Algemeen
In overleg met uw cardioloog heeft u er in toegestemd een hartritmemonitor te laten inbrengen onder uw huid. Dit om te onderzoeken of bij u sprake is van een hartritmestoornis. In deze folder leest u over de hartritmemonitor, het inbrengen van de hartritmemonitor en het gebruik van de monitor na de plaatsing.
Hartritmemonitor
Een hartritmemonitor is een apparaatje om te onderzoeken of er iets mis is met uw hartritme. Als er iets verandert in uw hartritme dan legt de hartritmemonitor dit automatisch vast op een hartfilmpje of doordat u de monitor activeert. De hartritmemonitor is ongeveer 5 cm lang en ongeveer 0,4 cm dik. U krijgt de hartritmemonitor Confirm Rx of Jot Dx.
Het wordt ook wel een Implantable Loop Recorder (ILR) genoemd.
Het inbrengen van de hartritmemonitor
Het inbrengen van een hartritmemonitor is een vrij eenvoudige ingreep. De cardioloog verdooft de huid lokaal en plaatst vervolgens het apparaatje onder uw huid, naast het borstbeen. Op de plek waar de hartritmemonitor onder de huid zit, zal mogelijk een bult te zien zijn ter grootte van de hartritmemonitor.
De ingreep vindt plaats tijdens een dagopname. 's Morgens meldt u zich in het ziekenhuis. De cardioloog plaatst de hartritmemonitor bij u. De pacemakertechnicus stelt vervolgens de hartritmemonitor in. U kunt aan het begin van de middag weer naar huis.
Voorbereiding
Vervoer
Na de ingreep mag u niet zelf naar huis rijden. Zorg ervoor dat iemand u op komt halen.
Eten en drinken
Tot 2 uur voor de ingreep mag u nog een lichte maaltijd gebruiken (maximaal 1 belegde boterham of beschuit en een kopje thee of water). Daarna mag u niets meer eten en drinken.
Antistollingsmedicijnen
- Als u Acenocoumarol (Sintrommitis) of Fenprocoumon (Marcoumar) gebruikt, dient u dit te overleggen met de trombosedienst.
- Indien u een NOAC: Rivaroxaban (Xarelto), Apixaban (Eliquis), Dabigatran (Pradaxa) of Endoxaban (Edoxaban) gebruikt, dient u 1 dag voor de behandeling hiermee te stoppen.
Mocht de cardioloog iets anders met u hebben afgesproken, dan dient u dat advies op te volgen. De cardioloog spreekt met u af wanneer u na de ingreep weer kunt starten met het innemen van de medicijnen.
Melden
Meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de receptiemedewerker bij de hoofdingang. Hij/zij zal u informeren op welke verpleegafdeling u wordt opgenomen.
Opname op de verpleegafdeling
Op de verpleegafdeling verwelkomt een verpleegkundige u en begeleidt u naar uw kamer. De verpleegkundige vertelt u hoe de opnamedag eruit ziet en legt u de ingreep uit. U kunt dan ook vragen stellen. De verpleegkundige meet uw bloeddruk, pols en temperatuur en plaatst een infuusnaald. U krijgt ook een operatiejasje aan.
De ingreep
De ingreep vindt plaats op de hartcatheterisatiekamer. De verpleegkundige brengt u hier met uw bed naartoe. Op de hartcatheterisatiekamer gaat u op uw rug op de onderzoekstafel liggen. De huid rondom de plek waar de hartritmemonitor komt te zitten, wordt gedesinfecteerd met een roze vloeistof. Deze vloeistof is op alcoholbasis en voelt koud aan. Na de desinfectie wordt een steriele doek op de plek van de hartritmemonitor geplaatst. U krijgt een verdovingsprik op de plaats waar de cardioloog de hartritmemonitor inbrengt. Vervolgens maakt de cardioloog een sneetje in uw huid en schuift hij de monitor door het sneetje onder uw huid. Met zelf oplossende hechtingen en/of steristrips (zwaluwstaartjes) wordt de huid gesloten. De totale duur van de ingreep (inclusief de voorbereiding) is ongeveer een kwartier tot een half uur.
Na de ingreep
Na de ingreep brengt een verpleegkundige u naar uw kamer. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, pols en de wond. Het kan zijn dat de wond pijn doet. U kunt hier pijnstilling voor krijgen.
De pacemakertechnicus stelt door middel van een programmeerapparaat uw monitor in en geeft uitleg over de werking. Ook wordt een app voor de hartritmemonitor op uw mobiele telefoon geïnstalleerd.
Naar huis
Als het goed met u gaat, mag u naar huis. Op de dag van de ingreep moet u de pleister op de wond laten zitten. De volgende dag mag de pleister eraf. Steristrips (zwaluwstaartjes) moet u wel laten zitten, deze laten vanzelf los. Als de wond droog is, plakt u er geen nieuwe pleister op. Als er nog wondvocht of bloed uit de wond komt, plakt u er wel een nieuwe pleister op. Het gebied rond de wond kan een paar dagen gevoelig zijn.
