Algemeen

U heeft met uw arts afgesproken om een slokdarmstent te laten plaatsen. Dit is nodig omdat er geen of nauwelijks nog voeding via uw slokdarm naar uw maag kan. Een slokdarmstent is een flexibel buisje, dat tijdens een endoscopisch onderzoek wordt ingebracht. Na het plaatsen van de stent, zal het eten en drinken weer makkelijker door de slokdarm gaan.

Meestal bent u voor deze behandeling een dagdeel in het ziekenhuis. In sommige gevallen is het nodig om een nacht in het ziekenhuis te blijven. De mdl-arts bespreekt dit van tevoren met u.

In deze folder leest u over de voorbereiding, de behandeling en de nazorg bij het plaatsen van een stent. Ook krijgt u voedingsadviezen.

Voorbereiding

Om de behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat u de volgende voorbereidingen treft.

Nuchter zijn

Om ervoor te zorgen dat er tijdens de behandeling geen voedsel meer in uw slokdarm en maag aanwezig is, dient u nuchter te zijn tijdens de behandeling. Dat wil zeggen:

• Als de behandeling 's ochtends plaatsvindt, mag u vanaf 24.00 uur op de dag voorafgaand aan het onderzoek niet meer eten en drinken.
• Als de behandeling 's middags plaatsvindt, mag u tot zes uur voor de behandeling nog een licht ontbijt gebruiken (1 kopje thee met een beschuitje).

Als u nuchter bent, verkleint u de kans op complicaties.

Medicijnen

Als u voor de behandeling met bepaalde medicijnen dient te stoppen heeft de arts dit met u besproken. Eventuele andere medicijnen mag u met een beetje water innemen.

Bij suikerziekte

Heeft u suikerziekte, dan dient u zeer waarschijnlijk uw medicatie aan te passen. Bent u bij uw huisarts onder controle voor suikerziekte, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts als u hier vragen over heeft. Bent u onder controle bij de internist, dan kunt u bellen met de diabetesverpleegkundige, tel. (0314) 32 96 69.

Waar meldt u zich

Meldt u zich bij de secretaresse van de polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten (eerste etage, route 52).

De behandeling

Op de polikliniek krijgt u een infuusnaald ingebracht. Kort voor de behandeling krijgt u hierdoor slaapmedicatie (een roesje) toegediend. Een verpleegkundige brengt u naar de afdeling Radiologie. Daar vindt de behandeling plaats.

U gaat op uw linkerzij liggen en krijgt de slaapmedicatie toegediend via het infuus. Tijdens het onderzoek controleert een verpleegkundige steeds uw hartslag, bloeddruk en het zuurstofgehalte in uw bloed.

Vervolgens brengt de mdl-arts een flexibele slang (endoscoop) in de slokdarm in, via de mond en keel. Door het roesje bent u slaperig en ontspannen en zult u de slang nauwelijks voelen. U kunt gewoon doorademen. Via de endoscoop brengt de arts lucht in de maag om beter zicht te krijgen. Door de lucht in uw maag kan het zijn dat u moet boeren. Ook kunt u een opgezet gevoel in uw bovenbuik krijgen.

Via de endoscoop wordt ook een dunne draad ingebracht, een zogenaamde voerdraad. Om de stent te kunnen plaatsen wordt het voerdraad achtergelaten. De endoscoop wordt langzaam verwijderd. Vervolgens brengt de mdl-arts de samengevouwen stent in over het voerdraad en legt het op de juiste plaats. Dit gebeurt met behulp van röntgendoorlichting. Na het uitvouwen van de stent wordt het voerdraad verwijderd.

De behandeling duurt ongeveer een half uur.

Na de behandeling

Na de behandeling wordt u naar de uitslaapkamer op de polikliniek Maag-, darm- en leverziekten gebracht. Hier blijft u minimaal een uur. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte. Als u geen pijn heeft, mag u wat drinken. Langzaamaan kunt u steeds iets meer drinken.

