Wat is trombose
Trombose is een bloedstolsel (bloedprop) in een bloedvat. Doorgaans stolt het bloed alleen bij een verwonding om verder bloedverlies te voorkomen. Als uw bloed stolt zonder dat er sprake is van een verwonding, ontstaat een bloedstolsel in uw bloedvat. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose leidt tot het (gedeeltelijk) afsluiten van een bloedvat (een ader of slagader).
Antistollingsmedicijnen
Om trombose te voorkomen heeft uw arts antistollingsmedicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen zorgen ervoor dat uw bloed minder snel stolt. Uw arts bepaalt de duur van de antistollingsbehandeling. Antistollingsmedicijnen worden ook wel bloedverdunnende medicijnen genoemd.
Fenprocoumon en acenocoumarol
De meest gebruikte antistollingsmedicijnen zijn de tabletten fenprocoumon (Marcoumar®) en acenocoumarol (Sintrommitis®). Deze tabletten veroorzaken kunstmatig een tekort aan vitamine K in uw bloed. Vitamine K is nodig om uw bloed te laten stollen. Als u deze tabletten gebruikt, heeft u minder vitamine K in uw bloed en doet uw bloed er langer over om te stollen. Als u vitamine K inneemt, stolt het bloed juist weer sneller.
Heparine
Een ander antistollingsmedicijn is een injectie met heparine (Fraxiparine® of Fraxodi®). Deze injecties worden vaak tijdelijk aan het begin van de behandeling gegeven, in combinatie met de tabletten fenprocoumon en acenocoumarol. De trombosedienst bepaalt hoe lang u deze injecties nodig heeft.
Aspirine
Er is ook een antistollingsmedicijn dat is gebaseerd op aspirine (bijvoorbeeld Ascal®). Deze tabletten remmen de werking van de bloedplaatjes. Bloedplaatjes spelen ook een rol bij de bloedstolling. Bij het gebruik van deze tabletten is controle door de trombosedienst niet nodig.
De trombosedienst, locatie Slingeland Ziekenhuis
De antistollingsmedicijnen die u slikt, zorgen ervoor dat uw bloed minder snel stolt. Het is de taak van de trombosedienst u een juiste hoeveelheid antistollingsmedicijnen te geven waardoor de stolling van uw bloed vermindert, terwijl de kans op bloedingen klein blijft. De trombosedienst neemt daarom regelmatig een buisje bloed bij u af om de stollingswaarde (INR) van uw bloed te controleren en de hoeveelheid tabletten eventueel aan te passen.
Werkwijze trombosedienst
Uw huisarts of specialist meldt u aan bij de trombosedienst van het Slingeland Ziekenhuis. U heeft eerst een gesprek met een medewerker van de trombosedienst. Tijdens dit gesprek noteert de medewerker uw gegevens en legt uit wat de werkwijze is van de trombosedienst. Dit gesprek vindt plaats op het Laboratorium Afname in het Slingeland Ziekenhuis, bij u thuis, of op de verpleegafdeling in het ziekenhuis als u bent opgenomen.
Bloedafname
Op de controledag laat u vóór 11.30 uur bloed afnemen. Dit kunt u doen op een van de bloedafname-locaties van de trombosedienst in de regio of op het Laboratorium Afname van het Slingeland Ziekenhuis. Op de website van het Slingeland Ziekenhuis (www.slingeland.nl) vindt u de locaties en de actuele openingstijden van de bloedafname-locaties van de trombosedienst in de regio.
Bloedafname aan huis
Indien u om een medische reden niet in staat bent om naar een bloedafname-locatie te komen, is het mogelijk dat een doktersassistente bij u thuis komt voor bloedafname. Uw behandelend arts kan hiervoor een aanvraag indienen bij het laboratorium. Indien u een hond heeft, verzoeken wij u deze in een aparte ruimte te plaatsen als er bij u thuis bloed wordt afgenomen.
Verhinderd
Bent u verhinderd op de controledag, neem dan contact op met de trombosedienst. U kunt dan een nieuwe controledatum afspreken.
