AlgemeenBij cardioversie behandelt de cardioloog een ritmestoornis van uw hart met behulp van een of meerdere stroomstoten. Deze behandeling heeft als doel uw hartritme te herstellen.
In deze folder leest u hoe u zich voorbereidt op de behandeling en hoe de behandeling verloopt.
VoorbereidingBloedverdunnende medicijnen Het is belangrijk dat tijdens deze behandeling geen bloedstolsel (bloedpropje) in uw bloed ontstaat. Bloedstolsels kunnen namelijk een beroerte veroorzaken. Om dit te voorkomen moet u bloedverdunnende medicijnen gebruiken. Bloedverdunnende medicijnen worden ook wel antistollingsmiddelen genoemd. Er zijn verschillende soorten bloedverdunnende medicijnen. Deze zijn in twee groepen onder te verdelen.
Groep 1 (coumarines):
Gebruikt uacenocoumarol (Sintrom) of fenprocoumon (Marcoumar? Dan controleert de Trombosedienst voorafgaand aan de behandeling of uw bloed niet te dik of te dun is. Informeer de Trombosedienst als u de oproep krijgt voor de behandeling (uiterlijk één week van tevoren) over de datum waarop de cardioversie gepland staat.
Groep 2 (DOAC’s):
Gebruikt u een DOAC, bijvoorbeeld dabigatran (Pradaxa), apixaban (Eliquis), edoxaban (Lixiana) of rivaroxaban (Xarelto)? Dan is het zeer belangrijk dat u deze middelen volgens de voorschriften inneemt. Als u dat niet doet, kan de cardioversie mogelijk niet doorgaan omdat uw bloed te dik is.
Eén dag voor de cardioversie: bloedprikken en hartfilmpje Eén dag voor de opname laat u voor 12.00 uur bloedprikken bij Laboratorium Afname in het ziekenhuis (route 48). Er wordt gekeken naar de mineralen in het bloed en de stollingswaarde (INR). Vervolgens laat u een hartfilmpje (ECG) maken op de Functieafdeling Cardiologie (route 58). U hoeft hiervoor geen afspraak te maken.
Deze afspraken gelden voor beide groepen: voor mensen die coumarines gebruiken én voor mensen die DOAC’s gebruiken.
Als er afwijkende bloeduitslagen worden gevonden, kan de cardioversie niet doorgaan. Als uit het hartfilmpje blijkt dat uw hartritme weer regelmatig is, dan is een cardioversie niet nodig. Als de cardioversie niet doorgaat, wordt u nog dezelfde dag tussen 16.00 en 17.00 uur gebeld door de verpleegkundig specialist. Wordt u niet gebeld? Dan verwachten wij u op het afgesproken tijdstip in het ziekenhuis.
Nuchter blijvenVoor deze behandeling moet u nuchter zijn. Voor meer informatie over nuchter blijven kunt u de
nuchterkaart .
bekijken.
Medicatie voor uw hartritmestoornis en eventuele DOAC, neemt u ’s ochtends gewoon in met een klein slokje water.
Overige medicijnenUw arts overlegt met u of u tijdelijk met uw (eventuele) andere medicijnen moet stoppen of dat u deze in kunt blijven nemen voor de cardioversie.
Bij suikerziekteHeeft u suikerziekte, dan dient u zeer waarschijnlijk uw medicatie aan te passen. Bent u bij uw huisarts onder controle voor suikerziekte, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts als u hier vragen over heeft. Bent u onder controle bij de internist, dan kunt u bellen met de diabetesverpleegkundige, tel. (0314) 32 96 69.
AutorijdenU mag niet zelfstandig naar huis na de behandeling. Tot 24 uur na de behandeling mag u niet autorijden. Het is daarom belangrijk dat u iemand meeneemt, die u weer naar huis kan begeleiden. Ook als u per taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat.
KledingDraag wijde bovenkleding zodat de elektrodes en pads makkelijk te bevestigen zijn op uw bovenlichaam.
GebitsprotheseHeeft u een gebitsprothese? Plak deze op de opnamedag niet vast met kleefpasta. De gebitsprothese moet namelijk uit tijdens de behandeling.
BorsthaarMocht het nodig zijn, dan wordt op de verpleegafdeling uw borsthaar geschoren. Dan blijven de elektrodes en pads beter plakken.
