Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Medische Beeldvorming
Vaatdiagnostiek

Dotterbehandeling en het plaatsen van een stent

Dotterbehandeling en het plaatsen van een stent

Percutane Transluminale Angioplastiek (PTA)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Algemeen

Uw behandelend arts heeft met u een dotterbehandeling afgesproken. Een dotterbehandeling wordt ook wel PTA (Percutane Transluminale Angioplastiek) genoemd.

Een PTA is een behandeling waarbij een vernauwing in een slagader (meestal de bekken- of beenslagader) wordt opgerekt door middel van een ballonnetje dat in de slagader wordt ingebracht. Soms is het nodig om een metalen buisje (stent) te plaatsen. De stent wordt in het vernauwde deel van de slagader ingebracht om de vernauwing op te heffen. Voor deze behandeling wordt u één tot twee dagen opgenomen.

Voorzorgsmaatregelen


Overgevoeligheid voor jodiumhoudend contrastmiddel

Bij deze behandeling wordt gebruikt gemaakt van jodiumhoudend contrastmiddel. Bent u overgevoelig voor jodiumhoudend contrastmiddel, meld dit dan aan uw arts en op de afdeling Radiologie. Zo kunnen er tijdig maatregelen worden getroffen om een allergische reactie tegen te gaan.

Voorbereiding


Medicijnen

Bloedverdunners: wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt krijgt u van de trombosedienst of van uw behandelaar mogelijk een aangepast schema. Meld het gebruik van bloedverdunners altijd aan uw behandelaar.

Diabetesmedicatie: heeft u diabetes en gebruikt u daar tabletten voor, dan geeft uw behandelend arts aan op welke manier u deze moet gebruiken, zowel vóór als na de behandeling. Gebruikt u insuline, dan wordt uw insulineschema aangepast in overleg met de internist.

Andere noodzakelijke medicijnen mogen wel ingenomen worden. Wij verzoeken u een actueel medicatieoverzicht mee te nemen.

Voldoende drinken

Wij raden u aan om de dag voor de behandeling voldoende (ongeveer 1,5 - 2 liter) te drinken. Als u voorafgaand aan de behandeling diarree krijgt of uitgedroogd raakt, neem dan contact op met de afdeling Radiologie of uw arts.

Nuchter

Voor deze behandeling moet u vanaf twee uur vóór de behandeling nuchter blijven. Dit wil zeggen: niet meer eten, drinken, roken, vapen en kauwgom kauwen.

Voor de behandeling niet ontharen

De behandeling plaats vindt plaats via een toegang in de liesstreek. Door te ontharen kunt u kleine wondjes in de huid krijgen. Hierdoor ontstaan sneller infecties. Daarom vragen wij u minimaal een week voor de behandeling uw liezen niet meer te ontharen. Indien ontharen noodzakelijk is, gebeurt dit direct voor de behandeling in het ziekenhuis.

Opname


Op de verpleegafdeling

De verpleegkundige van de verpleegafdeling ontvangt u en heeft met u een kort opnamegesprek. Hij of zij legt u de gang van zaken op de afdeling uit, beantwoordt uw vragen en bereidt u voor op de behandeling. U krijgt speciale kleding aan. Een medewerker brengt u in bed naar de afdeling Radiologie waar de behandeling plaatsvindt.

De behandeling

Op de afdeling Radiologie ontvangt een radiologisch laborant u. U neemt plaats op de behandeltafel. U wordt met steriele lakens toegedekt. Dit is om infectie te voorkomen.

Zodra de lies plaatselijk is verdoofd, prikt de radioloog de liesslagader aan. Een dun slangetje wordt in de slagader geschoven. Hier merkt u weinig van, omdat bloedvaten aan de binnenzijde ongevoelig zijn. Via het slangetje wordt de contrastvloeistof ingespoten. Hierdoor zijn de bloedvaten zichtbaar op de röntgenfoto. De contrastvloeistof veroorzaakt een warm gevoel of een gevoel dat u aan het plassen bent. Dit gevoel trekt na enkele seconden weer weg. Voor het maken van goede foto’s is het belangrijk dat u heel stil blijft liggen.

Indien mogelijk behandelt de radioloog de afwijking aan de slagader door deze via het slangetje op te rekken met een ballonnetje. Het opblazen van het ballonnetje kan pijnlijk zijn. Als het oprekken te weinig effect heeft, wordt ook een stent geplaatst. De stent blijft in de slagader zitten en vergroeit na verloop van tijd met de wand van het bloedvat.



Afbeelding: een stent

Na de behandeling verwijdert de radioloog het slangetje weer. Om het prikgaatje af te sluiten kan gebruik worden gemaakt van een angioseal. Dit is een klein 'plugje' dat binnen drie maanden vanzelf oplost. Als een angioseal niet mogelijk is, wordt de slagader tien minuten dichtgedrukt. Hierna krijgt u een drukverband in de lies.

Soms blijkt tijdens de behandeling dat dotteren en/of het plaatsen van een stent niet mogelijk is. Eventuele alternatieve behandelingen worden dan tijdens de opname met u besproken.

De duur van de behandeling varieert van ongeveer anderhalf tot drie uur.

Na de behandeling

Een verpleegkundige brengt u terug naar de verpleegafdeling, waar u ongeveer twee tot zes uur in bed moet blijven liggen. U krijgt instructies van de verpleegkundige over de gewenste bedrust. U mag na de behandeling meteen weer eten en drinken. Het is verstandig om veel te drinken, minimaal een liter, zodat u het contrastmiddel weer snel uitplast.

Bijwerkingen en complicaties

Mogelijke bijwerkingen van de contrastvloeistof:
Mogelijke complicaties van de behandeling:

Naar huis

Zorg ervoor dat u de eerste avond en nacht na de behandeling niet alleen thuis bent. Wij raden u aan na de behandeling niet zelf auto te rijden of alleen te reizen.

Leefregels na de behandeling

Het is belangrijk om de eerste 3 dagen (72 uur) na de behandeling rustig aan te doen. Dit betekent:

Zwelling van het been

Vaak wordt het gedotterde been wat dik, dit komt doordat het been weer meer bloed krijgt dan voor de ingreep. We noemen dit reperfusie oedeem. Blijf vooral veel lopen als dit zich voordoet.

Problemen of vragen na uw opname
Neem bij problemen of vragen na uw opname in het ziekenhuis contact op met uw huisarts. Uw huisarts is op de hoogte van uw situatie. Indien nodig overlegt de huisarts met de specialist in het ziekenhuis. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u de huisartsenpost bellen.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u contact opnemen met de afdeling Chirurgie, telefoonnummer (0314) 32 9988

Uw privacy en onze geheimhouding

Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op folders.slingeland.nl.


Foldernummer: 2060-okt 24