Algemeen
Binnenkort krijgt u een CT-scan. Er zijn verschillende soorten CT-onderzoeken. Elk onderzoek vraagt een andere voorbereiding. Deze folder is gericht op het onderzoek dat voor u van toepassing is. U kunt bij het betreffende onderzoek lezen wat er van u verwacht wordt en wat u kunt verwachten.
De CT-scan
Bij een CT-scan (Computer Tomografie) ligt u op een tafel die in een soort 'ring' wordt geschoven. In deze 'ring' bevindt zich een ronddraaiende bron, die röntgenstralen uitzendt. Met behulp van de computer wordt zo een dwarsdoorsnede van uw lichaam in beeld gebracht. De CT-scan kan 'schijfjes' lichaam in beeld brengen. Door meerdere 'schijfjes' vast te leggen op de monitor, krijgt de radioloog de juiste informatie over de verschillende organen en hun relatie onderling. Tijdens de röntgenopname, hoort u de apparatuur in de ring om u heen draaien. Bij onderzoek van de longen of de buik wordt u gevraagd in te ademen en de adem even vast te houden.
Een onderzoek duurt ongeveer 15 tot 30 minuten. Dit verschilt per onderzoek.
Jodiumhoudend contrastmiddel
Bij een CT-onderzoek wordt vaak een jodiumhoudend contrastmiddel gebruikt om delen van het lichaam beter zichtbaar te maken op de scan. Deze vloeistof wordt dan tijdens het onderzoek in uw lichaam gespoten. Meestal hoort u pas op het moment dat het onderzoek plaatsvindt of bij u contrastmiddel wordt gebruikt.
Risico van jodiumhoudend contrastmiddel voor bepaalde patiënten
Jodiumhoudend contrastmiddel kan bij bepaalde groepen patiënten, de zogenaamde risicogroepen, leiden tot een allergische reactie of tot nierschade. Uw arts gaat na of u tot een van de risicogroepen behoort. Als u tot een risicogroep behoort, nemen wij extra maatregelen voorafgaand aan het onderzoek. Zo wordt voorkomen dat u schade aan uw nieren oploopt of een allergische reactie krijgt. In de folder 'Voorzorgsmaatregelen bij radiologisch onderzoek met jodiumhoudend contrastmiddel' leest u welke maatregelen worden genomen. U hoeft deze folder alleen te lezen als u nierschade heeft of een verhoogde kans op nierschade.
Het onderzoek met contrastvloeistof in de bloedvaten kan niet altijd doorgaan in de volgende gevallen:
- Als u de ziekte van Kahler of de ziekte van Waldenström heeft.
- Bij ernstige nierfunctiestoornissen. Uw arts beslist of het nodig is om voor het onderzoek uw nierfunctie te bepalen door middel van bloedonderzoek.
- Bij sommige vormen van allergie kan het noodzakelijk zijn voorafgaande aan het onderzoek medicijnen toe te dienen.
Neemt u in bovenstaande gevallen tijdig contact op met de röntgenafdeling om te vragen of het noodzakelijk is contrastmiddel te gebruiken tijdens het onderzoek.
Zwangerschap
In verband met de röntgenstraling is het belangrijk te weten of u in verwachting bent. Als u (mogelijk) zwanger bent, neem dan contact op met uw behandelend arts. Deze overlegt dan met u of het onderzoek door kan gaan.
Voorafgaand aan de CT-scan
Voor het onderzoek gelden de volgende algemene voorbereidingen:
Voldoende drinken
Wij raden u aan om de dag voor het onderzoek voldoende (zo'n 1,5 tot 2 liter) te drinken. Dit zorgt ervoor dat de contrastvloeistof na het onderzoek sneller uit uw lichaam is. De contrastvloeistof verlaat het lichaam via de urine.
Bent u dialysepatiënt? Dan is het van belang dat u zich aan de drinkvoorschriften van uw arts houdt. Bij vragen kunt u terecht bij uw behandelend arts.
