U heeft besloten om uw baby donormelk te geven van een voor u bekende donor. Wij raden u aan om voor het gebruik van donormelk te controleren of de punten in deze folder toepassing zijn voor uw moedermelkdonor.
Belangrijke punten
Belangrijk is dat de moedermelkdonor:
- niet rookt
- niet regelmatig alcohol gebruikt. Alcohol gaat gemakkelijk over in moedermelk. Wacht per glas 2 tot 3 uur voor het kolven.
- niet regelmatig medicatie of supplementen gebruikt. Als dit wel het geval is, kan de lactatiekundige of arts uitzoeken of deze medicatie een probleem vormt.
- geen recreatieve drugs gebruikt
- niet ziek is of een ontsteking heeft
- geen gezinsleden heeft met een uitslag die passend is bij een virusinfectie
- goede persoonlijke hygiëne heeft.
Bloedtest
Het geven van donormoedermelk brengt risico's met zich mee. Wanneer u de donormoedermelk wilt laten testen is het mogelijk om bij de donor een aantal ziekten te laten onderzoeken door middel van een bloedtest. De arts kan de hieronder genoemde testen aanvragen. De kosten van deze testen worden niet vergoed door de zorgverzekeraar.
Antistoffen
- Anti- HCV (hepatitis C)
- HCV (hepatitis C)
- HBV (hepatitis B)
- HBsAg (anti-hepatitis B)
- Anti- HIV (HIV)
- HIV (HIV)
- ANBC SCR (hepatitis B). Indien deze positief is en > 100 IE/L ook goedkeuren, dit past bij een doorgemaakte HBV-infectie.
- Anti-TOP (treponema pallidum = syphilis)
- AHTLV I/II (HTLV = humaan T-Lymphoma virus type 1 en 2)
- CMV (Cytomegalovirus)
- Transaminase screening
Hygiëne
De donor dient hygiënisch te werk te gaan tijdens het afkolven. Dagelijks douchen en handen wassen voor het kolven. Kolven met schoon materiaal. Meer informatie over kolven vindt u in de folder '
Kolven van moedermelk'.
Gebruik kolf
- Kolven met een open systeem is niet geschikt.
- Spoel alle onderdelen die met melk in aanraking zijn geweest met koud water om de eiwitresten te verwijderen. Was onderdelen daarna met een sopje en spoel ze na met warm, stromend water.
- Kook of steriliseer onderdelen die met melk in contact komen dagelijks uit in een pan, vaatwasser (65°C) of een stoomsterilisator.
- Laat de kolfonderdelen aan de lucht drogen. Droog ze niet af met een handdoek.
Transport
Bewaar de moedermelk in de koelkast. Moedermelk moet binnen 24 uur ingevroren worden en mag gebruikt worden. Plak een sticker op de fles met de datum van afkolven en de naam van de baby of de naam van de aanstaande moeder. De moedermelk moet gekoeld getransporteerd worden.
Moedermelk doneren mag niet als de donor:
- tot een HIV-risicogroep behoort;
- tot een Creutzfeldt-Jakob risicogroep behoort.
Tijdelijk doneren mag niet als de donor:
- een huidaandoening heeft zoals candida of herpes;
- ingeënt wordt met een levende entstof (4 weken na inenting kan de donor weer doneren)
- medicijnen gaat gebruiken (24 tot 48 uur na de laatste inname kan de donor weer doneren)
- bloedtransfusie of orgaantransplantatie heeft ontvangen (na 6 maanden kan de donor weer doneren)
Moedermelk van een andere moeder die niet gecontroleerd is op bepaalde infecties, wordt niet geadviseerd vanuit de kinderartsen. Het blijft een eigen risico inschatting van de moeder zelf om de moedermelk te gaan gebruiken.
Informeren zorgverlener
Informeer de verpleegkundige over het gebruik van de donormelk. Zij zal dit verwerken in uw patiëntendossier. Het geven van donormoedermelk aan uw kind valt onder uw eigen verantwoordelijkheid. Daarom vragen wij u een formulier te ondertekenen waarin staat dat u over bovenstaande geïnformeerd bent.
Vragen
Als u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de lactatiekundige. De lactatiekundige is op werkdagen tussen 09.00 en 12.30 bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 49 10 of (0314) 32 38 81.
Bronnen
Moedermelkbank en Moedermelk Netwerk