Uitslag
Op de dag dat uw bloed is gecontroleerd, dient u 's middags tussen 13.00 en 16.30 uur telefonisch bereikbaar te zijn. Indien nodig kan de trombosedienst u bellen om een wijziging in de hoeveelheid tabletten van deze dag door te geven. De volgende dag ontvangt u per post de doseerkalender waarop de hoeveelheid in te nemen tabletten voor de komende dagen of weken vermeld staat. Op deze kalender staat ook de volgende controledatum vermeld.
Wisselende dosering
Een verandering in de hoeveelheid tabletten betekent niet dat het beter of slechter met u gaat. Het is bedoeld om de stollingswaarde in uw bloed in balans te houden. Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op uw bloedstolling. Denkt u hierbij aan ziekte, koorts, het gebruik van medicijnen zoals antibiotica, aspirine en multivitaminetabletten met vitamine K, overmatig drankgebruik en stress. Daarom kan de hoeveelheid tabletten per persoon en per dag verschillen.
Gebruik van antistollingsmedicijnen
Neem dagelijks de voorgeschreven hoeveelheid antistollingsmedicijnen in één keer in op een vast tijdstip rond het avondeten. Schrijf op de doseerkalender dat u de tabletten van die dag heeft ingenomen, bijvoorbeeld door er een kruisje bij te zetten. Zo voorkomt u vergissingen.
Let op: de aangegeven hoeveelheid tabletten kan per dag verschillen. Neem altijd de aangegeven hoeveelheid tabletten in. Niet meer, maar ook niet minder.
Online doseerkalender
U kunt uw doseerkalender ook online raadplegen via Portavita Digitaal Logboek (
www.digitaallogboek.nl). Bij de uitleg van de trombosedienst heeft u een brief ontvangen, waarin staat hoe u zich kunt aanmelden. Mocht u deze niet hebben ontvangen, dan kunt u contact opnemen met de trombosedienst.
De website Portavita Digitaal Logboek biedt toegang tot uw patiëntdossier. Dat wil zeggen: uw doseerkalender, het verloop van uw INR’s en mededelingen, gegevens over uw indicatie, uw persoonsgegevens, etc. Ook bestaat de mogelijkheid om digitaal berichten uit te wisselen met de trombosedienst. De verbinding tussen het Portavita Digitaal Logboek en de trombosedienst is goed beveiligd en te vergelijken met de verbinding met uw bank. Het gebruik van het Portavita Digitaal Logboek geeft u meer zelfstandigheid, betrokkenheid en vrijheid.
Let op: De papieren doseerkalender wordt altijd toegestuurd, ook als u gebruik maakt van de digitale doseerkalender.
Belangrijk
Het is van belang dat u in een aantal gevallen contact opneemt met de trombosedienst om te laten beoordelen of een aanpassing van het aantal tabletten nodig is. Mogelijk wordt uw controleafspraak dan vervroegd.
Neemt u contact op met de trombosedienst bij:
Bloedingen
Bijvoorbeeld als u spontaan een bloedneus krijgt, zonder aanwijsbare reden grote blauwe plekken krijgt, gesprongen adertje(s) in uw oog heeft of bloed in uw urine opmerkt. Bloedverlies in de maag geeft zwarte ontlasting. Ook in dat geval neemt u contact op met de trombosedienst.
Ziekte
Als u ziek bent, koorts heeft, diarree heeft en/of overgeeft.
Verandering van medicijnen
Als u er nieuwe medicijnen bij krijgt of stopt met medicijnen. Krijgt u een antibioticakuur, neem dan direct contact op met de trombosedienst. Heeft u een pijnstiller nodig, dan kunt u paracetamol gebruiken. Hiervan mag u per 24 uur 8 tabletten gebruiken. Gebruikt u meer dan deze hoeveelheid dan dient u dit te melden aan de trombosedienst.
Medische ingrepen
Meld minimaal een week van tevoren aan de trombosedienst als u wordt opgenomen in het ziekenhuis, bij cardioversie of bij medische ingrepen waarbij bloed vrij kan komen, zoals een punctie, een injectie in een spier of een maag- of darmscopie. Vertel uw tandarts dat u antistollingsmedicijnen gebruikt en licht de trombosedienst tijdig in als uw tanden of kiezen getrokken moeten worden.
