Algemeen
In overleg met u is besloten dat u een suprapubische katheter krijgt. In deze folder vindt u informatie over de suprapubische katheter en het inbrengen ervan.
Suprapubische katheter
Een suprapubische katheter is een slangetje dat, net boven het schaambeen, door de buikwand in de blaas wordt gebracht.
De katheter is nodig als u de urine niet goed uit de blaas kunt plassen. De meest voorkomende reden om over te gaan tot het inbrengen van een suprapubische katheter is het achterblijven van urine (residu). Andere redenen zijn een vernauwing (obstructie) in de plasbuis of ongewild urineverlies (incontinentie). De arts overlegt met u waarom en wanneer u een suprapubische katheter krijgt.
|
|
Afbeelding: blaaskatheter via de plasbuis (bij een man) | Afbeelding: suprapubische katheter (bij een vrouw) |
Bron afbeeldingen: www.myflexicare.com
Voorbereiding
Verbandmateriaal
Zorg dat u gaasjes van 10 x 10 centimeter en een rol pleisters in huis heeft. Dit is verkrijgbaar bij de drogist of apotheek. U heeft deze verbandmaterialen nodig voor de verzorging van de buikkatheter.
Eten en drinken
Het inbrengen van de katheter gebeurt onder plaatselijke verdoving op de polikliniek Urologie. U hoeft niet nuchter te zijn; u mag van tevoren gewoon eten en drinken.
Bloedverdunnende medicijnen
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (bijvoorbeeld Sintrom, Marcoumar, Ascal), dient u deze medicatie mogelijk een aantal dagen voor de ingreep te stoppen. De uroloog bespreekt dit met u.
Veel drinken
Voor de ingreep dient u goed te drinken. Zorgt u ervoor dat u vlak voor de ingreep het gevoel heeft dat uw blaas vol is.
Als u op dit moment een blaaskatheter via de plasbuis heeft, dan hoeft u niet extra te drinken voorafgaand aan de ingreep. De blaaskatheter wordt voor het inbrengen van de suprapubische katheter afgeklemd. Na het inbrengen van de suprapubische katheter, wordt de blaaskatheter via de plasbuis verwijderd.
Autorijden
Autorijden direct na de ingreep raden wij af. Wij adviseren u om iemand mee te nemen die u weer naar huis kan begeleiden na de ingreep.
De ingreep
Met behulp van een echo kijken we of uw blaas vol genoeg is. Is dit niet het geval dan wordt er een katheter via de plasbuis ingebracht. Via deze katheter wordt uw blaas gevuld met steriel water. Als u al een blaaskatheter via de plasbuis heeft, dan krijgt u de vloeistof via deze bestaande katheter toegediend. Vervolgens wordt deze blaaskatheter afgeklemd zodat de urine/vloeistof niet uit uw blaas loopt.
Nadat uw buik gedesinfecteerd is, krijgt u een plaatselijke verdoving door middel van een injectie. Vervolgens maakt de uroloog een klein sneetje in de verdoofde huid. Met een dikkere naald wordt de blaas aangeprikt. Dit kan een vervelend en drukkend gevoel geven. Om de naald zit een holle buis. Na het verwijderen van de naald brengt de uroloog de katheter door de holle buis in de blaas. Tot slot verwijdert de uroloog de holle buis.
Aan het uiteinde van de katheter zit een ballon. Om te voorkomen dat de katheter uit de blaas valt, vult de uroloog deze ballon met steriel water. Aan het andere uiteinde van de katheter wordt de opvangzak voor aangesloten.
Op de insteekopening komt een steriel gaasje.
Nadat de suprapubische katheter is geplaatst, verwijderd de uroloog de eventuele blaaskatheter via de plasbuis.
Duur van de ingreep
De ingreep duurt ongeveer 15 minuten.
Na de ingreep
Als u voor de ingreep nog geen blaaskatheter had, dan krijgt u na het inbrengen van de suprapubische katheter een startpakket mee. Dit pakket bevat alles wat u nodig heeft voor het gebruik van de suprapubische katheter en de verzorging ervan (zoals opvangmaterialen). Ook ontvangt u de folder 'omgaan met een katheter'.
