Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Vaatchirurgie
Radiologie

Dotterbehandeling en het plaatsen van een stent

Dotterbehandeling en het plaatsen van een stent

Percutane Transluminale Angioplastiek (PTA)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Algemeen
Uw behandelend arts heeft met u een dotterbehandeling afgesproken. Een dotterbehandeling wordt ook wel PTA (Percutane Transluminale Angioplastiek) genoemd. Het is een behandeling waarbij een vernauwing in een slagader (meestal de bekken- of beenslagader) wordt opgerekt met een opblaasbaar ballonnetje dat in de slagader wordt ingebracht. Soms is het nodig om een metalen buisje (stent) te plaatsen. De stent wordt in het vernauwde deel van de slagader ingebracht om de vernauwing op te heffen. Voor deze behandeling wordt u één tot twee dagen opgenomen.

De behandeling wordt uitgevoerd door een interventieradioloog. Dat is een radioloog die zich gespecialiseerd heeft in het verrichten van radiologische onderzoeken en behandelingen. Op www.slingeland.nl vindt u meer informatie over de radiologen van het Slingeland Ziekenhuis.

Bij u wordt de dotterbehandeling uitgevoerd door een van de volgende interventieradiologen:
Voorzorgsmaatregelen
Bij deze behandeling wordt gebruikt gemaakt van jodiumhoudend contrastmiddel. Contrastmiddelen kunnen bij bepaalde groepen patiënten, de zogenaamde risicogroepen, leiden tot een allergische reactie of tot nierschade. Uw arts gaat na of u tot een van de risicogroepen behoort. Als u tot een risicogroep behoort, nemen wij extra maatregelen voorafgaand en aansluitend aan de behandeling. Zo wordt voorkomen dat u schade aan uw nieren oploopt of een ernstige allergische reactie krijgt. In de folder 'Voorzorgsmaatregelen bij radiologisch onderzoek met jodiumhoudend contrastmiddel' leest u welke maatregelen er worden genomen.

Belangrijk
Neem in de volgende gevallen vóór de behandeling contact op met uw behandelend arts:

Overgevoelig voor jodiumhoudend contrastmiddel
Bent u overgevoelig voor jodiumhoudend contrastmiddel, meld dit aan uw arts en op de afdeling Radiologie, zodat men daar rekening mee kan houden. Zo kunnen er tijdig voor de behandeling bepaalde medicijnen gegeven worden. Wanneer een ernstige allergische reactie al eerder is voorgekomen zal sterk overwogen moeten worden of de behandeling wel echt noodzakelijk is en door kan gaan.

Zwangerschap
In verband met de röntgenstraling is het belangrijk te weten of u in verwachting bent. Röntgenstraling kan namelijk gevaarlijk zijn voor het ongeboren kind. Als u (mogelijk) zwanger bent, neem dan contact op met uw behandelend arts. Hij/zij overlegt dan met u of de behandeling door kan gaan.

Aandoeningen
Als u de ziekte van Kahler, de ziekte van Waldenström of ernstige nierfunctiestoornissen heeft, kan de behandeling niet altijd worden uitgevoerd. Overleg de mogelijkheden met uw behandelend arts.

Voorbereiding

Medicijnen
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, medicijnen die uw nieren belasten en/of diabetesmedicatie? Overleg dan met uw behandelend arts of u het gebruik van deze medicijnen tijdelijk moet stoppen of aanpassen. Overige medicijnen kunt u op de normale manier en op het gebruikelijke tijdstip innemen.

Indien u voorafgaand aan de behandeling nieuwe medicijnen krijgt die de nieren belasten, neemt u dan contact op met de afdeling Radiologie of uw arts. Wij verzoeken u altijd een actueel medicatieoverzicht mee te nemen wanneer u een arts bezoekt.

Voldoende drinken
Wij raden u aan om de dag voor de behandeling voldoende (ongeveer 1,5 - 2 liter) te drinken. Als u voorafgaand aan de behandeling diarree krijgt of uitgedroogd raakt, neem dan contact op met de afdeling Radiologie of uw arts.

Nuchter
Voor deze behandeling moet u vanaf twee uur vóór de behandeling nuchter blijven. Dit wil zeggen: niet meer eten, drinken, roken en kauwgom kauwen.

Voor de behandeling niet ontharen
Bij u vindt een behandeling plaats via een toegang in de liesstreek. Door te ontharen kunt u kleine wondjes in de huid krijgen. Hierdoor ontstaan sneller infecties. Dit willen we zoveel mogelijk voorkomen. Daarom vragen wij u minimaal een week voor de behandeling niet meer zelf uw liezen te ontharen. Indien ontharen noodzakelijk is, gebeurt dit direct voor de behandeling in het ziekenhuis.

Opname
U wordt één tot twee dagen opgenomen in het ziekenhuis. Informatie over de verpleegafdeling waar u verblijft kunt u vinden in de folder van de betreffende afdeling. Informatie over wat u dient mee te nemen is te vinden in de folder 'Uw opname in het Slingeland Ziekenhuis'. Deze folders zijn te raadplegen via www.slingeland.nl (Patiënteninfo > Folders).