Bij diarree, uitdroging of nieuwe medicijnen
Indien u voorafgaand aan het onderzoek diarree krijgt, uitgedroogd raakt of nieuwe medicijnen krijgt die de nieren belasten, neemt u dan contact op met de afdeling Radiologie of met uw arts. Overleg of het verstandig is het onderzoek door te laten gaan.
Bloedprikken
Heeft u van uw behandelend arts een labformulier gekregen om uw bloed te laten controleren? Dan is het van belang dat u 2 weken voor het onderzoek bloed laat prikken. Eerder bloed laten prikken heeft geen zin. Dan zijn de waardes namelijk niet actueel genoeg.
Uw onderzoeken
Hieronder leest u welke specifieke voorbereiding u moet treffen. In de meeste gevallen hoort u pas tijdens het onderzoek of er bij u contrastmiddel wordt gebruikt.
CT van de blaas, nieren en urinewegen (CT-IVP)
Voorbereiding
De twee uren vóór het onderzoek mag u niets meer eten.
Het is belangrijk dat u voor dit onderzoek vooraf voldoende drinkt. Door het drinken van water is de werking van de nieren beter zichtbaar op de scan.
U kunt ervoor kiezen om thuis een halve liter water te drinken. Als u het prettiger vindt, kunt u ook een halve liter water meenemen en dit in het ziekenhuis opdrinken. De blaas hoeft voor het onderzoek niet gevuld te zijn, dus u mag gewoon naar het toilet gaan.
Verloop van het onderzoek
De laborant spuit contrastvloeistof in een ader in uw arm.
Bijwerkingen/complicaties
Bij dit onderzoek maken we gebruik van röntgenstraling. Door de moderne technieken die wij in ons ziekenhuis toepassen, is de stralingsdosis minimaal.
Als u tijdens het onderzoek contrastvloeistof heeft gekregen, kunnen er bijwerkingen optreden:
- Veel patiënten krijgen een warm gevoel bij het inspuiten van de contrastvloeistof. Vrouwen krijgen soms het gevoel dat ze aan het plassen zijn. Sommige patiënten worden misselijk.
- Er kunnen verschijnselen van overgevoeligheid voor de contrastvloeistof optreden, zoals niezen of het ontstaan van galbulten. Zelden zijn de reacties ernstiger. Het kan zijn dat de luchtwegen samenknijpen of er kan een zwelling ontstaan met benauwdheid als gevolg.
- Patiënten die contrastvloeistof drinken, kunnen last krijgen van diarree.
- Bij het aanprikken van een bloedvat en bij het inspuiten van de contrastvloeistof is er een kleine kans op complicaties. Er kan een ontsteking ontstaan die soms gepaard gaat met stolselvorming (trombose) in het bloedvat.
- Het gebruik van contrastvloeistof kan leiden tot tijdelijke of, in een enkel geval, blijvende verminderde nierfunctie. (Zie ook de folder 'Voorzorgsmaatregelen bij gebruik jodiumhoudend contrastmiddel'). Indien u een drinkbeperking heeft gekregen van uw arts, volg dan het advies van uw arts op.
De meeste klachten verdwijnen vanzelf weer, eventueel na medicatie.
Als u weer thuis bent en er treden complicaties op waar u zich zorgen over maakt, dan kunt u contact opnemen met de secretaresse van de afdeling Radiologie. Zij is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.00 uur op het telefoonnummer (0314) 32 95 05. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de dienstdoende arts via (0314) 32 99 11. Indien uw behandeltraject in het ziekenhuis al is beëindigd, dan kunt u met vragen en problemen contact opnemen met uw huisarts.
De uitslag van het onderzoek
De arts die het onderzoek heeft aangevraagd (uw huisarts of specialist) ontvangt altijd de uitslag.
Bij verhindering
Als u op het afgesproken tijdstip bent verhinderd, belt u dan zo snel mogelijk naar de afdeling Radiologie. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer (0314) 32 95 05.
Filmpje
Op onze website kunt u een filmpje bekijken over wat u kunt verwachten als u een CT-scan krijgt. Om het filmpje te bekijken gaat u naar
www.slingeland.nl/ct-scan-4Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze dan gerust aan de radioloog of laborant.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.