Binnenkort mag u naar huis. Uw behandelend arts heeft dit met u besproken. In deze folder vindt u informatie over uw vertrek uit het ziekenhuis en kunt u de adviezen nalezen.
Ontslaggesprek
De verpleegkundige van de afdeling voert een ontslaggesprek met u. In dit gesprek komen de volgende onderwerpen aan bod: nazorg, vervoer, medicatie, controle en/of nabehandeling.
Uw vertrek uit het ziekenhuis
Nazorg
Tijdens uw opname in het ziekenhuis is met u besproken of u na uw ontslag uit het ziekenhuis nog zorg nodig heeft. Indien nodig is er hulp voor thuis geregeld. Mogelijk gaat u voor tijdelijke opvang naar een verzorgings-, verpleeghuis of revalidatiecentrum. Eventuele hulpmiddelen zijn verkrijgbaar bij de thuiszorgwinkel.
Vervoer
Wanneer u met ontslag kunt, kunt u uw familie of een kennis vragen u op te komen halen. Als het niet mogelijk is om zelf vervoer te regelen kunt u dit overleggen met de verpleegkundige.
Medicijnen
Bij ontslag uit het ziekenhuis schrijft de arts uw medicijnen voor. De apothekersassistent of verpleegkundige bespreekt met u wat er wijzigt in het medicijngebruik. Ook vraagt hij/zij u waar u de medicatie wilt ophalen. U kunt uw medicatie ophalen bij apotheek Oude IJssel in het ziekenhuis (in het TEC-gebouw, boven de huisartsenpost) of bij uw eigen apotheek. De apothekersassistent zorgt ervoor dat de medicijnenlijst naar de juiste apotheek verstuurd wordt.
Als u naar een verzorgings- of verpleeghuis gaat, neemt u de medicijnen mee die u nog thuis heeft liggen. Voor nieuwe medicijnen geeft de apothekersassistent de recepten door aan de apotheek van het verzorgings- of verpleeghuis.
Controle en/of nabehandeling
De arts heeft met u gesproken over een eventuele controle of nabehandeling.
Voor de controle wordt een afspraak gemaakt op de polikliniek. De verpleegkundige bespreekt met u welke afspraken voor u gemaakt zijn. Deze zijn ook terug te vinden in het patiëntportaal Mijn Slingeland. Hier kunt u ook uw medisch dossier inzien. U kunt er onder andere uitslagen bekijken, afspraken maken, herhaalrecepten aanvragen en contact leggen met uw zorgverleners via een elektronisch consult. Meer weten over Mijn Slingeland? Ga naar
mijn.slingeland.nl .
Nawerking anesthesie
Afhankelijk van het soort verdoving kunnen de volgende nawerkingen optreden:
Narcose
Wanneer u onder narcose bent behandeld, kan het voorkomen dat u zich enige tijd na uw ontslag nog niet helemaal fit voelt. U kunt wat keelpijn hebben. Dat komt omdat u tijdens de narcose bent beademd door middel van een buis in uw keel. Het kan ook voorkomen dat u last van spierpijn hebt.
Ruggenprik
Wanneer u een ruggenprik hebt gekregen, kunt u last hebben van rugpijn. Dit heeft te maken met uw houding tijdens de operatie. De rugpijn verdwijnt meestal binnen enkele dagen. U kunt ook last van hoofdpijn hebben. Neem wat meer rust. Als u plat op bed gaat liggen, kan dat de hoofdpijn verminderen. Deze klachten verdwijnen binnen een week.
Plaatselijke verdoving
Bij plaatselijke verdoving kunt u last houden van tintelingen in uw arm en hand. Deze tintelingen verdwijnen in de loop van weken tot maanden vanzelf.
Problemen of vragen na uw opname
Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.Uw mening telt
Het is voor ons belangrijk om te weten hoe u onze zorgverlening heeft ervaren. Op deze manier kunnen wij de kwaliteit blijven verbeteren. Regelmatig sturen wij patiënten thuis een vragenlijst toe waarin wij vragen naar hun mening over onze zorgverlening. U ontvangt deze vragenlijst wanneer u een e-mailadres heeft laten registreren bij de balie of in Mijn Slingeland. Daarnaast kunt u uw mening kwijt op het suggestieformulier 'Bent u tevreden? Kan het beter? Uw mening telt!'. Het suggestieformulier is verkrijgbaar op verpleegafdelingen en poliklinieken. Op de website www.slingeland.nl kunt u een
digitaal suggestieformulier invullen (ga naar Patiënt > Praktische zaken > Klacht of suggestie).