Zwangerschap
Antistollingsmedicijnen kunnen afwijkingen veroorzaken bij het nog ongeboren kind in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Als u voor een beperkte tijd antistollingsmedicijnen gebruikt, kunt u beter niet zwanger worden in die periode. Gebruikt u langdurig antistollingsmedicijnen en wilt u graag zwanger worden, bespreek dit dan met uw specialist. Er bestaan veilige alternatieve behandelingsmethoden voor moeder en kind.
Vakantie
Stel de trombosedienst 2 à 3 weken voor uw vakantie op de hoogte van uw vakantieplannen. Zo nodig krijgt u advies over de controle elders. Dit is ook mogelijk in het buitenland.
Tablet(ten) vergeten
Mocht u vergeten zijn de tablet(ten) in te nemen tijdens het avondeten, maar denkt u er later op de avond nog aan, dan kunt u de tablet(ten) die avond alsnog innemen.
Merkt u pas een dag later dat u vergeten bent de tablet(ten) in te nemen, dan mag u die tablet(ten) niet meer innemen. Het is belangrijk dat u de trombosedienst nog dezelfde dag meldt dat u de tablet(ten) niet hebt ingenomen. Als u op een dag in het weekend of op een feestdag de tablet(ten) vergeet in te nemen, dan noteert u dit op de doseerkalender. Bij uw eerstvolgende controledag geeft u dit door aan de trombosedienst. Een eventuele aanpassing van de hoeveelheid tablet(ten) is namelijk alleen de dag nadat u uw tabletten bent vergeten, nog zinvol.
Zelfmeting en zelfdosering
Als u langer dan 6 maanden antistollingsmiddelen moet gebruiken, is het mogelijk om zelf uw bloed te testen, uw INR te bepalen en zo nodig uw dosering aan te passen. De INR geeft de mate van antistolling aan. Bij een hoge INR heeft u meer kans op een bloeding en bij een lage INR heeft u meer kans op trombose.
Zelfmeting
U kunt zelf uw bloed testen en uw INR bepalen door middel van een vingerprik. Dit kunt u doen met behulp van een zelfmeetapparaat. De arts of doseeradviseur van de trombosedienst bepaalt vervolgens uw doseerschema. Minimaal 1 keer per jaar komt u nog wel terug bij de trombosedienst voor controle en voor het aanvullen van de benodigde materialen.
Voordat u zelf uw bloedwaarde gaat meten, is het van belang dat u een training volgt. Deze wordt gegeven door medewerkers van de trombosedienst van het Slingeland Ziekenhuis. Tijdens de training krijgt u uitleg over stolling en antistolling, de INR-waarde en het zelfmeetapparaat. De training bestaat uit drie bijeenkomsten.
Zelfdosering
Naast het zelf meten van uw INR, kunt u ook uw eigen doseerschema opstellen. In een training leert hoe u uw doseerschema opstelt op basis van uw INR-waarde.
Interesse
Heeft u interesse in zelfmeting en eventueel zelfdosering? Neemt u dan contact op met de trombosedienst van het Slingeland Ziekenhuis.
Vragen/contact
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de trombosedienst, locatie Slingeland Ziekenhuis. De trombosedienst is van maandag tot en met vrijdag van 08.00 - 12.30 uur en van 13.30 - 17.00 uur bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 92 24. Buiten kantooruren is een antwoordapparaat aangesloten. Hierop is een keuzemenu opgesteld met de meest voorkomende vragen. U kunt ook een e-mail sturen naar
trombosedienst@slingeland.nl. Uw e-mail wordt binnen één werkdag beantwoord. In noodgevallen adviseren wij u contact op te nemen met uw huisarts.
Klacht over de trombosedienst
Heeft u een klacht over uw behandeling bij de trombosedienst? Bespreek deze dan in eerste instantie met de betrokken medewerker(s). Mocht u na dit overleg niet tevreden zijn, neemt u dan contact op met de leidinggevende van de trombosedienst, bereikbaar via het telefoonnummer (0314) 32 92 24. Is ook dit overleg niet naar uw tevredenheid, dan kunt u contact opnemen met een klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Meer informatie over het indienen van een klacht vindt u in de folder
'Een klacht'. Deze folder vindt u op
www.slingeland.nl.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.