Waar meldt u zich
Meldt u zich op de afgesproken dag en het afgesproken tijdstip bij de medewerker van de receptie bij de hoofdingang. De medewerker vertelt u vervolgens op welke verpleegafdeling u wordt verwacht.

Op de verpleegafdeling
De verpleegkundige van de verpleegafdeling ontvangt u en houdt met u een opnamegesprek. Hij of zij legt u de gang van zaken op de afdeling uit, beantwoordt uw vragen en bereidt u voor op de behandeling. U krijgt speciale kleding aan. Een medewerker brengt u in bed naar de afdeling Radiologie waar de behandeling plaatsvindt.

De behandeling
Op de afdeling Radiologie ontvangt een radiologisch laborant u. U neemt plaats op de behandeltafel. U wordt met steriele lakens toegedekt om infectie te voorkomen. De radioloog en radiologisch laborant hebben om die reden ook speciale kleding en handschoenen aan. Uw beide liezen worden gedesinfecteerd en u krijgt een plaatselijk verdovende injectie in de lies.

Zodra het gebied is verdoofd, prikt de radioloog de liesslagader aan. Een dun slangetje wordt in de slagader geschoven. Hier merkt u weinig van, omdat bloedvaten aan de binnenzijde ongevoelig zijn. Als het slangetje op de goede plek ligt, wordt de contrastvloeistof ingespoten. Hierdoor zijn de bloedvaten zichtbaar op de röntgenfoto. De contrastvloeistof veroorzaakt een warm gevoel. Dit trekt vrij snel weer weg.

Het is heel belangrijk dat u stil blijft liggen omdat er verschillende foto's worden gemaakt.

Indien mogelijk behandelt de radioloog de afwijking aan de slagader door deze via het slangetje op te rekken met een ballonnetje. Het opblazen van het ballonnetje kan pijnlijk zijn. Als het oprekken te weinig effect heeft, wordt ook een stent geplaatst. De stent blijft in de slagader zitten en vergroeit na verloop van tijd met de wand van het bloedvat.



Afbeelding: een stent

Na de behandeling verwijdert de radioloog het slangetje weer. Om het prikgaatje af te sluiten kan gebruik worden gemaakt van een angioseal. Dit is een klein 'plugje' dat binnen drie maanden vanzelf oplost. Indien een angioseal niet mogelijk is, wordt de slagader tien minuten dichtgedrukt, waarna u een drukverband in de lies krijgt.

Soms blijkt tijdens de behandeling dat dotteren en/of het plaatsen van een stent niet mogelijk is. Eventuele alternatieve behandelingen worden dan tijdens de controleafspraak met u besproken.

De duur van de behandeling varieert van ongeveer één tot twee uur.

Na de behandeling
Een verpleegkundige brengt u terug naar de verpleegafdeling, waar u ongeveer twee tot zes uur in bed moet blijven liggen. U krijgt instructies van de verpleegkundige over de gewenste bedrust. U mag na de behandeling meteen weer eten en drinken.

Bijwerkingen en complicaties
Bij deze behandeling maken we gebruik van röntgenstraling. Door de moderne technieken die wij in ons ziekenhuis toepassen, is de stralingsdosis sterk verminderd.

Eventuele bijwerkingen van de contrastvloeistof:Eventuele complicaties van de behandeling:Borstvoeding
Krijgt u contrastvloeistof, dan kunt u gedurende 24 uur na het onderzoek geen borstvoeding geven. Wij adviseren u om de borstvoeding af te kolven en weg te gooien.

Naar huis

Als er geen complicaties zijn, mag u binnen twee dagen naar huis. Er wordt dan ook een controleafspraak bij de vaatchirurg gemaakt.

(Trap)lopen
Wij adviseren u om de eerste dag na de behandeling alleen kleine stukjes in en om het huis te lopen. Daarna kunt u uw activiteiten weer rustig opbouwen. Het advies is om traplopen de eerste dagen te beperken.

Tillen
Wees voorzichtig met (zwaar) tillen

Autorijden
Wij raden u aan na de behandeling niet zelf auto te rijden of alleen te reizen. Wij adviseren dit tot de eerste controleafspraak.

Fietsen
De eerste vijf dagen kunt u beter niet fietsen.

Sauna/zwemmen/baden
De eerste week raden wij saunabezoek, zwemmen of baden af.

Douchen
U mag vanaf de dag na de behandeling douchen, verwijder na het douchen wel de eventueel nat geworden pleister.

Niet alleen thuis
Zorg ervoor dat u de eerste avond en nacht na de behandeling niet alleen thuis bent.

Pijnmedicatie
Bij eventuele pijnklachten kunt u paracetamol gebruiken.

Zwelling van het been
Vaak wordt het gedotterde been wat dik, dit komt doordat het been weer meer bloed krijgt dan voor de ingreep. We noemen dit reperfusie oedeem.

Problemen of vragen na uw opname
Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.

Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie, telefoonnummer (0314) 32 95 05.

Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om?
Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het ‘Privacyreglement Patiënten’, vraag ernaar bij uw zorgverlener).

Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft.

Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder 'Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl.



Foldernummer: 2060-jun 22