AlgemeenVoor bepaalde onderzoeken is het nodig dat u een voorbereidingsdieet volgt, laxeermiddelen gebruikt of nuchter bent. Dit kan effect hebben op uw bloedglucosewaarden.
In deze folder leest u welke maatregelen u dient te treffen om een hypoglykemie zoveel mogelijk te voorkomen als u een insulinepomp gebruikt.
Als u een insulinepomp heeft in combinatie met een continue sensor (hybride closed loop systeem), dan verwijzen we u naar de diabetesverpleegkundige voor advies op maat.
Aanpassingen bij een voorbereidingsdieetEr zijn enkele onderzoeken/behandelingen waarbij u de dag vóór het onderzoek uitsluitend beschuit mag eten en/of vruchtensap mag drinken. Als u minder koolhydraten gebruikt, pas dan de maaltijdinsuline aan. Dit kan eventueel in overleg met de diabetesverpleegkundige.
Aanpassingen bij het gebruik van laxeermiddelenWanneer u begint met laxeren, halveert u de basaalstanden en halveert u de maaltijdbolussen.
Aanpassingen als u nuchter moet zijn
In het volgende schema kunt u terugvinden hoeveel insuline u in uw geval dient te gebruiken als u nuchter moet zijn, als u 1 of 2 beschuiten mag eten als ontbijt of als u nog normaal mag ontbijten.
De dag van het onderzoek/de behandeling:Wel of geen ontbijt | Insuline vóór onderzoek/behandeling | Insuline bij 1e maaltijd na onderzoek/behandeling |
U moet nuchter zijn of u mag een licht ontbijt met 1-2 beschuiten | - maaltijdbolus overslaan. In principe geen verandering in de basaalstand
| gebruikelijke maaltijdbolus |
U mag een normaal ontbijt | - bij ontbijt de gebruikelijke maaltijdbolus. In principe geen verandering in de basaalstand.
| gebruikelijke maaltijdbolus |
Persoonlijke bloedglucosewaarden
Voor alle bovenstaande adviezen geldt: pas dit advies aan, aan de hand van uw persoonlijke bloedglucosewaarden.
In sommige situaties is het wel belangrijk om de basaalstand te verlagen. Bijvoorbeeld als uw glucosewaarde vaak daalt in de ochtend of als u altijd een tussendoortje eet zonder bolus. Bespreek dit zo nodig met de diabetesverpleegkundige.
HypoglykemieNeem bij een hypoglykemie:
- 5-6 dextro-tabletten of klontjes suiker, of;
- 25-50 ml limonadesiroop aangelengd met water (afhankelijk van de hoeveelheid koolhydraten in de siroop), of;
- een groot glas (2 dl) gewone frisdrank.
VragenAls u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met diegene die u behandelt voor uw diabetes (uw huisarts of de diabetesverpleegkundige/internist van het ziekenhuis).
Meer informatie over diabetes kunt u ook vinden op
www.diabetes.nl.