Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Chirurgie

Carpale-tunnel-syndroom

Carpale-tunnel-syndroom

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Algemeen

Bij het Carpale-tunnel-syndroom is een gevoelszenuw in de pols bekneld geraakt. De zenuw heet de Nervus Medianus of middelste zenuw en loopt door een tunnel onder de dwarse polsband. De beknelling in de tunnel ontstaat door zwelling van het bindweefsel. Een kleine operatieve ingreep kan de druk op de zenuw verminderen.

Klachten van het Carpale-tunnel-syndroom (CTS)

De klachten kunnen nogal verschillen. Zo kan men last hebben van:

Afbeelding: Carpale-tunnel-syndroom

Veel patiënten hebben 's nachts klachten. Hoewel de klachten meestal één hand betreffen, komt het ook voor dat men later last krijgt van de andere hand. De klachten komen nogal eens voor tijdens en na de zwangerschap of aan het begin van de overgang.

De neuroloog heeft vastgesteld dat u het carpale-tunnel-syndroom (CTS) heeft. De neuroloog heeft een operatie voorgesteld. De operatie heeft tot doel om de beknelde middelste armzenuw in uw pols meer ruimte te geven. Als u in overleg met de arts heeft besloten deze operatie te ondergaan, wordt meteen een afspraak gemaakt voor een (poliklinische) behandeling.

De ingreep vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving. Het grote voordeel hiervan is dat u direct na de behandeling naar huis kunt. Bij uitzondering wordt er gekozen voor volledige narcose. In dat geval wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Ook moet u dan naar het pre-operatief spreekuur voor screening door een anesthesioloog.

In deze folder vindt u meer informatie over de operatie. De chirurg bespreekt de informatie uit de folder met u.

Voorbereiding


Niet nuchter

U hoeft voor de poliklinische ingreep niet nuchter te zijn. Dit betekent dat u op de dag van operatie kunt eten en drinken.

Kleding

Omdat u na de ingreep een verband om krijgt, raden wij u aan kleding met wijde mouwen aan te trekken, die ruimte laten voor het verband.

Nagelverzorging

Zorgt u ervoor dat uw nagels kort, schoon en zonder nagellak zijn als u geopereerd wordt. Dit is belangrijk om infecties te voorkomen. Kunstnagels hoeft u niet te verwijderen, maar meldt het wel aan de verpleegkundige als u deze heeft.

Sieraden

Doet u uw sieraden (zoals ringen en piercings) aan de te opereren hand thuis alvast af. Om infecties en ander letsel te voorkomen, mag u deze niet dragen tijdens de operatie.

Insmeren van de handen/armen

Smeer uw handen en armen voor de behandeling niet in met zalf, crème of lotion. Het desinfecterende middel werkt dan niet goed.

Begeleiding

Wij adviseren u iemand mee te nemen die u na de ingreep naar huis kan begeleiden.

Medicijnen

Wanneer u medicijnen gebruikt of ergens overgevoelig voor bent (bijvoorbeeld pleisters of jodium), is het belangrijk dat u dit voor de ingreep aan de chirurg meldt.

Wanneer u bloedverdunnende middelen gebruikt, dient u eventueel een paar dagen te stoppen met het innemen van deze medicatie. De chirurg bespreekt dit met u.

Waar en wanneer meldt u zich

U neemt op het afgesproken tijdstip plaats in de wachtruimte van de poliklinische operatiekamers (souterrain, route 22). U hoeft zich niet te melden. Een doktersassistente haalt u op uit de wachtruimte.

Verhinderd

Als u verhinderd bent voor uw afspraak, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact op met het secretariaat van de chirurgen. In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden. Het telefoonnummer is (0314) 32 99 88.

De ingreep

De doktersassistente brengt u naar de behandelkamer. Het kan zijn dat u door een andere chirurg wordt geopereerd dan de chirurg die u heeft gezien op de polikliniek.
Voor de ingreep wordt uw huid gedesinfecteerd. Vervolgens krijgt u een plaatselijk verdovende injectie. De chirurg maakt een sneetje in uw handpalm van ongeveer 2 centimeter. De chirurg snijdt de dwarse polsband door, zodat de tunnel wijder wordt. De zenuw krijgt nu weer meer ruimte. Vervolgens hecht de chirurg de wond en krijgt u een drukverband om uw pols.

Duur van de ingreep

De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.

Na de ingreep

Na de ingreep blijft u ongeveer 30 minuten ter controle. Indien alles in orde is, kunt u naar huis. De verdoving werkt nog een paar uur. Mocht u pijn hebben, dan kunt u paracetamol innemen. Gebruik per dag maximaal vier maal daags twee tabletten paracetamol van 500 mg.

Het drukverband kunt u de volgende dag weer verwijderen. Plak vervolgens een pleister op de wond.

U kunt douchen. Zorgt u ervoor dat u na het douchen uw hand goed droogt.

Soms ontstaat er op de plaats van de operatie een bloeduitstorting. Dit is niet verontrustend. De blauwe verkleuring verdwijnt na verloop van tijd vanzelf.

Controle

De doktersassistente maakt een controle-afspraak voor 10 tot 14 dagen na de ingreep. Tijdens deze afspraak worden de hechtingen verwijderd.

Informeren huisarts

De chirurg informeert uw huisarts over uw behandeling en nazorg.

Adviezen

Om uw hand zo snel mogelijk weer goed te kunnen gebruiken, adviseren wij u het volgende:

Oefeningen

U mag direct na de ingreep starten met het bewegen van uw hand en vingers. In het begin zal dit moeilijk gaan, na verloop van tijd wordt het makkelijker.

Hand hooghouden

Het is belangrijk dat u uw hand na de ingreep regelmatig hooghoudt. Dit kunt u doen als u zit of ligt met behulp van een kussen. Wij adviseren om geen sling of mitella te gebruiken omdat u uw vingers/hand dan minder gaat bewegen.

Tillen

Vier tot zes weken na de ingreep mag u geen zware dingen tillen met uw geopereerde hand. Als u iets tilt, mag het geen pijn doen.

Meestal zijn de klachten na 6 tot 8 weken verdwenen. Er is vaak wel sprake van een gevoelig litteken gedurende 3-6 maanden.

Hervatten werkzaamheden

Bespreek met uw arts wanneer u weer mag gaan werken.

Complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico. Zo is ook bij deze operatie een geringe kans op complicaties aanwezig, zoals een nabloeding of wondinfectie.

Belangrijk

Krijgt u koorts of blijft de wond bloeden, neemt u dan contact op met de secretaresse van de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer (0314) 32 99 88. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u contact opnemen met de dienstdoende arts via (0314) 32 99 11. Indien uw behandeltraject in het ziekenhuis al is beëindigd, dan kunt u met vragen en problemen contact opnemen met uw huisarts.

Bij een klein aantal mensen helpt de operatie niet goed genoeg. Zij moeten opnieuw beoordeeld worden.

Vragen

Heeft u nog vragen over de behandeling, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de secretaresse van de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer (0314) 32 99 88.

Uw privacy en onze geheimhouding

Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op folders.slingeland.nl.




Foldernummer: 343-nov 23