14. Borstreconstructie
14.1 Inleiding
Het doel van een borstreconstructie is om een borst te maken die de vorm en de grootte van de andere borst zo goed mogelijk benadert. Echter, de nieuwe borst zal nooit gelijk kunnen zijn aan de oorspronkelijke borst. De huid van de nieuwe borst is vaak getekend door littekens van de amputatie en de reconstructie. Het gevoel van de borst en de tepel zoals u dat gewend was, is veranderd. Ook kan de vorm van de gereconstrueerde borst anders zijn dan van de oorspronkelijke borst. Met een beha kan dat verschil tussen beide borsten worden gecamoufleerd. Het is ook mogelijk om de andere borst te laten liften of verkleinen voor een zo mooi mogelijk (symmetrisch) resultaat.
De verschillende methoden van reconstructie beschrijven we kort. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat niet elke methode bij u toegepast kan worden en dat niet alle methodes in ons ziekenhuis worden uitgevoerd. Een goede voorlichting over de voor- en nadelen van de verschillende reconstructies is belangrijk voordat u uw keuze maakt. De plastisch chirurgen van ons ziekenhuis kunnen u hierover adviseren. Op
www.kanker.nl kunt u aanvullende informatie vinden.
Een borstreconstructie kan worden verricht tijdens dezelfde operatie waarin de amputatie wordt uitgevoerd (directe reconstructie) maar ook vele jaren later. Dit is afhankelijk van enerzijds medische factoren en anderzijds uw persoonlijke voorkeur. Het risico op terugkeer van de ziekte in het operatiegebied en op het ontstaan van uitzaaiingen wordt door borstreconstructie niet groter.
In overleg met u wordt een eventuele reconstructie tijdens de eerste operatie of in een tweede operatie uitgevoerd.
Voor een borstreconstructie zijn er verschillende mogelijkheden. De volgende factoren spelen een rol bij de keuze:
- toestand van de huid (is er veel huidverlies, bestralingsschade)
- plaats van het litteken
- uitgebreidheid van de borstamputatie
- vorm en de grootte van de andere borst
- lichaamsbouw
- verwachtingspatroon van de patiënt
14.2 Verschillende methodes van borstreconstructie
De eenvoudige procedure
De plastisch chirurg plaatst een inwendige prothese onder de borstspier.
De expandermethode
Onder de huid wordt een ballon of prothese geplaatst, die met een fysiologische zoutoplossing is gevuld. Door de prothese via een vulnippel regelmatig met deze zoutoplossing bij te vullen, wordt de huid opgerekt tot er voldoende huid is voor de definitieve prothese. Hierna plaatst de plastisch chirurg deze prothese.
De samengestelde rugspiermethode
Hierbij brengt de plastisch chirurg de grote rugspier over naar het littekengebied (de rugspier wordt als een eiland met huid erop onder de oksel door naar voren gedraaid) waarna de plastisch chirurg er met behulp van een inwendige prothese een nieuwe borst van maakt.
De buikspiermethode
Heeft u voldoende onderhuids weefsel in uw buik, dan is de buikspiermethode mogelijk. Op deze manier is er geen prothese nodig, aangezien een gedeelte van uw buikweefsel wordt verplaatst naar het littekengebied waar de nieuwe borst komt.
14.3 Tepelreconstructie
De tepel wordt van de eigen borst gemaakt. Nadat de tepel is gemaakt, kan de tepelhof getatoeëerd worden.
14.4 Controle
Na de borstreconstructie blijft u onder controle bij de plastische chirurg totdat u van de operatie bent hersteld en het eindresultaat is bereikt.
14.5 Vergoedingen
Reconstructie na een borstamputatie wordt niet beschouwd als een verfraaiingsingreep maar als een behandeling om de gevolgen van de eerdere operatie zo goed mogelijk te herstellen. Zorgverzekeraars vergoeden in principe de kosten van deze operatie. Vraag dit na bij uw zorgverzekeraar. Als u de andere borst wilt laten liften of verkleinen voor een zo mooi mogelijk (symmetrisch) resultaat, dan vraagt de plastisch chirurg de vergoeding aan bij uw zorgverzekeraar.
14.6 Oriënterend gesprek
U kunt bij de plastisch chirurg terecht voor een oriënterend gesprek over een borstreconstructie. Daarna kunt u altijd nog beslissen of u wel of niet voor een reconstructie kiest. Een verwijzing voor de plastisch chirurg kunt u krijgen via de oncologisch chirurg. De mammacareverpleegkundige gaat met u mee naar dit gesprek.
14.7 Leefregels na een borstreconstructie
Hieronder noemen we de leefregels die van belang zijn na een borstreconstructie. Het kan zijn dat de arts met u persoonlijk iets anders afspreekt dan hier beschreven staat.
Beha's
Indien de huid via een expander wordt opgerekt, krijgt van ons eenmalig een speciale bh met bovenband. Deze bovenband zorgt ervoor dat de ballon, en later de prothese, niet kan verschuiven. Zo nodig kunt u gazen in uw beha dragen om de wond te beschermen. Van de plastisch chirurg hoort u hoelang u deze speciale bh moet blijven dragen.
Douchen
Houd de wond de eerste 14 dagen droog. De hechtpleisters mogen namelijk niet nat worden.
Hechtpleisters
Als de hechtpleisters vanzelf loslaten, is dat niet erg. U mag de hechtpleisters er niet zelf aftrekken. Als de hechtpleisters eraf zijn gegaan, kunt u zo nodig een gaasje op de wond doen.
Autorijden en fietsen
U mag tot 6 weken na de operatie niet autorijden en fietsen.
Tillen
In het begin is het alleen toegestaan dingen te tillen die niet zwaarder zijn dan 1 kilo. Na ongeveer 4 à 5 weken kunt u het gewicht iets uitbreiden. Na 6 weken mag u alles tillen naar kunnen.
Beweging
Om de wond en de borstspieren te ontlasten, dient u de volgende bewegingen de eerste 6 weken niet te maken:
- Uw armen boven uw hoofd houden/dingen boven uw hoofd pakken.
- U optrekken aan uw armen.
Sporten
De eerste 6 weken mag u niet sporten. Tijdens het tweede controlebezoek op de polikliniek kunt u met de verpleegkundige overleggen of u weer mag beginnen of niet. Als u weer mag gaan sporten moet u dit wel rustig opbouwen.
Huishoudelijke taken
Tot 6 weken na de operatie mag u geen ramen wassen en bedden verschonen. Ook mag u niet dweilen en stofzuigen.
Werken
Wanneer u weer in staat bent om te werken, is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Overleg dit met uw behandelend arts of met de verpleegkundige.
Sauna
Na 6 weken mag u weer naar de sauna, mits de littekens gecontroleerd zijn door de verpleegkundige of arts.
Zon/zonnebank
U mag weer onder de zonnebank of zonnebaden als het litteken goed genezen is en niet meer rood is.
Bodylotion
Gebruik tot 6 weken na de operatie geen bodylotion. Daarna mag u bodylotion gebruiken als de littekens niet meer rood zijn.