Na 3 dagen mag u weer douchen. Let wel op dat de steristrips goed blijven zitten.
Afspraken voor controle
Eerste controle
Na 10 tot 14 dagen is de eerste controle bij de pacemakertechnicus. Deze controle is bedoeld om:
- te kijken of de wond goed genezen is;
- eventuele niet-oplosbare hechtingen te verwijderen als deze door de cardioloog zijn gebruikt;
- de instellingen van de hartritmemonitor te controleren.
Volgende controle
Ieder jaar heeft u een controleafspraak met de pacemakertechnicus in het ziekenhuis. Dit kan vervroegd worden bij klachten. Als er automatische of handmatige registraties zijn gemaakt via de myMerlin app, dan worden deze dagelijks bekeken en beoordeeld.
Risico's en complicaties
Bij de ingreep bestaan weinig risico's omdat de hartritmemonitor vlak onder de huid wordt ingebracht. Er bestaat een kleine kans op een nabloeding of infectie.
Direct contact opnemen
Als u weer thuis bent en onderstaande klachten treden op, neemt u contact op met de pacemakertechnicus via (0314) 32 94 98. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de dienstdoende arts via (0314) 32 99 11.
- De wond wordt roder;
- Er ontstaat een verdikking/zwelling onder de hechting;
- Er komt pus uit de wond;
- U heeft koorts (temperatuur vanaf 38.5 °C).
Handmatige opnames
Een handmatige opname kan gemaakt worden bij klachten van bijvoorbeeld flauwvallen, duizeligheid, hartkloppingen enzovoorts. Het maken van een registratie gaat via een app op uw mobiele telefoon.
Na implantatie wordt de hartritmemonitor doorgemeten door de pacemakertechnicus en krijgt u uitleg over de myMerlin app. De installatie van de app op uw telefoon zal na implantatie gedaan in het ziekenhuis. Deze app kan via bluetooth uw hartritmemonitor ondervragen en uitlezen.
Bij klachten:
- Open de app op uw mobiel
- Druk op de knop 'registreer symptoom'
- De app vraagt u vervolgens naar de klachten: duizeligheid, hartkloppingen etc. Kies de optie die voor u van toepassing is.
Als u flauwvalt, kunt u uiteraard niet zelf een activatie maken. Licht daarom zoveel mogelijk mensen uit uw omgeving in over uw hartritmemonitor en de werking van de app. De loop recorder kan zelf opnames maken (zie het kopje hieronder), maar toch is het aan te raden altijd een handmatige opname te maken. Bijzonderheden in het hartritme kunnen bijvoorbeeld niet voldoen aan de 'eisen' voor een automatische opname. Of de oorzaak van het flauwvallen wordt niet veroorzaakt door een probleem met uw hartritme.
De app ondervraagt uw hartritmemonitor via bluetooth. Dit kan even duren. Het kan helpen om uw mobiel dicht bij de hartritmemonitor te houden (op ongeveer 30 cm afstand).
Er wordt een registratie vastgelegd van 9 minuten; 8 minuten in het verleden en 1 minuut na het indrukken van de knop 'registreer symptoom'.
De app stuurt de registratie via internetverbinding door naar het ziekenhuis. De app probeert deze registratie direct door te sturen.
Mocht u niet in het bezit zijn van een mobiele telefoon die deze functie aankan, dan krijgt u een mobiele telefoon mee van het ziekenhuis. Deze mobiele telefoon kan alleen gebruikt worden voor de myMerlin app. Andere functies zijn geblokkeerd.
Automatische opnames
Naast de handmatige opnames die u kunt maken bij klachten, slaat de hartritmemonitor ook zelf opnames op als er bijzonderheden zijn. Denk hierbij aan pauzes in de hartslag, een te trage hartslag, een onregelmatige of een te snelle hartslag.
Via internetverbinding maakt de app elke nacht automatisch contact met de hartritmemonitor. Leg hiervoor uw mobiele telefoon op maximaal 1,5 meter afstand van uw bed.
Mocht de hartritmemonitor tijdens de dag bijzonderheden hebben gezien, dan worden deze in de nacht doorgestuurd naar het ziekenhuis.
Na een zending
Na een automatische of handmatige opname kunt u via de app geen gegevens inzien of de ritmestrook bekijken. Wel kunt u in uw geschiedenis zien wanneer er zendingen gedaan zijn. De beoordeling van de ritmestrook gebeurt door de pacemakertechnici van het ziekenhuis. Bij bijzonderheden wordt u gebeld.