Wanneer u een klacht heeft, kunt u de folder '
Een klacht' raadplegen.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.
Algemene leefregels
Voeding
Doe voorzichtig met zware maaltijden, vooral als u onder volledige narcose bent behandeld. Eet regelmatig kleine hoeveelheden licht verteerbaar voedsel en drink voldoende.
Roken
Roken, vooral kort na een operatie, veroorzaakt vaak klachten van duizeligheid, misselijkheid en braken.
Alcohol
Het is beter de eerste week na uw operatie geen alcohol te gebruiken.
Activiteiten
Houdt u er rekening mee dat een operatie, ook als deze in dagbehandeling is uitgevoerd, invloed heeft op uw lichamelijke conditie. Adviezen:
- Zorg voor voldoende rust en neem de tijd om te herstellen.
- Wij raden u af de eerste dagen na de operatie auto te rijden en zware machines te bedienen.
- U bepaalt, in overleg met uw bedrijfsarts, wanneer u weer kunt gaan werken, tenzij uw specialist u hierover nadrukkelijk heeft geadviseerd.
Medicijnen
Als u medicijnen gebruikt, is het belangrijk dat u de voorschriften in de bijsluiter opvolgt. De werking van medicijnen is doorgaans beter als u zich aan deze voorschriften houdt.
Dieet
Als een diëtist u tijdens uw ziekenhuisopname een advies heeft gegeven over een dieet, krijgt u dit advies schriftelijk mee bij uw vertrek uit het ziekenhuis.
Speciale instructies
- Volg de adviezen uit het boekje dat u krijgt van de mammacareverpleegkundige
Mobiliteit/activiteit
Wij adviseren u om:
- geen huishoudelijke taken te verrichten
- uw armen niet boven uw hoofd te houden
- u niet op te trekken aan uw armen
- niet te fietsen
- geen auto te rijden
- niet te tillen
- niet te sporten
- niet te zwemmen
- niet te werken
- niet onder de zonnebank te gaan
- geen sauna te bezoeken
- anders ........................................................................
Overleg met uw arts wanneer u deze activiteiten weer mag uitvoeren.
Wondverzorging
- Pleister verschonen na .................................................
- Hechtingen worden verwijderd door ...........................
- Hechtingen lossen vanzelf op
- Gebruik geen littekenzalf, tenzij u dit heeft overlegd met uw arts
- Gebruik verbandgazen in uw bh
- Laat de hechtstrips zitten, indien zij vanzelf loslaten doet u er een verbandgaasje op
- Drainverzorging door .................................................
- Anders ........................................................................
Ondersteuning van de borst(en)
- Draag een bh zonder beugels, gedurende ........ dagen
- Draag een speciaal aangemeten bh, gedurdende ........ dagen
- Gebruik een elastische band (tubigrip) om uw borsten, gedurende ........ dagen
- Gebruik een bh en elastische band (tubigrip) om uw borsten, gedurende ........ dagen
Voeding
- Normaal
- Zacht/licht verteerbaar
- Vloeibaar
- Anders ........................................................................
Lichamelijke hygiëne
- Douchen ja/nee/mits ..................................................
- Wond afdekken tijdens het douchen
- Na douchen pleister/verbandgazen verschonen
- Was uw haar door uw hoofd schuin te houden
- Anders ........................................................................
Medicijnen
- Zo nodig paracetamol 500 mg (4 x daags 1 à 2 tabletten of zetpillen)
- Antibiotica
- Anders ........................................................................
Als u diabetes mellitus heeft, kan het zijn dat uw diabetesregulatie verandert door de ingreep. Vooral als uw activiteiten of voedingsgewoonten (tijdelijk) veranderen. Handel als volgt:
- Bij gebruik van tabletten mag u het gebruik voortzetten zoals is voorgeschreven.
- Bij gebruik van insuline kunt u door middel van zelfcontrole en zelfregulatie uw diabetes regelen.
Heeft u vragen en bent u bij uw huisarts onder controle voor uw diabetes, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts. Bent u onder controle bij de internist en heeft u vragen, dan kunt u bellen met de diabetesverpleegkundige, tel. (0314) 32 96 69.