Amandelen verwijderenBinnenkort zullen uw amandelen worden verwijderd. De arts heeft u uitgelegd waarom en op welke wijze deze ingreep zal plaatsvinden. In deze folder kunt u het een en ander thuis nog eens nalezen.
Wat zijn amandelenAmandelen zijn knobbels, die zich achterin de keel en neus bevinden. Amandelen hebben als taak binnendringende bacteriën en ziektekiemen onschadelijk te maken en de weerstand tegen ziekte te vergroten. Zij werken als een soort filter en zolang dat goed gaat zijn amandelen zeer nuttig.

De keelamandelen kunnen ook voortdurend in een meer of minder ontstoken toestand verkeren, in zo'n geval treden klachten van moeheid, hangerigheid, afgenomen eetlust en slechte adem op de voorgrond. In de hals zijn dan vaak verdikte lymfeklieren te voelen. Zeer grote keelamandelen kunnen zelfs de ademhaling enigszins belemmeren. Dit kan nachtelijke onrust met onregelmatig snurken tot gevolg hebben.
In eerste instantie zal men proberen u te behandelen met medicijnen.
Wanneer amandelen verwijderenWanneer de amandelen ondanks behandeling niet meer herstellen en de arts heeft vastgesteld dat ze bij u meer kwaad dan goed doen, zal hij u adviseren de amandelen te laten verwijderen. Goed werkende amandelen zijn op zich nuttig, maar niet onmisbaar. Als ze eenmaal verwijderd zijn, nemen andere klieren hun taak over.
Voorbereiding op de operatiePre-operatief spreekuurVoordat u wordt opgenomen in het ziekenhuis heeft u een gesprek met een anesthesioloog en een verpleegkundige. Dit noemen we het pre-operatief spreekuur. Tijdens dit spreekuur wordt gekeken of er nog aanvullend onderzoek nodig is voor de operatie (bijvoorbeeld bloedprikken of een hartfilmpje). Ook bespreekt de anesthesioloog met u op welke manier u wordt verdoofd tijdens de operatie en met welke medicijnen u eventueel (tijdelijk) dient te stoppen. De verpleegkundige geeft uitleg over de opname en uw verblijf in het ziekenhuis. Ook legt de verpleegkundige uit wat u voor de operatie wel en niet mag eten en drinken.
Voorafgaand aan het pre-operatief spreekuur heeft u een afspraak op het medicatiespreekuur. Een apothekersassistent neemt uw medicijngebruik met u door. Neem voor deze afspraak altijd uw actuele medicatieoverzicht mee. Dit overzicht is verkrijgbaar bij uw eigen apotheek.
Bovengenoemde afspraken worden gemaakt op het Centraal Planbureau.
Bloedverdunnende medicijnenEen normale bloedstolling na de operatie is van groot belang. Daarom mag u voorafgaande aan de operatie geen bloedverdunners (Aspirine, Acetosal, Ascal etc.) gebruiken. Ditzelfde geldt voor pijnstillers die behoren tot de groep NSAID's (Ibuprofen, Naproxen, Diclofenac etc.). Deze middelen zorgen ervoor dat het bloed minder goed of helemaal niet stolt. Het gaat met name om medicijnen die acetylsalicylzuur bevatten. Overleg met uw KNO-arts wanneer u moet stoppen met het innemen van deze medicijnen.
Nagelverzorging
Zorgt u ervoor dat uw nagels kort, schoon en zonder nagellak zijn als u geopereerd wordt. Dit is belangrijk om infecties te voorkomen. Ook kan het operatieteam aan de hand van uw nagels controleren hoe het zuurstofgehalte in uw bloed is. Kunstnagels hoeft u niet te verwijderen, maar meld het wel aan de verpleegkundige als u deze heeft.