Voeding

Wij raden u aan de eerst dag alleen vloeibare voeding te gebruiken. Als dat goed gaat, mag u in principe weer bijna alles eten en drinken (zie ook de voedingsadviezen verderop in deze folder).

Maagzuurremmende medicijnen

Omdat de maagklep door de stent continu openstaat, kan de maaginhoud omhoog komen. Om dit tegen te gaan, krijgt u maagzuurremmende medicijnen voorgeschreven.

Mogelijke complicaties

Het plaatsen van een slokdarmstent is over het algemeen een veilige behandeling. Toch kunnen er complicaties optreden, bijvoorbeeld een longontsteking. Dit kan gebeuren als u zich verslikt in de maaginhoud.

Tijdens het plaatsen van de stent kan er, vooral als de slokdarm eerst moet worden opgerekt, een scheurtje in de slokdarm ontstaan. De belangrijkste klachten die hierbij kunnen optreden, zijn pijn en koorts. Ook is het mogelijk dat er een (kleine) bloeding ontstaat. Deze complicaties komen zelden voor.

Bij het uitvouwen van de stent, kunt u soms pijn achter het borstbeen ervaren. Meestal verdwijnen deze klachten na verloop van tijd vanzelf. Als u pijnklachten blijft houden, wordt er een röntgenfoto gemaakt om de stent te controleren.

Bij (de verdenking op) complicaties kan het zijn dat u langer in het ziekenhuis moet blijven. Mogelijk zijn er aanvullende ingrepen nodig om de complicatie te behandelen.

Problemen met de stent

Na verloop van tijd kunnen er problemen ontstaan met de stent, bijvoorbeeld:

• De stent kan verstopt raken door voedsel dat erin blijft steken. U kunt dan niet meer eten en moet braken. Indien dit het geval is, kan de stent weer doorgankelijk gemaakt worden met behulp van een endoscoop.
• Na verloop van weken of maanden kan opnieuw een vernauwing ontstaan, waardoor het nodig kan zijn een tweede (extra) stent te plaatsen. U merkt dit omdat u dan niet kunt eten en moet braken.

Bij deze of andere klachten die te maken hebben met de stent, kunt u op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur contact opnemen met de polikliniek Maag,- Darm- en Leverziekten. Het telefoonnummer is (0314) 32 93 35. Buiten kantoortijden en in het weekend kunt u contact opnemen met de dienstdoende arts via (0314) 32 99 11. Heeft u geen vervolgafspraken meer bij de mdl-arts en bent u terugverwezen naar uw huisarts? Neem dan contact op met uw huisarts/de huisartsenpost als u klachten krijgt.

Voedingsadviezen

Als u een stent in uw slokdarm heeft, moet u rekening houden met een aantal aandachtspunten.

Vloeibare, gemalen of vaste voeding

Nadat de stent is geplaatst, gebruikt u in eerste instantie alleen vloeibare voeding. Neem bijvoorbeeld pap, vla, yoghurt, vruchtenmoes, drinkontbijt en gezeefde soep.

De dag na de behandeling kunt u gemalen voeding proberen. Gebruik voedingsmiddelen die zacht zijn of zo fijn gemaakt kunnen worden dat ze als het ware 'pap' in de mond worden. Vermijd producten met grove vezels en met harde stukjes. Verwijder harde stukjes en maak eten eventueel fijn met een staafmixer.

Als u gemalen voeding goed kunt eten, kunt u uw voeding uitbreiden tot een zo normaal mogelijke voeding. Gebruik hiervoor vaste voedingsmiddelen en snij deze zeer fijn. Zorg ervoor dat u goed kauwt. Pitten, schillen, graten en botjes moet u zorgvuldig verwijderen.

