt de endoscoop weer verwijderd.
Duur van het onderzoek
De voorbereiding op de röntgenafdeling neemt ongeveer 5 tot 10 minuten in beslag. Een ERCP duurt gemiddeld 20 tot 30 minuten. Als de katheter moeilijk in de galwegen of de afvoergang van de alvleesklier te brengen is, kan het onderzoek uitlopen tot 60 minuten.
Doet het onderzoek pijn
Het inbrengen van de slang is voor veel mensen een vervelende gewaarwording. U krijgt altijd een slaapmiddel. Ook hoeft u niet bang te zijn dat u niet meer goed kunt ademen, want bij het inbrengen en het verdere onderzoek blijft er genoeg ruimte over in de keelholte om normaal te ademen. Na afloop van het onderzoek kan uw keel wat rauw en gevoelig zijn, vooral als u veel hebt moeten boeren, maar dit gevoel verdwijnt binnen enkele uren.
Mogelijke complicaties
Een ERCP is een vrij veilige onderzoekmethode. Toch treden er soms complicaties op. Bij 10-15% van de mensen lukt het niet om de katheter in de afvoergangen te brengen. Meestal wordt dan een tweede poging gedaan. Hebt u eerder een maagoperatie gehad, dan is de kans op succes kleiner.
Door het inspuiten van het contrastmiddel kan de alvleesklier soms ontstoken raken. Deze ontsteking is meestal binnen enkele dagen genezen, maar kan soms een ernstig verloop hebben. Na een papillotomie kunnen ontstekingen en bloedingen optreden. Een enkele keer kan het voorkomen dat er tijdens het onderzoek een scheurtje of gaatje in de darmwand ontstaat (een perforatie). In dat geval zal verdere medische behandeling nodig zijn. Verder kan een infectie van de alvleesklier of de galwegen optreden. Deze complicaties komen niet vaak voor.
Na het onderzoek
Na afloop van het onderzoek wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Na het onderzoek mag u heldere vloeistoffen drinken, zoals bouillon, thee, water of appelsap. U mag de volgende dag weer normaal eten en drinken, mits u geen koorts en/of buikpijn heeft. Dit gaat in overleg met de verpleegkundige. Na het onderzoek controleert de verpleegkundige de eerste twee uur om het half uur uw bloeddruk, polsslag en temperatuur. Daarna gebeurt deze controle elk uur.
Krijgt u na de ERCP klachten, zoals meer buikpijn of koorts, meldt dit dan onmiddellijk aan de verpleegkundige.
De uitslag
De arts bespreekt de volgende dag met u wat hij tijdens het onderzoek is tegengekomen. Is er een stukje weefsel weggenomen, dan wordt dit verder onderzocht in een laboratorium. De uitslag daarvan krijgt u ongeveer 10 dagen later van uw behandelend arts te horen. De arts bespreekt met u de bevindingen van het onderzoek en het verdere beloop van uw behandeling.
Weer thuis
Bent u weer thuis en krijgt u klachten zoals buikpijn of koorts? Neem dan contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend belt u met uw huisartsenpost.
Vragen
Heeft u nog vragen, stelt u ze dan tijdens uw bezoek aan de functieafdeling of neemt u telefonisch contact met ons op. Wij zijn op werkdagen van 08.30 - 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 93 35.Kwaliteit en veiligheid
U moet erop kunnen rekenen dat het ziekenhuis goede en veilige zorg biedt. Zorgverleners voeren daarom op belangrijke momenten extra controles uit. Zo controleren verpleegkundigen en artsen voorafgaand aan een onderzoek of behandeling meerdere keren of alles goed voorbereid is. Ook vragen zorgverleners u bijvoorbeeld meerdere keren naar uw naam en geboortedatum. Dit is om er helemaal zeker van te zijn dat het onderzoek of de behandeling plaatsvindt bij de juiste patiënt.Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.