AlgemeenU heeft een shunt gekregen en mag weer naar huis. In deze folder leest u hoe u met de shunt om dient te gaan en op welke manier u kunt controleren of de shunt nog goed werkt. Ook leest u in welke gevallen u contact moet opnemen met de dialyse-afdeling.
Leefregels bij een shuntDe shunt is van groot belang voor de toegang tot de bloedbaan. De shunt zorgt ervoor dat er voldoende bloed door de ader stroomt zodat u effectief kunt dialyseren. U dient er dan ook zeer zorgvuldig mee om te gaan. Hanteer daarom de volgende leefregels:
- draag geen horloges, sieraden of strak zittende kleding aan de shuntarm;
- draag met de shuntarm geen zware tassen of andere zware voorwerpen waardoor de shunt kan worden dichtgedrukt;
- slaap niet met de shuntarm onder het hoofd of kussen;
- ga niet op de shuntarm liggen;
- laat geen bloeddruk meten aan de shuntarm;
- laat geen bloed prikken aan de shuntarm;
- krab geen korstjes open;
- vermijd extreme warmte of kou;
- wees voorzichtig met sporten waarbij er druk op de shuntarm kan komen;
- druk na het verwijderen van de naalden uit de shunt, de insteekopening bij voorkeur met de hand af;
- controleer geregeld (bij voorkeur één keer per dag op dezelfde tijd) de shunt op doorstroming. Neem bij twijfel contact op met de verpleegkundige.
Controleren van de shuntOm veranderingen tijdig op te merken, adviseren wij u om de shunt iedere dag te controleren. Dit kunt u doen door te luisteren, kijken en voelen.
LuisterenWij raden u aan dagelijks naar uw shunt te luisteren, steeds op dezelfde plek. U dit doet door uw arm naar uw oor te brengen. Het geluid dat u hoort, wordt veroorzaakt door de kracht waarmee het bloed door de shunt stroomt. Door de shunt iedere dag te beluisteren, leert u uw eigen shuntgeluid herkennen. Daardoor zult u veranderingen snel opmerken. Verandering van het geluid kan erop wijzen dat de shunt niet goed werkt.
Mogelijke veranderingen zijn:
- een zachter geluid
- een hoger geluid
- geen geluid
Kijken en voelenDoor de shunt iedere dag te bekijken en te bevoelen, kunt u veranderingen vaststellen.
Problemen die kunnen ontstaan bij een shuntHet kan voorkomen dat er problemen ontstaan met de shunt. We beschrijven een aantal problemen waar u alert op dient te zijn.
InfectieUw shunt kan geïnfecteerd raken door beschadigingen van de huid (wondjes). Ook wordt er meerdere malen in de shunt geprikt waardoor wondjes ontstaan. Waar een wondje is, kan een infectie ontstaan. Om een infectie te voorkomen is het belangrijk om te zorgen voor een goede hygiëne.
BloedingEen bloeding kan optreden door beschadiging of door onvoldoende afdrukken van de shunt. Wees voorzichtig met de shuntarm om beschadiging van de shunt te voorkomen. Neem voor het afdrukken voldoende tijd zodat de insteekopening de gelegenheid krijgt om zich te sluiten. Mocht de shunt onverwacht gaan bloeden, probeer de bloeding dan te stoppen door met behulp van een steriel gaasje met uw vingers op de wond te drukken.
StollingHet is belangrijk dagelijks te controleren of de trillingen in uw shunt normaal zijn te voelen en te horen. Mocht dit niet het geval zijn dan kan de shunt gestold zijn. De bloedstroom in de shunt is dan gestopt en de shunt is niet meer bruikbaar.
AneurysmaEen aneurysma is een bult op de shunt die wordt veroorzaakt door een dunne plek in de vaatwand. Dit kan ontstaan als veel in hetzelfde gebied wordt geprikt waardoor de vaatwand dun wordt. Ook uit een dunne plek bij het operatielitteken kan een aneurysma ontstaan. Een aneurysma ziet eruit als een plaatselijke (soms kloppende) zwelling. De huid kan er strak, dun en glanzend uitzien. Een aneurysma hoeft niet pijnlijk te zijn. Het is belangrijk om een aneurysma goed in de gaten te houden omdat het gevaar bestaat dat deze barst en er een slagaderlijke bloeding ontstaat.
Contact opnemenNeemt u in de onderstaande situaties zo snel mogelijk contact op met een verpleegkundige van de dialyse-afdeling:
- verkleuring van de huid, afwijkend van uw normale huidskleur;
- de shuntarm/shunthand voelt warm aan. Meet dan ook uw lichaamstemperatuur om te kijken of u koorts heeft;
- wondjes aan de shuntarm en prikgaatjes genezen slecht;
- zwelling van de shunt;
- gevoelloze, koude en/of blauwe vingers;
- pijn in/aan de shuntarm of shunthand;
- pijnlijke of harde shunt;
- de trilling in de shunt is niet goed voelbaar meer of is gaan kloppen;
- als de insteekopening gaat bloeden en het bloeden na 30 minuten dichtdrukken niet is gestopt.
De dialyse-afdeling is 24 uur per dag bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 93 00. Ook voor anderen vragen kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van de dialyse-afdeling.