Voorkomen van verstopping van de stent

Het is belangrijk dat de stent niet verstopt raakt. Dit kunt u voorkomen door onderstaande adviezen op te volgen:

• Eet rustig en kauw uw eten goed. Neem voldoende tijd om te eten. Als goed kauwen een probleem vormt, kunt u uw voeding beter in gemalen/vloeibare vorm blijven gebruiken.
• Eet bij voorkeur in een rechtop zittende houding.
• Ga niet met een volle maag naar bed, maar rust eventueel na het eten in een stoel. Eet liever 1 tot 1,5 uur voor het naar bed gaan niet meer.
• Drink iets bij het eten.
• Kook uw eten goed gaar en prak het of snij het goed fijn.
• Drink binnen één tot anderhalf uur na iedere maaltijd een glas vocht om de stent schoon te spoelen, bij voorkeur rechtop zittend.
• Vermijd 'kleffe' voedingsmiddelen zoals (vers) wit brood, witte bolletjes en bijvoorbeeld pannenkoeken die niet gaar zijn.

Wees voorzichtig met grove en/of vezelige voedingsmiddelen

Als u grove en/of vezelige voedingsmiddelen wilt eten, snijd deze dan extra fijn en kauw goed. U heeft anders kans dat er etensresten in de stent achterblijven. Het gaat hierbij om:

• taai, draderig en droog vlees, vis en gevogelte. Verwijder bij vis zorgvuldig alle graatjes en bij kip en karbonade alle botjes;
• draderige vleeswaren, zoals rosbief, rookvlees en ontbijtspek;
• groenten zoals andijvie, asperges, bleekselderij, champignons, Chinese kool, doperwten, mais, peultjes, peulvruchten met harde schil, postelein, taugé, zuurkool en grove rauwkost (zoals wortel en prei);
• harde stukjes patat frites, knäckebröd, harde broodkorsten en volkoren brood met hele graankorrels en gedroogde vruchten (zoals abrikozen, dadels, krenten, pruimen, rozijnen en vijgen);
• sommige fruitsoorten. Verwijder de schillen van bijvoorbeeld appel, peer, bessen en druiven en verwijder ook de pitten. Pers citrusvruchten zoals sinaasappel en grapefruit uit en zeef het sap. De grove velletjes kunnen namelijk een verstopping veroorzaken. Pas ook op met (verse) ananas en velletjes van mandarijnen;
• noten, pinda's, popcorn, amandelspijs en kokos;
• zuurtjes, drop en toffees.

Koolzuurhoudende drank

Als u last heeft van een vol gevoel, kan het opboeren van lucht opluchting geven. Koolzuurhoudende dranken (dranken met prik) bevorderen het opboeren. Ook houden koolzuurhoudende dranken de stent 'schoon'. Wij raden u daarom aan om per dag één glas koolzuurhoudende drank te drinken.

Tips om uw voeding energierijker te maken

Heeft u weinig eetlust en/of heeft u moeite om uw lichaamsgewicht op peil te houden? Maak dan gebruik van onderstaande tips:

• Verdeel uw voeding over de dag. Neem naast de drie hoofdmaaltijden drie tot vier keer tussendoor iets te eten.
• Gebruik volle producten. Gebruik een ruime hoeveelheid margarine of boter (en wat extra over de warme maaltijd). U kunt ook mayonaise of crème fraiche in de maaltijd gebruiken of (ongeklopte) room in het nagerecht doen.
• Gebruik extra suiker, siroop of honing. Kies niet voor producten met zoetstof in plaats van suiker.
• Beperk producten die snel een vol gevoel geven zoals rauwkost, bouillon en soep. Dit gaat vaak ten koste van andere voeding die meer energie (calorieën) levert.
• Gebruik geen 'light'-producten.
• Kies tussendoortjes met veel calorieën zoals chocola, cake, een puddingbroodje, een slaatje, toastje met zalmsalade, enzovoorts.

Als het u niet lukt voldoende te eten, vraag dan uw arts om een verwijzing naar de diëtist. Een diëtist kan u helpen de juiste voeding te kiezen en zo nodig aanvullende bijvoeding voorschrijven.

Vragen

Heeft u nog vragen? Neemt u dan gerust contact op met het secretariaat van de polikliniek Maag,- Darm- en Leverziekten. Zij zijn op werkdagen van 08.30 tot 17.00 uur bereikbaar op telefoonnummer (0314) 32 93 35.