Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Urologie

Hormoontherapie bij prostaatkanker

Hormoontherapie bij prostaatkanker

Onderdeel van de Patiënteninformatiewijzer prostaatkanker

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

9. Hormoontherapie*


9.1 Inleiding

Hormoontherapie is een behandeling waarbij de hormoonhuishouding wordt beïnvloed. Het doel van de hormonale therapie is het vertragen van het ziekteproces. Meestal neemt de omvang van de tumor af door deze behandeling. Ook worden uitzaaiingen van prostaatkanker vaak kleiner en veroorzaken daardoor minder klachten.

Indien er sprake is van uitgebreide uitzaaiingen buiten de prostaat, is genezing niet meer mogelijk. De behandeling is er dan op gericht om de ziekte af te remmen en eventueel klachten te verlichten. Dit heet ook wel palliatieve behandeling. Deze behandeling is in principe levenslang.

Daarnaast is de laatste jaren duidelijk geworden dat hormonale behandeling zinvol kan zijn om de gevoeligheid van bestraling te verhogen. Mannen die radiotherapie krijgen, met als doel de kanker te genezen, kunnen tijdelijk (een half tot drie jaar) met hormonen worden behandeld.

9.2 Hormoonbehandeling

Prostaatweefsel groeit onder invloed van het mannelijk hormoon testosteron. Ook prostaatkankercellen groeien door dit hormoon. Testosteron wordt hoofdzakelijk in de zaadballen (testis) gemaakt. Het is naast de productie van zaadcellen de belangrijkste functie van de zaadbal. Hormonale therapie is erop gericht om de productie van testosteron stil te leggen óf om de werking van testosteron tegen te gaan. Het effect van hormonale therapie is in de meeste gevallen te meten aan het PSA-gehalte in het bloed. Het PSA-gehalte zal verlagen.

Hormoontherapie kan op verschillende manieren worden toegepast; door middel van een operatie, met medicijnen of door de prostaat(kanker)cel te blokkeren. Na verloop van tijd kan de prostaatkanker ongevoelig worden voor hormonale behandeling. Dit is mede afhankelijk van de soort en gradatie van uw prostaatkanker. De uroloog bespreekt met u welke behandeling het beste voor u is.

9.2.1 Operatie (castratie)

Tijdens de operatie wordt het hormoonproducerend weefsel uit de zaadballen verwijderd. De productie van testosteron valt hierdoor direct stil. Deze operatie heet een subcapsulaire orchidectomie. Via een kleine snede in het scrotum wordt het inwendige weefsel van beide zaadballen verwijderd. Het kapsel van de zaadbal blijft hierbij intact. Ze zullen wel iets kleiner worden maar het gevoel dat u zaadballen heeft, blijft bestaan. De operatie vindt plaats in dagbehandeling onder algehele verdoving (narcose) of door middel van een ruggenprik. Na de ingreep kunt u weer naar huis. U dient wel enkele dagen rustig aan te doen.

Meer informatie vindt u in de folder ‘Orchidectomie’.

9.2.2 Met medicijnen

De productie van testosteron wordt aangestuurd door hormonen uit de hersenen. Het Luteïniserend Hormoon (LH) stimuleert de zaadbal tot het maken van testosteron. Dit hormoon wordt op zijn beurt weer aangestuurd door het LH-RH Luteïniserend Hormoon – Releasing Hormone (LH-RH). Met behulp van medicijnen kan de productie LH-RH worden afgeremd. Dit zorgt ervoor dat er minder testosteron wordt gemaakt.

De medicijnen kunnen gegeven worden door middel van een zogenaamde depot-injectie. Onderhuids wordt een soort capsule of vloeistof geïnjecteerd. Deze capsule/vloeistof geeft, afhankelijk van de dosering gedurende een bepaalde periode (1, 3 of 6 maanden), een stof af aan het bloed. Deze stof zorgt ervoor dat de productie van testosteron vanuit de zaadballen wordt stilgelegd.

Het verschil tussen een operatie en een behandeling met medicijnen is dat na een operatie uw lichaam helemaal geen testosteron meer aanmaakt. Als u stopt met de medicatie, zou de hormoonproductie zich weer kunnen herstellen.

9.2.3 Blokkeren van de prostaat(kanker)cel

Met behulp van tabletten kan de prostaat(kanker)cel geblokkeerd worden voor testosteron. Het testosteron blijft hierdoor wel in het bloed aanwezig, maar kan de prostaat(kanker)cel niet bereiken. Deze tabletten worden toegediend aan het begin van de hormoonbehandeling of als ondersteuning van de depot-injectie.

9.3 Mogelijke bijwerkingen

Bij hormonale therapie kunnen enkele bijwerkingen optreden. Welke bijwerkingen dit zijn, is afhankelijk van welke hormoontherapie u krijgt. Ook krijgt niet iedereen bijwerkingen en de bijwerkingen kunnen ook in verschillende mate voorkomen.

De bijwerkingen die ontstaan bij een verlaging van het testosteron zijn vergelijkbaar met de verschijnselen die optreden wanneer een vrouw in de overgang komt. De meest voorkomende klachten zijn: opvliegers, aankomen in gewicht, vermoeidheid, stemmingswisselingen, enige borstontwikkeling, verlies van spierkracht, minder zin in seks en erectiestoornissen.

Krijgt u last van deze bijwerkingen? Neem dan contact op met uw oncologieverpleegkundige. Er wordt dan samen met u gekeken naar mogelijkheden om de bijwerkingen voor u draaglijker te maken. Soms is het mogelijk met medicatie de bijwerkingen te verhelpen of te verminderen. Mogelijk vraagt het een aanpassing van uw dagelijks activiteitenpatroon.

9.4 Meer informatie

Meer informatie over hormoontherapie bij prostaatkanker vindt u ook in de folder ‘Hormonale therapie bij kanker’ van het KWF. Deze folder is ook te vinden op www.kwf.nl.


Foldernummer: 1697-jan 24