Algemeen
U heeft een onderzoek gehad waarbij het nodig was om u contrastvloeistof toe te dienen. De contrastvloeistof is toegediend via een infuus in uw bloedvat. De contrastvloeistof is (voor een deel) buiten het bloedvat terechtgekomen. Dit heet extravasatie. In deze folder leest u wat dit voor u betekent.
Gevolgen extravasatie
Als contrastvloeistof buiten het bloedvat terechtkomt, kan dit klachten geven, zoals:
- pijn;
- verkleuring van de huid;
- jeuk;
- branderig gevoel.
Soms hebben patiënten helemaal geen klachten. Zeer zelden leidt de extravasatie tot een ontsteking rond de plaats van de injectie.
Wat kunt u doen
U kunt het volgende doen om de klachten te verhelpen:
- Koel de toedieningsplaats van de contrastvloeistof regelmatig gedurende 24 uur met een ijs- of koelkompres. Dit kan helpen tegen pijn en voorkomt een eventuele ontsteking.
- Probeer uw arm omhoog te houden, bij voorkeur op schouderhoogte. Ook kunt u de opname van de contrastvloeistof te stimuleren door een knijpende beweging met de hand te maken.
De contrastvloeistof wordt na extravasatie langzaam door het lichaam opgenomen. Na twee tot vier dagen is de contrastvloeistof uit het lichaam verdwenen. Heel soms kunnen de klachten een week aanhouden.
Wanneer contact opnemen
Neemt u direct contact op met de Spoedeisende Hulp van het Slingeland Ziekenhuis als u ontstekingsverschijnselen krijgt rond de plaats van de injectie. Ook als u last krijgt van tintelingen, verkramping of gevoelloosheid van de vingers.
Een ontsteking herkent u aan:
- roodheid;
- zwelling;
- pijn;
- warmte;
De Spoedeisende Hulp is bereikbaar op het telefoonnummer (0314) 32 95 37.
Neem deze folder mee naar de Spoedeisende Hulp.
Informatie voor de Spoedeisende Hulp
Onderstaande informatie wordt uitsluitend ingevuld door een medewerker van de afdeling Radiologie.
Soort contrastmiddel:
- Gadovist® (gadolinium)
- Iomeron® (iomeprol)
- Ultravist®
- Omnipaque
Plaats injectie: ……………………………………………….
Datum injectie: ……………………………………………...
Tijd injectie: ……………………………………………………
Laborant-initialen
| Radioloog
|
|
|