Logo Slingeland Ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Chirurgie
Oncologie

Radiotherapie bij borstkanker

Radiotherapie bij borstkanker

Onderdeel van de Patiënteninformatiewijzer borstkanker

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door

13. Radiotherapie


13.1 Inleiding

In overleg met uw behandelend arts is besloten dat u met radiotherapie wordt (na)behandeld. Het Slingeland Ziekenhuis beschikt zelf niet over een afdeling Radiotherapie, daarom verwijst de specialist u naar Radiotherapiegroep in Arnhem (voorheen het ARTI).

Tijdens uw eerste gesprek bij de Radiotherapiegroep krijgt u uitgebreide informatie over radiotherapie.

13.2 Radiotherapiegroep in Arnhem

De Radiotherapiegroep is gevestigd naast het Rijnstate in Arnhem. De meeste patiënten die zij behandelen komen uit de regio Oost-Nederland. De Radiotherapie-groep wil patiënten met tumoren de best mogelijke radiotherapeutische zorg bieden. Ook doen zij onderzoek naar het therapeutisch effect van radiotherapie en bevorderen zij onderwijs en nieuwe ontwikkelingen op dit gebied.

13.3 Wat is radiotherapie

Radiotherapie betekent ‘behandeling met straling’. Meestal spreken we dan ook over ‘bestraling’. Bestraling is een behandeling die zich richt op de tumor met als doel de kankercellen te vernietigen. Bij de bestralingsbehandeling blijven de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard.

Radiotherapie kan gericht zijn op genezing, maar het kan ook gebruikt worden om klachten zoals pijn of bloedverlies te bestrijden.

Een bestralingsbehandeling is veelal poliklinisch. U wordt hiervoor dus niet opgenomen in het ziekenhuis. Eén bestralingsbehandeling duurt in totaal 10 tot 20 minuten. Van de bestraling zelf voelt of ziet u niets. De bestraling vindt vier tot vijf keer per week, van maandag tot en met vrijdag, plaats. In het weekend hoeft u niet te komen. Al met al duurt de gehele behandeling drie tot vijf weken. Dat is voor iedereen anders.

13.4 De gang van zaken bij de Radiotherapiegroep

13.4.1 De voorbereiding

De specialist uit het ziekenhuis draagt zorg voor uw aanmelding bij de Radiotherapiegroep. Voor het eerste bezoek krijgt u een telefonische oproep. Een afspraakbevestiging inclusief routebeschrijving wordt thuisgestuurd.

Wilt u bij uw eerste afspraak het volgende meenemen:

13.4.2 Het eerste bezoek

Tijdens het eerste bezoek aan de Radiotherapiegroep heeft u een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Een radiotherapeut-oncoloog is een arts die zich gespecialiseerd heeft in de behandeling van kanker, in het bijzonder door middel van bestraling. In dit gesprek zal de radiotherapeut-oncoloog een aantal vragen stellen en lichamelijk onderzoek doen. Op basis van deze gegevens en overige onderzoeken (zoals weefselonderzoek, röntgenonderzoek en bloedonderzoek) zal hij/zij een behandelvoorstel doen. Hierbij legt de radiotherapeut-oncoloog het doel, de gang van zaken en de bijwerkingen van de bestralingsbehandeling uit.

Tijdens het gesprek kunt u zich laten vergezellen door familieleden en/of bekenden. Het gesprek zal ongeveer 45 minuten duren. Het is mogelijk dat er na het gesprek gestart wordt met de voorbereiding voor de bestraling. In dat geval duurt uw afspraak bij de Radiotherapiegroep langer. Houdt u er dus rekening mee dat uw eerste bezoek enige tijd kan duren.

Als er na het gesprek met de radiotherapeut-oncoloog direct gestart wordt met de voorbereidingen voor de bestraling, worden de tumor en de organen met een CT-scanner of simulator in beeld gebracht. Zo kunnen zij bepalen waar de bestraling precies gegeven moet worden.

Het gedeelte van uw lichaam dat bestraald gaat worden, wordt gemarkeerd door kleine puntjes op uw huid te zetten met behulp van een tatoeagepen. Met behulp van deze puntjes kunnen zij u tijdens iedere bestraling weer in precies dezelfde houding neerleggen. Deze puntjes zijn klein, maar blijven wel altijd zichtbaar.

Voor meer informatie over de gang van zaken bij de Radiotherapiegroep kunt u de website www.radiotherapiegroep.nl bekijken.

13.5 Bijwerkingen

Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De meest voorkomende bijwerkingen van bestraling zijn:

13.5.1 Vermoeidheid

Voor het herstel van gezond bestraald weefsel en voor het opruimen van de dode kankercellen, heeft het lichaam extra energie nodig. Dit is de reden dat veel patiënten last hebben van vermoeidheid. Ook kan voor patiënten het heen en weer reizen voor de bestralingen een extra belasting vormen. De vermoeidheid kan vaak enkele weken tot maanden na de totale behandeling aanhouden.

13.5.2 Huidproblemen

Bij de behandeling kan de bestraalde huid een reactie vertonen. De huid kan tijdens de bestraling in meer of mindere mate rood en/of droog worden of soms zelfs stuk gaan. Huidreacties zijn het sterkst in de huidplooien (bijvoorbeeld in de oksel) en bij het operatielitteken. Meestal genezen huidreacties binnen vier tot zes weken na afloop van de radiotherapie, ook als de huid is opengegaan. Soms blijft de huid wat donkerder van kleur. Over de verzorging van de huid tijdens en na de bestraling krijgt u aparte mondelinge en schriftelijke informatie van uw behandelend radiotherapeut.

13.5.3 Verandering van de borst

In de maanden tot jaren na de bestraling kan het uiterlijk van uw borst nog veranderen. De behandelde borst kan wat (tot een cupmaat) kleiner worden. Ook voelt de borst mogelijk stugger en minder soepel aan.

13.6 Vervoerskostenregelingen

U kunt met het openbaar vervoer, met eigen vervoer of met een taxi naar de Radiotherapiegroep komen. Als u met het openbaar vervoer of met eigen vervoer komt, adviseren wij u om van tevoren bij uw ziektekostenverzekeraar te informeren naar de regeling voor de reiskostenvergoeding. U doet er goed aan uw bus- of treinkaartjes te bewaren, zodat u deze op verzoek van uw ziektekostenverzekeraar kunt tonen.

13.7 Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen over de Radiotherapiegroep, schrijf ze op en stel ze bij uw eerste gesprek aan de radiotherapeut of laborant. Achterin deze patiënteninformatiewijzer kunt u uw vragen noteren.

13.8 Meer informatie

Meer informatie vindt u op www.kanker.nl.


Foldernummer: 1023-nov 23