AlgemeenEr is bij u een bacterie aangetroffen die ongevoelig (resistent) is voor een aantal antibiotica. In deze folder leest u welke (isolatie)maatregelen genomen worden om verspreiding van de bacterie in het ziekenhuis tegen te gaan.
Wat is een resistente bacterie? Iedereen draagt bacteriën bij zich. Bacteriën nestelen zich op de huid, in de neus, mond en darmen. Bacteriën zijn meestal onschuldig en hebben vaak een nuttige functie. Ze helpen bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel.
Wanneer bacteriën in het lichaam op een plek komen waar ze niet thuishoren, zoals in een operatiewond of in de blaas, kan er een infectie ontstaan. Deze infecties worden doorgaans behandeld met antibiotica. Sommige bacteriën zijn ongevoelig (resistent) voor de gangbare antibiotica. Infecties die worden veroorzaakt door deze resistente bacterie zijn hierdoor moeilijker te behandelen. Voor patiënten met weinig weerstand kan dit een probleem zijn. Voor gezonde mensen is de bacterie ongevaarlijk en verdwijnt deze vaak vanzelf.
De verzamelnaam voor resistente bacteriën is BRMO (Bijzonder Resistente Micro Organisme). Een veel voorkomende BRMO is Extended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL).
Verspreiding voorkomenHet is belangrijk dat resistente bacteriën zich niet in het ziekenhuis verspreiden. Om andere patiënten in het ziekenhuis te beschermen, nemen we tijdens uw opname extra maatregelen.
Wat kunt u verwachten bij een opname?Tijdens uw opname worden de volgende maatregelen genomen:
- U ligt meestal mogelijk op een eenpersoonskamer. De deur mag openblijven.
- Medewerkers dragen een wegwerpschort en handschoenen (en eventueel een mond-neusmasker), bijvoorbeeld tijdens de verzorging.
- Bij het verlaten van de kamer worden de schort en handschoenen weggegooid en de handen gedesinfecteerd.
- Onderzoeken en behandelingen kunnen gewoon plaatsvinden. Op de afdeling waar het onderzoek of de behandeling plaatsvindt, worden ook maatregelen getroffen.
In een enkel geval moet u zelf maatregelen treffen als u uw kamer wilt verlaten. De verpleegkundige vertelt u hier meer over.
Wat kunt u tijdens uw opname zelf doen?
Om verspreiding van resistente bacteriën tegen te gaan, is het belangrijk dat u uw handen goed wast (30 seconden). Doe dit met water en zeep op de volgende momenten:
- nadat u naar het toilet bent geweest;
- voordat u gaat eten;
- na hoesten of niezen.
Als uw handen niet zichtbaar vuil zijn en niet plakkerig aanvoelen, kunt u uw handen ook inwrijven met handalcohol. Zeep en handalcohol zijn op uw kamer aanwezig.
Bezoek U kunt tijdens uw opname gewoon bezoek ontvangen. Er is geen enkel bezwaar voor familie en bekenden om op bezoek te komen. Dit geldt ook voor kinderen en zwangere vrouwen. De bacterie vormt geen gevaar voor uw bezoek. De kledingvoorschriften gelden daarom niet voor uw bezoekers. Wel moeten zij vóór binnenkomst en het verlaten van de kamer hun handen inwrijven met handalcohol. De handalcohol staat bij de wastafel. Als uw bezoek nog meer mensen in het ziekenhuis wilt bezoeken, vragen wij hen om éérst daarheen te gaan en u als laatste te bezoeken.
Nieuwe opname Als u binnen één jaar weer wordt opgenomen in het ziekenhuis, dan gelden de isolatiemaatregelen opnieuw. Als u langer dan één jaar niet opgenomen bent geweest, wordt de vermelding dat u drager bent van een resistente bacterie uit het informatiesysteem van het ziekenhuis verwijderd. Bij een volgende opname zijn de isolatiemaatregelen niet meer nodig.
Naar een ander ziekenhuisWanneer u binnen een jaar wordt opgenomen in een ander ziekenhuis, is het van belang dat u meldt dat u drager bent van een resistente bacterie. Het ziekenhuis kan dan de noodzakelijke maatregelen treffen om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen.
Weer thuis Als u na uw opname weer thuis bent, hoeft u geen speciale maatregelen te nemen. Thuis vormt deze bacterie geen gevaar. Uw behandelend arts heeft uw huisarts en eventueel de thuiszorg op de hoogte gebracht.
Onderzoek Wanneer u weer in het ziekenhuis komt voor een onderzoek of behandeling, kan het zijn dat wordt onderzocht of u de bacterie nog bij u draagt. Dit gaat altijd in overleg met de behandelend arts. Bij dit onderzoek worden met wattenstaafjes kweken afgenomen van het rectum (anus) en de plaats waar de bacterie als eerste is aangetoond. Eventueel worden ook kweken afgenomen van een wond, urine en/of als u veel hoest ook slijm uit de longen. Deze kweken worden afgenomen door een assistent van de polikliniek. U kunt dit onderzoek ook laten doen door uw huisarts.
Vragen Heeft u nog vragen? Stelt u deze gerust aan uw arts of de verpleegkundige.