Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst
Klik op deze knop om uit de preview mode te gaan.Verlaat preview

PiMS folder informatie logo

Oogheelkunde

Amblyopie (lui oog)

Amblyopie (lui oog)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
De orthoptist heeft u verteld dat uw kind een lui oog heeft. Bij een lui oog is het oog zelf gezond, maar het kijken van het oog is niet voldoende ontwikkeld. Hierdoor kan uw kind, ook met de juiste bril, niet goed zien.

Normaal gesproken geven beide ogen hetzelfde beeld door aan de hersenen. Als in de kinderjaren één van de twee ogen minder scherp beeld doorgeeft, kiezen de hersenen ervoor om het beeld van dat oog te onderdrukken en vooral te gaan kijken met het goede oog. Het andere oog kan de gezichtsscherpte dan niet volledig ontwikkelen, waardoor een lui oog ontstaat. Het medische woord voor een lui oog is amblyopie.

Oorzaken van een lui oog

Een lui oog kan verschillende oorzaken hebben, waarbij erfelijkheid ook een rol kan spelen.

Scheelzien (strabismus)

Bij scheelzien kijken de ogen niet naar hetzelfde punt, waardoor twee verschillende beelden in de hersenen binnen komen. Om dubbel zien te vermijden, onderdrukken de hersenen het beeld van het oog dat scheel kijkt.

Verschil in brilsterkte (anisometropie)

Een verschil in brilsterkte tussen de ogen zorgt ervoor dat er twee verschillende beelden in de hersenen binnen komen. Het meest onscherpe beeld wordt door de hersenen onderdrukt.

Hoge brilsterkte van beide ogen

Als beide ogen een hoge brilsterkte hebben, krijgen de hersenen van beide ogen een wazig beeld binnen. Zo kan het zicht van beide ogen zich niet goed ontwikkelen en zo een lui oog ontwikkelen.

Afwijking van de bouw van het oog

De ontwikkeling van het zicht kan achterblijven omdat er iets vóór of in het oog zit waardoor geen (scherp) beeld op het netvlies komt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een hangend ooglid (ptosis), troebeling in het hoornvlies (cornea troebeling) of troebeling in de ooglens (staar/cataract).

Sensitieve periode lui oog

Een lui oog kan alleen ontstaan in de periode dat het scherp zien nog in ontwikkeling is. Dit is tot een leeftijd van ongeveer 12 jaar. Wanneer het luie oog behandeld kan worden, hangt af van de oorzaak. Zo is een lui oog door verschil in brilsterkte te behandelen tot ongeveer 12 jaar, maar een lui oog door scheelzien of troebeling van de ooglens tot ongeveer 8 jaar.

Hierbij geldt: hoe eerder de behandeling wordt gestart en hoe beter de behandeling wordt opgevolgd, hoe beter het te verwachten resultaat.

Waarom behandelen we een lui oog?

Omdat het goede oog meestal voldoende ziet, zal uw kind zelf waarschijnlijk niets merken van het luie oog. Toch kan een lui oog in de toekomst een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van leven.
Daarom streven we ernaar om het luie oog uiteindelijk net zo goed te laten zien als het goede oog. We kunnen niet van tevoren zeggen hoe goed de behandeling werkt. Bij sommige kinderen wordt de gezichtsscherpte van het luie oog snel beter, bij andere kinderen gaat het langzamer of blijkt een normale gezichtsscherpte niet haalbaar.

Behandeling

De behandeling kan pas beginnen als de oorzaken van het luie oog zijn vastgesteld en eventueel behandeld.
Bij de behandeling is van belang dat uw kind leert om het luie oog te gaan gebruiken. Het oog moet oefenen om de gezichtsscherpte te verbeteren. Dit kunnen we doen door:

Keuze van de behandeling

De keuze van behandeling is afhankelijk van verschillende factoren, zoals:
Onderstaand schema geeft een overzicht van de verschillende behandelmethoden en de belangrijkste voor- en nadelen.
De orthoptist zal samen met u en uw kind kijken wat het beste bij jullie past. Niet elke behandeling is mogelijk voor elk kind.