De uroloog heeft met u besproken of u na de ingreep direct naar huis mag of dat u nog een paar uur op de verpleegafdeling wordt opgenomen ter observatie.
Complicaties
Bij het aanprikken van de suprapubische katheter kan een bloedvaatje geraakt worden. Hierdoor kan er bloed in de urine voorkomen, soms met stolsels. Door veel te drinken wordt de urine vaak weer helder. In een enkel geval is het nodig om de blaas via de katheter te spoelen.
Problemen met de katheter
Na het plaatsen van de suprapubische katheter kunnen de volgende problemen voorkomen:
- Lekkage van de katheter, bijvoorbeeld door een knik in de katheter of door blaaskrampen.
- Verstopping van de katheter. Indien de katheter verstopt zit, dient deze gespoeld te worden. Als de katheter dan nog niet doorgankelijk is, dient deze verwisseld te worden.
- Uitvallen van de katheter. Als de katheter uit de blaas is gevallen, dient er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht te worden.
Contact opnemen
Neem bij de onderstaande verschijnselen direct contact op met het ziekenhuis, de huisarts of de wijkverpleegkundige:
- u heeft koorts (boven de 38,5 °C);
- u heeft aanhoudende pijn;
- u heeft geen urinelozing gedurende 2 á 3 uur. Ga eerst na of er geen knik in de slang zit, of u genoeg gedronken heeft en of de katheterzak niet te hoog hangt;
- de katheter zit verstopt;
- er is sprake van blijvende lekkage langs de katheter;
- de urine is plotseling erg bloederig met stolsels;
- de katheter is uitgevallen.
De polikliniek Urologie is op werkdagen van 08.30 tot 16.30 uur bereikbaar op telefoonnummer (0315) 32 95 72. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u contact opnemen met de dienstdoende arts via (0314) 32 99 11.
Indien uw behandeltraject in het ziekenhuis al is beëindigd, dan kunt u met vragen en problemen contact opnemen met uw huisarts of wijkverpleegkundige.
Verzorging
Het is belangrijk om de insteekopening van de suprapubische katheter goed te verzorgen. De insteekopening is de plek op uw buik waar de katheter naar binnen gaat. Wij adviseren u:
- iedere dag de insteekopening te wassen met lauw water. Gebruik hierbij nooit zeep;
- de insteekopening zorgvuldig droog te maken met een deppende beweging
- de insteekopening eventueel af te dekken met een steriel gaasje.
Mogelijk lekt er wat gelig vocht langs de katheter. Dit wordt het 'dragen' van de katheter genoemd. Zolang u geen klachten heeft, kan dit geen kwaad. Wij raden u aan om een gaasje te blijven gebruiken om vlekken in uw kleren te voorkomen. Als de katheter niet lekt, kunt u het gaasje achterwege laten.
Om de zes weken moet de suprapubische katheter gewisseld worden. De eerste wissel vindt bijna altijd plaats op de polikliniek Urologie. Daarna kunt u hiervoor terecht bij uw huisarts of wijkverpleegkundige.
Meer informatie over de verzorging van de katheter vindt u in de folder 'Omgaan met een katheter'.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u ze dan aan de uroloog of verpleegkundige tijdens uw afspraak. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten. Natuurlijk kunt u met uw vragen ook telefonisch bij ons terecht. Het telefoonnummer van de polikliniek Urologie is (0314) 32 95 72.
Uw privacy en onze geheimhouding
Om u de beste zorg te kunnen geven, hebben wij gegevens van u nodig. Deze gegevens leggen wij digitaal vast en beveiligen wij goed. Wij gaan zorgvuldig om met deze gegevens en houden ons aan de wet- en regelgeving. Dit betekent onder andere dat al onze medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben en u als patiënt recht heeft op privacy. Uitgebreide informatie over uw privacy, rechten en plichten vindt u in de folder ‘
Uw rechten en plichten als patiënt’. Deze folder kunt u raadplegen op
folders.slingeland.nl.