Algemeen
In overleg met de behandelend arts van uw kind, heeft u samen besloten tot een MRI-onderzoek. De specialist vult samen met u het aanvraagformulier voor het MRI-onderzoek in. MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Het is een methode om zonder röntgenstralen foto's te maken van het inwendige van de mens. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een sterk magnetisch veld en radiogolven. Met behulp van deze radiogolven en het magnetisch veld worden signalen in het lichaam opgewekt. Een antenne vangt vervolgens deze signalen op en de computer vertaalt ze in een beeld. Het is een onschadelijk en pijnloze techniek om delen van het lichaam in beeld te brengen.
U kunt tijdens het onderzoek bij uw kind blijven. U zit dan dichtbij uw kind en krijgt oordopjes in.
Voorbereiding
Probeer uw kind op het onderzoek voor te bereiden door op zijn/haar niveau uit te leggen wat er gebeurt tijdens het onderzoek. Het is van groot belang dat uw kind tijdens het onderzoek stil blijft liggen. Er zijn diverse mogelijkheden die hierbij kunnen helpen:
- Bij het maken van een afspraak voor dit onderzoek is er gelegenheid de MRI-kamer op de röntgenafdeling te bekijken.
- Neem een vertrouwd speeltje mee (zonder metaal).
U en uw kind mogen geen metalen voorwerpen dragen of bij u hebben (bijvoorbeeld sleutels, telefoon, munten, bankpasje, haarclip, sieraden, horloge). Het sterke magnetische veld in de onderzoeksruimte trekt namelijk metaal naar zich toe. Om gevaarlijke situaties te voorkomen dienen alle metalen voorwerpen buiten de onderzoeksruimte te blijven.
Waardevolle bezittingen kunt u beter thuis laten. Andere eigendommen kunt u in de kleedruimte achterlaten.
Insulinepomp of glucosesensor
Heeft u of uw kind een insulinepomp? Deze moet voor het onderzoek afgekoppeld worden. De pomp mag niet mee in de MRI-ruimte.
Heeft u of uw kind een glucosesensor? Deze kan op uw arm of op de arm van uw kind blijven zitten, maar werkt mogelijk niet goed of helemaal niet meer na de MRI. Lees daarom voor het onderzoek de sensor uit. Controleer in de 2 dagen na het onderzoek de waardes van u of uw kind met behulp van de sensor en de vingerprik. Komen de waardes niet overeen of werkt de sensor niet meer? Dan moet u de sensor vervangen. U kunt eventueel uw afspraak verzetten naar een dag dat u of uw kind de sensor (bijna) moet wisselen.
Voor het onderzoek
In verband met het magnetisch veld tijdens het onderzoek vult de behandelend arts uit voorzorg met u een screeningslijst in. Dit is een vragenlijst voor uw kind en uzelf, wanneer u meegaat. Daarin wordt onder meer gevraagd of u zwanger bent, of u metaal in uw lichaam hebt, zoals een pacemaker of vaatclips. Wanneer dat het geval is, is het raadzaam dat een ander met uw kind meegaat naar het onderzoek.
De medisch pedagogisch zorgverlener, verpleegkundige of assistente van de polikliniek bereidt uw kind voor op het onderzoek. Dit gebeurt via mondelinge uitleg en foto's van het onderzoek.
Het onderzoek
De laborant roept u en uw kind voor het onderzoek. Na controle op metaaldelen komt u in de MRI-ruimte. Hier gaat uw kind op de onderzoektafel liggen. De laborant schuift de tafel in een open tunnel, waar de opnames worden gemaakt. Wanneer uw kind een MRI-onderzoek van het hoofd krijgt, gebruiken ze kleine kussentjes om uw kind te helpen om stil te liggen. Er is een spiegel zodat uw kind u kan blijven zien. Uw kind krijgt een bel in de handen voor als er iets is.
Tijdens het onderzoek dient uw kind zo stil en ontspannen mogelijk te blijven liggen. De foto's kunnen mislukken als hij/zij beweegt. Gedurende het onderzoek hoort uw kind harde kloppende geluiden. Uw kind krijgt daarom een koptelefoon op, zodat het naar muziek kan luisteren. U kunt hiervoor ook zelf een cd meenemen.
Een onderzoek bestaat uit meerdere opnamen. De kortste opname duurt 1 minuut, de langste kan 20 minuten duren. Het is mogelijk dat uw kind vóór of tijdens het onderzoek contrastvloeistof krijgt toegediend. Dit dient de radioloog/laborant toe via de infuusnaald in de arm. Uw kind heeft dan al een infuusnaald gekregen op de kinderafdeling. |
|
Contrastvloeistof
Afhankelijk van het te onderzoeken orgaan of onderzoeksmethode krijgt uw kind een contrastvloeistof ingespoten. Door middel van de contrastvloeistof kan een orgaan of bloedvat beter afgebeeld worden.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt een half uur tot een uur.
Na het onderzoek
Wanneer uw kind contrastvloeistof ingespoten heeft gekregen, dient uw kind na het onderzoek meer te drinken dan normaal.
Bijwerkingen
Door de contrastvloeistof kunnen overgevoeligheidsverschijnselen optreden. Dit gebeurt echter zelden.
De uitslag
De radioloog of physician assistant beoordeelt het onderzoek en geeft de bevindingen door aan de behandelend arts. Deze stelt u van de resultaten op de hoogte bij een volgend bezoek.Bij verhindering
Als u op het afgesproken tijdstip bent verhinderd, belt u dan zo snel mogelijk naar de afdeling Radiologie. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 08.00 - 17.00 uur op telefoonnummer (0314) 32 95 05.Filmpje
Via de link
www.slingeland.nl/mri-scan-3 kunt u een filmpje bekijken over wat u kunt verwachten als uw kind een MRI-scan krijgt.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u ze dan gerust aan de behandelend arts, radioloog, physician assistant of aan de medewerkers van de afdeling Radiologie.Hoe gaan wij om met vertrouwelijke gegevens van uw kind
Zodra uw kind in het ziekenhuis komt, leggen wij persoonlijke gegevens over hem/haar digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die uw kind behandelt en de zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn mogen deze gegevens inzien. U mag de gegevens van uw kind inzien als uw kind jonger is dan 12 jaar. Is uw kind 12 jaar of ouder, dan moet uw kind hiervoor toestemming geven.
Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het 'Privacyreglement Patiënten', vraag ernaar bij uw zorgverlener). De kinderartsen vinden dat ook artsen die werkzaam zijn bij het consultatiebureau alle belangrijke medische informatie over uw kind moeten hebben. Deze informatie wordt daarom standaard doorgestuurd aan de arts van het consultatiebureau en zo nodig de schoolarts. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, dan kunt u dat mondeling én schriftelijk kenbaar maken bij de kinderarts die uw kind behandeld.
Daarnaast kunnen de huisarts, de huisartsenpost en de apotheker een samenvatting van de medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl (klik op: Patiënteninfo > Folders).