Sieraden, gebitsprothese, gehoorapparaat, lenzen, bril, make-up
Doet u uw sieraden (zoals ringen en piercings) thuis alvast af. Om infecties en ander letsel te voorkomen, mag u deze niet dragen tijdens de operatie. Vanwege uw veiligheid mag u tijdens de operatie ook geen bril, lenzen, gebitsprothese, gehoorapparaat en make-up dragen.
Ziek/wondjesAls u ziek bent, koorts heeft, zweren of ontstoken wondjes in het gezicht heeft kan de behandeling niet doorgaan. Neem in dat geval contact op met de assistente van de KNO-artsen en maak een nieuwe afspraak.
Na de operatieNa de operatie gaat u weer terug naar de verpleegafdeling.
U zult na de operatie keelpijn hebben. Die straalt soms uit naar de oren. Om herstel te bevorderen en een eventuele nabloeding te voorkomen is het belangrijk dat u begint met drinken. Zodra het drinken goed gaat wordt het infuus verwijderd. Om de kans op nabloeding te verkleinen, krijgt u ijswater te drinken en een ijskraag om uw hals. Het kan zijn dat u misselijk bent en dat u oud bloed braakt. Dat is normaal.
OntslagAls alles goed gaat mag u weer naar huis. Meestal mag u dezelfde dag weer naar huis. U krijgt van de verpleegkundige informatie over de nazorg. Vaak wil de KNO-arts u nog zien voor u naar huis gaat.
Weer thuisDe eerste dag kunt u bloederig slijm in de mond hebben. U kunt dit uitspugen. Soms bent u misselijk en spuugt u donker braaksel. Dit is oud bloed. Ook de eerste ontlasting kan een donkere kleur hebben.
Gedurende enkele dagen heeft u een onaangename ademlucht. Dit komt door de open wondvlakte in de keelholte. Het wondvlak ziet er grauw-wit uit, dit is niet verontrustend. Bovendien kan de eerste dagen koorts optreden. Blijft u in dat geval liever binnen.
VoedingsadviezenDe eerste dag (dag van de ingreep):
Elk half uur iets kouds drinken. Dranken zonder koolzuur, bijvoorbeeld ranja, water of waterijsjes. Koude dranken zorgen ervoor dat de bloedvaten in de keel sneller dicht trekken. Als u melkprodukten gebruikt, neem er dan water achteraan. Dit in verband met slijmvorming. Drinken is goed tegen de keelpijn en eventuele koorts. Probeer met grote slokken te drinken. Dat is minder pijnlijk dan kleine slokjes.
De eerste week niet iets heets drinken of eten.
De volgende dagen:
De voeding langzaam opbouwen.
PijnbestrijdingBij pijn kunt u zo nodig een paracetamol nemen. Dosering: zo nodig kunt u viermaal daags 1 of 2 tabletten van 500 mg innemen. Deze pijnstilling bestaat ook als zetpil. Neemt u voorlopig geen middelen die acetyl-salicylzuur/NSAID's bevatten (zoals bijvoorbeeld Aspirine, Acetosal, Ibuprofen enz.).
Werken en sportenU mag één à twee weken niet werken, sporten of zwemmen. Let op dat u niet te warme douches neemt en dat u niet in de zon gaat zitten. Dit verhoogt de kans op nabloedingen. Blijf nog even doorgaan met ijswater drinken en zo nodig een ijskraag dragen.
Mogelijke complicatiesBij iedere operatie, ook het verwijderen van amandelen, is er sprake van enig risico. In dit geval is het voornaamste risico een nabloeding.
In de volgende situaties dient u contact op te nemen met uw huisarts of de huisartsenpost:
- overgeven van grote hoeveelheden zwart braaksel;
- overgeven van vers rood bloed;
- koorts (temperatuur hoger dan 38ºC).
Problemen of vragen na uw opname
Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.
Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens omZodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het ‘Privacyreglement Patiënten’, vraag ernaar bij uw zorgverlener).
Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft.
Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl.