Lokalisatieprocedure bij borstkanker
Lokalisatieprocedure bij borstkanker
3. Lokalisatie van de afwijking in de borst
3.1 Algemeen
Als de afwijking in de borst niet duidelijk voelbaar is, en de afwijking uit de borst verwijderd moet worden voor weefselonderzoek, volgt een lokalisatieprocedure. Dit onderzoek vindt poliklinisch plaats op de röntgenafdeling, voordat u start met medicijnen of wordt geopereerd. Bij deze lokalisatieprocedure brengt de radioloog met behulp van röntgen- of echoapparatuur, een radioactief jodiumzaadje in de borst in. Tijdens de operatie kan de chirurg het jodiumzaadje opzoeken met behulp van een detector, zodat hij/zij op de juiste plek weefsel uit de borst kan verwijderen.
Uitzaaiing in de lymfeklier
Als er bij u sprake is van een uitzaaiing in de lymfeklier in de oksel en u eerst een behandeling met medicijnen krijgt (bijvoorbeeld chemotherapie), dan wordt de lymfeklier soms ook gemarkeerd met een jodiumzaadje. De lokalisatieprocedure vindt al plaats voordat u met de chemotherapie begint.
Het jodiumzaadje
Het jodiumzaadje is van metaal en 4 mm groot. Het geeft een lage dosis straling af, die niet schadelijk is voor de gezondheid van u en uw omgeving. Het zaadje blijft in uw borst zitten tot de operatie. Tijdens de operatie wordt het samen met de afwijking uit uw borst (en eventueel lymfeklier) verwijderd.
Metalen draadje
Heel soms gebruikt de radioloog in plaats van een jodiumzaadje een metalen draadje om de plaats van de afwijking in beeld te kunnen brengen. Het inbrengen van het metalen draadje verloopt op dezelfde manier als het inbrengen van het jodiumzaadje.
3.2 Voorbereiding
Wij adviseren u om op de dag van het onderzoek een stevige beha of sportbeha te dragen. Wilt u op de dag van het onderzoek uw borsten niet insmeren met bodylotion, zalf, crème of poeder? Dit kan zorgen voor een onduidelijk röntgenbeeld.
3.3 Manier van inbrengen van het jodiumzaadje
Het jodiumzaadje kan op twee manieren worden ingebracht. De radioloog geeft aan welke methode bij u het meest geschikt is.
Met behulp van het echoapparaat
Met het echoapparaat zoekt de radioloog de plek op waar de punctie moet plaatsvinden. Vervolgens wordt uw borst verdoofd. Het radioactieve jodiumzaadje bevindt zich in een naald. Na het desinfecteren van de huid, brengt de radioloog het jodiumzaadje in de borst in. De naald wordt voorzichtig teruggetrokken en het jodiumzaadje blijft in de borst achter. Daarna wordt een mammografie gemaakt om te controleren of het jodiumzaadje op de juiste plek zit.
Als er ook een jodiumzaadje in de lymfeklier in uw oksel wordt geplaatst, gebeurt dit op dezelfde manier als hierboven beschreven.
Na het plaatsen van een jodiumzaadje in de oksel, wordt ter controle een CT-scan gemaakt van de oksel. Dit onderzoek duurt ongeveer 10 minuten.
Het is mogelijk dat u tussen de onderzoeken even moet wachten.
Met behulp van röntgenstralen
Tijdens het onderzoek zit u voor een röntgenapparaat (ook wel mammograaf genoemd). Uw borst wordt tussen twee platen geplaatst en samengedrukt. De borst kan zo niet meer verschuiven. U dient zo stil mogelijk te blijven zitten. Eerst worden er een aantal röntgenfoto’s gemaakt. Een speciaal meetapparaat berekent de plek en de diepte waar het jodiumzaadje moet worden ingebracht. Vervolgens wordt uw borst verdoofd. De laborant desinfecteert uw borst met alcohol. De radioloog brengt met een speciale naald het jodiumzaadje in uw borst. Daarna trekt de radioloog de naald voorzichtig terug, waarbij het jodiumzaadje in uw borst achterblijft.
Vervolgens worden er nog enkele röntgenfoto’s gemaakt om te controleren of het jodiumzaadje op de juiste plek zit. Het maken van de röntgenfoto's duurt ongeveer een half uur.