Klachten
Als u last heeft van veel klachten, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Cardiologie. U kunt bellen naar (0314) 32 94 98. Tussen 13.30 en 14.30 uur krijgt u rechtstreeks een pacemakertechnicus aan de lijn.
Mocht een handmatige zending niet gelukt zijn op het moment van de klachten, bel dan ook naar de polikliniek. Mogelijk laten de automatische opnames wel wat zien (als deze gemaakt zijn). Doordat de app elke nacht uw hartritmemonitor uitleest en de opnames doorstuurt, kan het zijn dat deze een dag later pas door het ziekenhuis ontvangen en gezien worden.
Belangrijk voor goede werking van de app
- Houd de Wi-Fi en/of internetverbinding op uw mobiele telefoon aan
- Houd bluetooth op uw mobiele telefoon aan
- Houd de telefoon binnen 1,5 meter van u, zelfs als u slaapt
- Zet energiebesparing uit voor de app myMerlin. In uw telefooninstellingen wordt de app weergegeven als Confirm Rx of Jot Dx.
- Sluit de app niet af. Als uw mobiel uit is geweest, start de app dan opnieuw op.
- Houd meldingen aan: sta meldingen van de myMerlin app toe en schakel datagebruik/gegevens verversen op de achtergrond in.
- Houd locatiemachtiging voor de myMerlin app aan. De app verzamelt geen data over uw locatie, maar heeft locatiemachtiging wel nodig om te werken.
- Update de app als daarom gevraagd wordt. Dit kan via de App Store/Play Store.
- Krijgt u een andere mobiele telefoon, installeer de app dan opnieuw. Er wordt een activatiecode verstuurd naar uw e-mail adres of 06-nummer. Deze code is nodig voor de installatie.
Hoe lang kan de hartritmemonitor blijven zitten?
Het is van tevoren niet in te schatten hoe lang u de hartritmemonitor moet dragen. Als duidelijk is waar uw klachten vandaan komen, bespreekt de cardioloog met u of er een behandeling nodig is en wanneer de monitor weer verwijderd wordt. Als er geen afwijkende hartritmes worden gezien, haalt de cardioloog de hartritmemonitor er na ongeveer drie jaar uit. De batterij is dan leeg.
Leven met een hartritmemonitor
U kunt gewoon doorgaan met uw dagelijkse bezigheden. U kunt, als de wond genezen is, zwemmen, douchen en sporten zonder bang te zijn dat u iets beschadigt.
Elektromagnetische velden
De meeste elektrische huishoudelijke apparaten hebben geen invloed op de werking van de hartritmemonitor. Denk hierbij aan elektrische keukenapparatuur, schoonmaakapparatuur en elektrisch gereedschap. Ook elektronische diefstalpoortjes in winkels hebben geen invloed. Leun echter niet tegen het poortje en blijf er niet langer dan noodzakelijk bij staan.
Bij veiligheidsapparatuur op luchthavens kan het alarm afgaan vanwege de metalen onderdelen. Geef aan dat u een implantaat draagt en toon uw Device-kaart van de hartritmemonitor. Deze Device-kaart krijgt u van de pacemakertechnicus na implantatie van de hartritmemonitor.
Sommige elektrische apparaten kunnen de registratie van gegevens wel negatief beïnvloeden:
- Houd uw mobiele telefoon minstens 15 cm van de hartritmemonitor of aan het andere oor;
- Kom niet te dicht in de buurt van inductiekookplaten. Houd ten minste 15 cm afstand;
- Als u te maken heeft met hoogspanningskabels, zendantennes of zwaar industriële apparaten, bespreek dan met uw cardioloog of dit invloed heeft op de werking van de hartritmemonitor.
Voorzorgsmaatregelen bij medische proceduresMeld altijd bij een behandeling in het ziekenhuis, bij een tandarts, huisarts of fysiotherapeut dat bij u een hartritmemonitor is geplaatst. Meestal kunt u medische of tandheelkundige behandelingen ondergaan zonder dat de werking van de hartritmemonitor wordt verstoord. Er zijn medische handelingen die de werking wel kunnen aantasten.
De behandelend arts of fysiotherapeut dient contact op te nemen met de pacemakertechnicus bij een:
- TENS-behandeling (Transcutane elektrische zenuwstimulatie). Na de eerste behandeling dient de pacemakertechnicus de hartritmemonitor eenmalig te controleren of de TENS geen stoorsignalen veroorzaakt;
- MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging). De pacemakertechnicus dient de hartritmemonitor voor en na de behandeling te controleren.
Vragen
De pacemakertechnicus is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.00 uur op telefoonnummer (0314) 32 94 98. U kunt ook mailen naar
pacemakertechniek@slingeland.nl.
Als u vragen heeft over de ingreep dan kunt u contact opnemen met de secretaresse van de polikliniek Cardiologie. Zij is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 16.30 uur op telefoonnummer (0314) 32 95 55.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.