Waar meldt u zichOp de opnamedag meldt u zich om 08.00 uur bij de medewerker van de receptie bij de hoofdingang. Hier wordt u opgehaald en naar de afdeling SCU/CCU/EHH gebracht.
De behandelingBij de behandeling zijn de volgende zorgverleners aanwezig:
- De cardioloog of verpleegkundig specialist.
- Een anesthesioloog of sedatiepraktijk specialist.
- Eén of twee CCU-verpleegkundigen.
Voorafgaand aan de behandeling brengt de verpleegkundige een infuusnaald in een ader van uw arm of hand. Daarop wordt een infuus aangesloten, zodat een slaapmiddel kan worden toegediend.
De verpleegkundige plakt elektrodeplakkers en pads op uw borst en schouderblad en sluit u aan op een monitor. De monitor registreert uw hartritme.
De anesthesioloog of sedatiepraktijk specialist dient u via de infuusnaald een slaapmiddel toe waardoor u zo’n 5 à 15 minuten slaapt. Tijdens uw slaap vindt de behandeling plaats.
Tijdens de behandeling krijgt u maximaal drie stroomstoten met een defibrillator. Hiermee proberen we uw hartritme te herstellen. Na ongeveer vijftien minuten wordt u weer wakker. De cardioloog of verpleegkundig specialist vertelt u direct of de behandeling is geslaagd. In sommige gevallen slaagt de behandeling niet. De cardioloog bespreekt in dat geval tijdens uw controleafspraak welke andere behandelmogelijkheden er zijn.
Na de behandelingEen verpleegkundige observeert ook na de behandeling uw hartritme via de monitor.
U mag weer eten en drinken als u goed wakker bent. Dan verwijdert de verpleegkundige ook de infuusnaald en de elektrodes.
BijwerkingenU kunt na elke medische behandeling last krijgen van bijwerkingen. Ook na een cardioversie. Soms voelt de huid op de borstkas pijnlijk aan op de plaats waar de elektrodeplakkers een stroomstoot hebben doorgegeven. U kunt de pleisters daarom beter laten zitten zodat uw huid de tijd heeft om te herstellen. De pijnlijke huid verdwijnt vanzelf.
Weer naar huisDe arts of verpleegkundig specialist spreekt met u af wanneer u weer naar huis mag. Meestal is dit na een uur na de cardioversie. De dag na cardioversie mag u uw normale werkzaamheden hervatten.
MedicijnenDe arts overlegt met u wanneer u uw (eventuele) medicijnen weer in mag nemen.
VragenHeeft u nog vragen over de behandeling dan kunt u deze altijd aan de verpleegkundigen stellen. Het telefoonnummer van de afdeling SCU/CCU/EHH is (0314) 32 92 17.
Hoe gaan wij met uw vertrouwelijke gegevens om?
Zodra u zich meldt in het ziekenhuis, leggen wij persoonlijke gegevens over u digitaal vast. Die gegevens zijn geheim. Alleen de arts die u behandelt, de zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn en uzelf mogen uw gegevens inzien. Het ziekenhuis is verplicht om de kwaliteit van zorg te bewaken en verbeteren. Daarom kan het nodig zijn om gegevens te verstrekken aan personen binnen of buiten het ziekenhuis. Het verstrekken van gegevens is aan wettelijke regels gebonden (zie het ‘Privacyreglement Patiënten’, vraag ernaar bij uw zorgverlener).
Wanneer zorgverleners van verschillende zorginstanties samenwerken bij uw behandeling, noemt men dit ketenzorg. Als het voor een goede behandeling of verzorging noodzakelijk is dat de zorgverleners uit de keten toegang hebben tot uw patiëntgegevens, dan is dit toegestaan. Dit is echter alleen toegestaan als u van tevoren duidelijk bent geïnformeerd over welke hulpverleners van welke zorginstanties deel uitmaken van deze keten en u hier geen bezwaar tegen heeft.
Daarnaast kunnen uw huisarts, de huisartsenpost en uw apotheker een samenvatting van uw medische gegevens inzien bij spoedeisende zorg buiten praktijkuren. Meer informatie kunt u lezen in de folder '
Uw rechten en plichten als patiënt'. Deze folder kunt u raadplegen op www.slingeland.nl.