Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Radiologie

Extravasatie bij toegediend contrastvloeistof

Extravasatie bij toegediend contrastvloeistof

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

Algemeen

U heeft een onderzoek gehad waarbij het nodig was om u contrastvloeistof toe te dienen. De contrastvloeistof is toegediend via een infuus in uw bloedvat. De contrastvloeistof is (voor een deel) buiten het bloedvat terechtgekomen. Dit heet extravasatie. In deze folder leest u wat dit voor u betekent.

Gevolgen extravasatie

Als contrastvloeistof buiten het bloedvat terechtkomt, kan dit klachten geven, zoals:
Soms hebben patiënten helemaal geen klachten. Zeer zelden leidt de extravasatie tot een ontsteking rond de plaats van de injectie.

Wat kunt u doen

U kunt het volgende doen om de klachten te verhelpen:
De contrastvloeistof wordt na extravasatie langzaam door het lichaam opgenomen. Na twee tot vier dagen is de contrastvloeistof uit het lichaam verdwenen. Heel soms kunnen de klachten een week aanhouden.

Wanneer contact opnemen

Neemt u direct contact op met de Spoedeisende Hulp van het Slingeland Ziekenhuis als u ontstekingsverschijnselen krijgt rond de plaats van de injectie. Ook als u last krijgt van tintelingen, verkramping of gevoelloosheid van de vingers.

Een ontsteking herkent u aan:
De Spoedeisende Hulp is bereikbaar op het telefoonnummer (0314) 32 95 37.

Neem deze folder mee naar de Spoedeisende Hulp.

Informatie voor de Spoedeisende Hulp

Onderstaande informatie wordt uitsluitend ingevuld door een medewerker van de afdeling Radiologie.

Soort contrastmiddel:

Plaats injectie: ……………………………………………….

Datum injectie: ……………………………………………...

Tijd injectie: ……………………………………………………


Laborant-initialen
Radioloog









Foldernummer: mrt 24