BehandelingVoordelenNadelen
Occlusie
  • Geen mogelijkheid tot spieken
  • Vergoed vanuit de basisverzekering
  • Meerdere leuke varianten
  • Eenvoudig uit te voeren
  • Geen bril noodzakelijk, tenzij deze al nodig is
  • Verschillende boeken voor uw kind met uitleg over de behandeling
  • Beloningssysteem om uw kind te stimuleren
  • Tijdens het dragen ziet uw kind minder diepte en heeft een beperkt gezichtsveld.
  • Kans op allergische reactie of huidirritatie
  • Sociaal-emotioneel soms belastend
  • Kan er door uw kind zelf afgehaald worden
Afdekkapje op bril of piratenkapje
  • Relatief goedkoop
  • Meerdere leuke varianten
  • Herbruikbaar, dus duurzamer dan occlusie
  • Eenvoudig uit te voeren
  • Minder kans op huidirritatie of allergie
  • Tijdens het dragen ziet uw kind minder diepte en heeft een beperkt gezichtsveld
  • Sociaal-emotioneel soms belastend
  • Niet vergoed vanuit de basisverzekering
  • Kan er door uw kind zelf afgehaald worden of uw kind kan makkelijk over de bril spieken
Atropine oogdruppels (farmacologische penalisatie)
  • Uw kind blijft diepte zien en het volledige gezichtsveld behouden
  • Vergoed vanuit de basisverzekering
  • Geen bril noodzakelijk, tenzij deze al nodig is
  • De oogdruppel werkt maximaal 2 weken, zonder dat uw kind er iets aan kan veranderen
  • Sociaal-emotioneel minder belastend
  • Eén pupil blijft wijd
  • Behandeling heeft bij een diep lui oog minder effect
  • Kans op bijwerkingen zoals lichtgevoeligheid of allergische reactie
  • Atropine is een giftige stof als deze wordt doorgeslikt
Bangerter folie
  • Het gezichtsveld en een gedeelte van het diepte zien blijven behouden
  • Verschillende sterktes mogelijk die makkelijk te wisselen zijn
  • Eenvoudig uit te voeren
  • Valt voor de omgeving meestal niet op
  • Geen kans op huidirritatie of allergie
  • Uw kind kan over de bril heen spieken
  • Niet vergoed vanuit de basisverzekering
  • Een (extra) bril is noodzakelijk
Optische penalisatie
  • Het gezichtsveld en het grootste gedeelte van het diepte zien blijven behouden
  • Verschillende sterktes mogelijk
  • Eenvoudig uit te voeren
  • Valt voor de omgeving meestal niet op
  • Geen kans op huidirritatie of allergie
  • Uw kind kan over de bril heen spieken
  • Niet vergoed vanuit de basisverzekering
  • Een (extra) bril is noodzakelijk



Risico's van de behandeling

Soms heeft het behandelen van een lui oog ongewenste gevolgen:
Als u één van deze gevolgen opmerkt, neem dan altijd contact op met de orthoptist om eventueel de behandeling bij te stellen.


Verloop van de behandeling

Meestal komt uw kind elke 3 tot 4 maanden op controle. Dit kan korter zijn (bij een intensieve behandeling of wanneer de behandeling verandert) of langer (als de gezichtsscherpte langere tijd stabiel is). De controle-afspraken bij de orthoptist zijn er om het effect van de behandeling te monitoren en eventueel de behandeling bij te stellen.

Als de maximale gezichtsscherpte is bereikt, wordt de behandeling vaak langzaam afgebouwd.

Hoe lang de totale behandeling duurt, verschilt. In de meeste gevallen kunt u ervan uitgaan dat de behandeling enkele jaren duurt. Dit is inclusief het afbouwen en nacontroles. De behandeling duurt vaak langer als de gezichtsscherpte van het luie oog aan het begin erg laag is. Ook als beide ogen even goed zien en het doel dus bereikt is, zijn controles nog steeds belangrijk. Soms kan de gezichtsscherpte na het stoppen met de behandeling weer verminderen. Dan moet de behandeling weer gestart worden.

Vragen

Wanneer u nog vragen heeft, stelt u deze dan aan de behandelend orthoptist bij uw volgende afspraak.

Nederlandse Vereniging van Orthoptisten (NVvO)

Wilt u meer weten over orthoptische aandoeningen? Op de website van de Nederlandse Verenigingen van Orthoptisten vindt u meer informatie: www.orthoptie.nl.

Uw privacy en onze geheimhouding

Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op folders.slingeland.nl.



Foldernummer: 1009-feb 24